Circulaire 2022/C/8 betreffende de vrijstelling van interesten van bepaalde leningen afgesloten via een crowdfundingplatform

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Vennootschapsbelasting publiceerde op 19/01/2022 de Circulaire 2022/C/8 betreffende de vrijstelling van interesten van bepaalde leningen afgesloten via een crowdfundingplatform.

2DE ADDENDUM AAN CIRC. 2017/C/17 VAN 04.04.2017

Gevolgen van de vervroegde terugbetaling van een dergelijke lening binnen de 4 jaar – naleving van de voorwaarde van 'kleine vennootschap' door de kredietnemer – gegevens in het bewijsdocument bedoeld in art. 2bis, KB/WIB 92.

Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Vervroegde terugbetaling van de lening binnen de 4 jaar
III. Voorwaarde van 'kleine vennootschap' waaraan de kredietnemer moet voldoen
IV. Bewijsdocument bedoeld in art. 2bis, KB/WIB 92

I. INLEIDING

1. De huidige circulaire vervolledigt de circ. van 04.04.2017 (ref. 2017/C/17) door het verschaffen van verduidelijkingen aangaande bepaalde voorwaarden vermeld in artikel 21, eerste lid, 13°, WIB 92, die in een vrijstelling van interesten voorziet met betrekking tot de eerste schijf van 9.965 euro (basisbedrag, te indexeren) van bepaalde leningen die zijn afgesloten met kleine startende vennootschappen en met tussenkomst van een erkend crowdfundingplatform.

Het volgende wordt besproken:

- het geval van de vervroegde terugbetaling van een dergelijke lening wanneer sinds de afsluiting van de overeenkomst minder dan vier jaar zijn verstreken

- de voorwaarde van 'kleine vennootschap' te vervullen door de kredietnemer

- en het opstellen van het bewijsdocument bedoeld in art. 2bis, KB/WIB 92.

II. VERVROEGDE TERUGBETALING VAN DE LENING BINNEN DE 4 JAAR

2. Deze titel behandelt de gevolgen van de vervroegde terugbetaling van een lening bedoeld door deze maatregel, wanneer minder dan 4 jaar zijn verstreken tussen deze terugbetaling en de datum van afsluiting van de overeenkomst.

3. Art. 21, eerste lid, 13°, WIB 92 (1), bepaalt (2):

“De inkomsten van roerende goederen en kapitalen omvatten niet:

[…]

13° onverminderd de toepassing van artikel 18, eerste lid, 4°, en tweede lid, interesten met betrekking tot de eerste schijf van 9.965 euro (basisbedrag) per jaar en per belastingplichtige van nieuwe buiten de beroepswerkzaamheid van de kredietgever afgesloten leningen die gedurende vier jaar werd uitgeleend door een natuurlijk persoon aan een onderneming met tussenkomst van een erkend crowdfundingplatform teneinde die onderneming in staat te stellen nieuwe economische initiatieven te financieren, mits de volgende voorwaarden worden nageleefd:

a) de kredietnemer wordt aangemerkt als kleine vennootschap op grond van artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen;

b) de kredietnemer is sinds ten hoogste 48 maanden ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen of in een gelijkaardig register in een andere lidstaat van de europese Economische Ruimte;

c) de leningen zijn afgesloten op basis van een jaarlijks te betalen interestvoet voor een minimale looptijd van 4 jaar;

d) de herfinancieringsleningen worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van deze maatregel;

e) het Belgische crowdfundingplatform of het crowdfundingplatform naar het recht van een andere lidstaat van de europese Economische Ruimte moet als alternatieve-financieringsplatform zijn vergund door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten of moet worden uitgebaat door een Belgische gereglementeerde onderneming of een gereglementeerde onderneming naar het recht van een andere lidstaat van de europese Economische Ruimte, die, op grond van haar statuut, een dergelijke activiteit mag verrichten, conform de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën;

f) de leningen worden aan de startende ondernemingen verstrekt hetzij door de belastingplichtigen die op beleggingsinstrumenten inschrijven, die deze leningen materialiseren en die door deze ondernemingen worden uitgegeven in het kader van een aanbieding tot verkoop of tot inschrijving conform de wet van 11 juli 2018 op de aanbieding aan het publiek van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en Verordening 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van richtlijn 2003/71/EG, hetzij door een financieringsvehikel als bedoeld in de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën, conform voornoemde wet van 11 juli 2018 en Verordening 2017/1129, beleggingsinstrumenten uitgeeft ten behoeve van de belastingplichtigen.”

