Circulaire 2022/C/87 over de bevrijdende bedrijfsvoorheffing voor bezoldigingen van niet-inwoners die als seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw werken

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 16/09/2022 de Circulaire 2022/C/87 over de bevrijdende bedrijfsvoorheffing voor bezoldigingen van niet-inwoners die als seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw werken.

Bespreking van de artikelen 7 en 8 van de wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 28.01.2022) en de artikelen 34 en 71 van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 15.07.2022).

Inhoudstafel

I. Inleiding

II. Bedoelde belastingplichtigen

III. Formaliteiten

A. Voor de werknemers

B. Voor de werkgevers

IV. Inwerkingtreding

V. Wetgeving

I. INLEIDING

1. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 21.03.2021 (1) moet op de bezoldigingen die worden betaald of toegekend vanaf 25.03.2021 aan niet-inwoners die als seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw werken 18,725 % bedrijfsvoorheffing worden ingehouden.

2. De wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (hierna W 21.01.2022) (2) heeft de mogelijkheid ingevoerd om deze bedrijfsvoorheffing bevrijdend te maken. Op deze manier wil de wetgever vermijden dat deze seizoenarbeiders, die per definitie slechts een beperkte periode in België werken en verblijven en vaak ook geen van de landstalen beheersen, alsnog een aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) moeten indienen.

3. De wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (hierna W 05.07.2022) (3) heeft de verplichting voor de werkgever om de woonplaatsverklaring ter beschikking te houden van de Belgische fiscale administratie geformaliseerd en heeft de inkomstenfiche 281.10 aangepast.

(1) Koninklijk besluit van 21.03.2021 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van bezoldigingen van niet-inwoners die als seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw werken (BS 25.03.2021).
(2) Artikelen 7 en 8 van de wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 28.01.2022).
(3) Artikelen 34 en 71 van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 15.07.2022).

II. BEDOELDE BELASTINGPLICHTIGEN

4. Worden beoogd, de niet-inwoners/natuurlijke personen die bezoldigingen verkrijgen als seizoenarbeiders in de land- of tuinbouw.

5. Onder bezoldigingen van seizoenarbeiders in de land- of tuinbouw wordt verstaan:

- de bezoldigingen voor prestaties als gelegenheidswerker in de land- of tuinbouw als bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

- de eindejaarspremie en de getrouwheidspremie die door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf worden toegekend

- de bezoldigingen voor prestaties als arbeider in de land- of tuinbouw ingevolge een contract van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal zes opeenvolgende kalenderweken onmiddellijk aansluitend op een tewerkstelling als gelegenheidsarbeider in de land- of tuinbouw bij dezelfde werkgever, en het vakantiegeld dat daarop betrekking heeft (4).

(4) Artikel 248, § 1, 3de lid, WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 3°, W 21.01.2022.

6. Dat stelsel van bevrijdende voorheffing is niet van toepassing wanneer de belastingplichtige en, desgevallend, zijn echtgenoot tijdens het betrokken belastbare tijdperk in België andere dan de hiervoor vermelde inkomsten hebben behaald of verkregen die moeten worden aangegeven en geregulariseerd in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen). In dat geval moeten de in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) belastbare bezoldigingen van seizoenarbeiders in de land- of tuinbouw worden geregulariseerd via een aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) (5).

(5) Artikel 248, § 1, 2de lid, 1°, c), WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 1°, W 21.01.2022.

7. Voor de inwoners van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte betreft het een optionele regeling. Zij kunnen ervoor opteren om hun inkomsten toch te regulariseren via een aangifte in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) (6).

(6) Artikel 248, § 2, 2de lid, WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 6°, W 21.01.2022.

III. FORMALITEITEN

A. Voor de werknemers

8. De seizoenarbeiders moeten, op basis van de wettekst (7), aan hun werkgever een door de fiscale administratie van hun woonplaats uitgereikte woonplaatsverklaring bezorgen, uiterlijk op de dag van de eerste betaling door die werkgever van bezoldigingen van seizoenarbeiders in de land- of tuinbouw.

Gelet op de mogelijke problemen die de arbeider kan ondervinden om een door zijn fiscale administratie uitgereikte woonplaatsverklaring te bekomen en deze binnen de wettelijke termijn aan zijn werkgever te bezorgen, wordt toegestaan dat een verklaring die zijn officiële woonplaats vaststelt, mag worden verstrekt door een andere overheidsinstantie dan de fiscale administratie, voor zover die overheidsinstantie bevoegd is om de burgerlijke woonplaats vast te stellen. Een dergelijke verklaring beantwoordt aan de bedoeling van de wet, namelijk dat de werkgever het adres van de officiële woonplaats van de arbeider zou kennen om zijn administratieve verplichtingen correct te kunnen nakomen.

(7) Artikel 248, § 1, 5de lid, WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 5°, W 21.01.2022.

9. Een dergelijke verklaring is verplicht vanaf het aanslagjaar 2023, inkomsten van het jaar 2022, en moet worden voorgelegd in het kader van elke arbeidsovereenkomst voor seizoensarbeid in de land- of tuinbouw.

B. Voor de werkgevers

10. In het kader van de administratieve vereenvoudiging wordt aan de werkgever gevraagd om de woonplaatsverklaring ter beschikking te houden van de Belgische fiscale administratie (8).

Die zal de woonplaatsverklaring kunnen opvragen als er zich bijvoorbeeld identificatieproblemen zouden voordoen in het kader van de gegevensuitwisseling met de woonstaat.

(8) Artikel 248, § 1, 5de lid, WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 5°, W 21.01.2022 en zoals gewijzigd door artikel 34, 2°, W 05.07.2022.

11. Bovendien bevat de fiche 281.10 van de inkomsten van het jaar 2021 een nieuw vak dat toelaat te vermelden dat de fiche bezoldigingen van een seizoenarbeider niet-inwoner in de land- of tuinbouw onderworpen aan de bevrijdende bedrijfsvoorheffing betreft (9).

(9) Artikel 248, § 1, 4de lid, WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 4°, W 21.01.2022.

Ook zal op de inkomstenfiche 281.10 vanaf het inkomstenjaar 2022 de mogelijkheid voorzien worden om te vermelden dat de woonplaats-verklaring aan de werkgever werd bezorgd (10).

(10) Artikel 248, § 1, 5de lid, WIB 92 zoals ingevoerd door artikel 7, 5°, W 21.01.2022 en zoals gewijzigd door artikel 34, 3°, W 05.07.2022.

IV. INWERKINGTREDING

12. Dit stelsel is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022, behalve wat betreft de door de werknemer te bezorgen woonplaatsverklaringen. Die laatste zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2023.

V. WETGEVING

Artikelen 7 en 8 van de wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 28.01.2022).

Bericht aan de werkgevers die bezoldigingen betalen aan arbeiders die niet-inwoner zijn en als seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw werken (BS 09.03.2022).

Artikel 34 en 71 van de wet van 05.07.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 15.07.2022).

Interne ref.: 732.210

Bron: Fisconetplus​