(1) Zoals ingevoegd door artikel 60 van de Programmawet van 10.08.2015 (BS 18.08.2015, Ed. 2, blz. 53834 e.v.) en het laatst gewijzigd door artikel 4, 3° van de wet van 17.03.2019 tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
(2) Uittreksels uit de Franstalige versie van art. 21, eerste lid, 13°, WIB 92:
« 13° sans préjudice de l'application de l'article 18, alinéa 1er, 4°, et alinéa 2, les intérêts afférents à la première tranche de 9.965 euros (montant de base), par année et par contribuable, de nouveaux prêts conclus en dehors de l'activité professionnelle du prêteur, prêtés endéans une période de quatre années par une personne physique à une entreprise avec l'intervention d'une plateforme de crowdfunding reconnue afin de permettre à cette entreprise de financer des initiatives économiques nouvelles moyennant le respect des conditions suivantes:
[…]
c) les prêts sont conclus sur la base de l'octroi d'un intérêt annuel pour une durée d'au moins quatre années; »

4. Om te kunnen genieten van het voordeel voorzien in art. 21, eerste lid, 13°, WIB 92, moeten de leningen voldoen aan een reeks voorwaarden die in dit artikel worden uiteengezet. Eén daarvan is dat de lening moet worden afgesloten voor een duur van ten minste vier jaar.

5. Hierover zeggen de Parlementaire Stukken (3) (4):

“Zo werd artikel 21, 13°, WIB 92, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2015, en gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, welk bepaalt dat de interesten die betrekking hebben op de eerste schijf van 9 965 euro (te indexeren bedrag) die over een periode van vier jaar beschouwd door een belastingplichtige worden uitgeleend onder de vorm van nieuwe leningen die zijn afgesloten door een natuurlijke persoon in het kader van het beheer van zijn privé vermogen en een onderneming om die onderneming toe te laten om economische projecten te financieren, onder bepaalde voorwaarden worden vrijgesteld.”

(3) Zie Parl. St. aangaande de wet van 18.12.2016 (wet tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën), - waarvan artikel 37 het artikel 21, eerste lid, 13°, WIB 92, heeft gewijzigd -, Kamer, 54 2072/001, blz. 39.
(4) Franstalige versie:
« Ainsi, l’article 21, 13 °, CIR 92, a été introduit par la loi du 10 août 2015, et modifié par la loi du 18 décembre 2015, qui détermine que les intérêts afférents à la première tranche de 9 965 euros (montant à indexer) prêtés par un contribuable durant quatre années au moyen de nouveaux prêts conclus à titre privé entre une personne physique et une entreprise afin de permettre à cette entreprise de financer des projets de nature économique, sous certaines conditions, sont exonérés. »

6. Volgens de formulering van de bepaling, gestaafd door de parlementaire werkzaamheden, moet de lening, om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, niet alleen voor een periode van ten minste vier jaar worden afgesloten, maar moet zij ook een effectieve looptijd van ten minste vier jaar hebben. Deze periode wordt berekend vanaf de datum die door het erkende crowdfundingplatform wordt verstrekt (5).

(5) Zie Parl. St. aangaande de PW 10.08.2015, Kamer, DOC 54 1125/001, blz. 66.

7. In het geval dat de lening zou terugbetaald worden binnen een periode van minder dan 4 jaar, zouden de voorwaarden van art. 21, eerste lid, 13°, WIB 92, niet meer nageleefd zijn.

Deze stand van zaken zal worden vermeld in het bovengenoemde document bedoeld in art. 2bis, KB/WIB 92.

8. In dit geval zouden de interesten belastbaar zijn en zou de roerende voorheffing (RV) verschuldigd zijn op alle interesten met betrekking tot deze lening sedert de afsluiting ervan.

De gewone regels voor de aangifte en betaling van de RV zijn van toepassing (6).

(6) Zie o.a. art. 261 (aanwijzing van de schuldenaar van de RV), 267 (feit dat aanleiding geeft tot de opeisbaarheid van de RV), 269 (aanslagvoet van de RV), 312 en 412 (aangifte en betaaltermijn van de RV), WIB 92.

III. VOORWAARDE VAN 'KLEINE VENNOOTSCHAP' WAARAAN DE KREDIETNEMER MOET VOLDOEN

9. In dit gedeelte wordt ingegaan op de vraag wanneer moet worden voldaan aan de voorwaarde dat de kredietnemer een 'kleine vennootschap' (7) is.

(7) Kleine vennootschap in de zin van art. 1:24, §§ 1 tot 6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

10. De voorwaarde van 'kleine vennootschap' voor de kredietnemer, zoals bedoeld in art. 21, eerste lid, 13°, a), WIB 92, moet niet enkel vervuld zijn op de datum van het afsluiten van de lening, maar eveneens gedurende de maximale duur van de vrijstelling (4 jaar).

11. Indien de vennootschap voor één van de betrokken belastbare tijdperken niet langer aan deze voorwaarde voldoet, is de vrijstelling niet langer van toepassing op de interesten met betrekking tot dat tijdperk en tot eventuele volgende tijdperken.

IV. BEWIJSDOCUMENT BEDOELD IN ART. 2BIS, KB/WIB 92

12. Art. 21, derde lid, WIB 92, bepaalt De Koning bepaalt de wijze waarop het bewijs moet worden geleverd dat aan de in het eerste lid, 13°, vermelde voorwaarden wordt voldaan.”

13. Ter uitvoering van deze bepaling schrijft art. 2bis, KB/WIB 92, voor dat de ondernemingen die de interesten verschuldigd zijn bedoeld in art. 21, eerste lid, 13°, WIB 92, jaarlijks vóór 31 maart, vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin de beoogde lening werd afgesloten, een document (8) moeten opstellen dat:

a. het bedrag vermeldt van de gedurende het vorige jaar betaalde interesten
b. bevestigt of de onderneming al dan niet gedurende het volledige voorafgaande jaar (of, indien de lening in de loop van het voorafgaande jaar werd afgesloten, gedurende het volledige gedeelte van dit jaar vanaf de datum waarop de lening werd afgesloten) voldeed aan de voorwaarden opgenomen in artikel 21, eerste lid, 13°, WIB 92.

(8) Het staat de onderneming vrij de vorm van dit document te bepalen.

Dit document moet overhandigd worden aan de kredietgever en een afschrift moet overhandigd worden aan de administratie binnen dezelfde termijn (9).

(9) Zie ook circ. 2018/C/24 van 19.02.2018 betreffende de vrijstelling van interesten van bepaalde leningen afgesloten via een crowdfundingplatform. Addendum aan circ. 2017/C/17 van 04.04.2017.

14. Uit deze teksten volgt dat het betrokken document moet worden verstrekt voor de 4 (of 5) jaar (afhankelijk van de datum waarop de lening is afgesloten) gedurende welke de bovengenoemde interestvrijstelling in beginsel van toepassing is.

NAMENS DE MINISTER:
Voor de Administrateur-generaal van de Fiscaliteit,

Danny DELVAUX
Adviseur-generaal

Interne ref.: 730.856

Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2023/C/76 over de nieuwe verworpen uitgaven in de VenB en de BNI/ven.

Breaking – Het nieuwe dubbelbelastingverdrag tussen Nederland en België

Circulaire 2023/C/61 over forfaitaire verblijfsvergoedingen voor buitenlandse dienstreizen en voor beroepsmatige verblijven in het buitenland van meer dan 30 dagen