De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 28/09/2022 de Circulaire 2022/C/98 over de vergoedingen toegekend aan voetballers en voetbalmakelaars.
Vergoedingen aan voetballers en voetbalmakelaars. Ten laste genomen makelaarsvergoedingen.
Inhoudstafel
2. Vergoedingen betaald door de voetbalclubs
III.Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting
A. Bepalingen van toepassing in hoofde van de spelersmakelaar
2. Makelaar zonder vennootschap
B. Bepaling van toepassing in hoofde van de speler (voetballer)
IV. Belasting over de toegevoegde waarde
1. Algemeenheden inzake de vertegenwoordiging
2. In opdracht van een voetbalspeler
3. In opdracht van een voetbalclub
C. De tussenkomst van een voetbalagent bij een transfer
1. Algemeenheden over de eigenlijke transfer van een voetbalspeler
2. Tussenkomst van een voetbalagent voor een transfer en in opdracht van een voetbalclub
3. Veralgemeende verlegging van heffing voor handelingen door een buitenlandse belastingplichtige
I. Inleiding
1. Deze circulaire gaat in op een aantal fiscale aspecten verbonden aan de vergoedingen die voetballers en voetbalmakelaars ontvangen in het kader van de uitoefening van hun beroepsactiviteit.
Met name zijn vragen gerezen omtrent de fiscale behandeling van de makelaarsvergoedingen van spelers die ten laste worden genomen door de club.
II. Inkomstenbelastingen
A. Natuurlijke personen
1. Voetbalmakelaar
Personenbelasting
2. De inkomsten van een voetbalmakelaar, natuurlijke persoon, die zijn beroepsactiviteit als zelfstandige uitoefent, maken in zijn hoofde belastbare winst uit (1).
(1) Als bedoeld in art. 23, § 1, 1°, 24 en 25, WIB 92.
Belasting niet-inwoners
3. De winst die een natuurlijke persoon, niet-inwoner van België, als voetbalmakelaar in België heeft behaald door bemiddeling van een Belgische inrichting als vermeld in artikel 229, WIB 92, is belastbaar in de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen) (BNI/nat.pers.) (2).
(2) Artikel 228, § 2, 3°, WIB 92.
De BNI/nat.pers. wordt echter alleen berekend op de inkomsten waarvoor België op basis van een dubbelbelastingverdrag de heffingsbevoegdheid heeft (zie ook hoofdstuk III. Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting). Is er geen dubbelbelastingverdrag, dan is de Belgische internrechtelijke wetgeving onmiddellijk van toepassing.
2. Voetballer
Personenbelasting
4. De inkomsten van een voetballer, natuurlijke persoon, die zijn beroepsactiviteit in het kader van een arbeidsovereenkomst uitoefent, maken in zijn hoofde belastbare bezoldigingen uit (3).
(3) Als bedoeld in art. 23, § 1, 4° en 31, WIB 92.
Belasting niet-inwoners
5. De inkomsten van welke aard ook, uit een in België door een niet-inwonende sportbeoefenaar persoonlijk (4) en als zodanig (5) verrichte werkzaamheid, zelfs indien de inkomsten niet worden toegekend aan de sportbeoefenaar zelf, maar aan een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon, zijn belastbaar in de BNI/nat.pers. (6).
(4) In persoon zelf (d.w.z. een persoonlijke aanwezigheid is vereist).
(5) In de hoedanigheid van sportbeoefenaar.
(6) Art. 228, § 2, 8°, WIB 92.
De vergoedingen (het bruto belastbaar bedrag):
- zijn verplicht te regulariseren via een aangifte in de BNI/nat.pers. wanneer de niet-inwoner natuurlijke persoon (7):
* persoonlijk een activiteit in België als sportbeoefenaar uitoefent gedurende meer dan 30 dagen, berekend per tijdperk van 12 opeenvolgende maanden en per schuldenaar van de inkomsten of
* in het belastbaar tijdperk reeds andere verplicht regulariseerbare inkomsten verkrijgt.
- zijn niet verplicht te regulariseren via een aangifte in de BNI/nat.pers. wanneer de niet-inwoner natuurlijke persoon (8):
* persoonlijk een activiteit in België als sportbeoefenaar uitoefent gedurende niet meer dan 30 dagen, berekend per tijdperk van 12 opeenvolgende maanden en per schuldenaar van de inkomsten en
* geen andere verplicht regulariseerbare inkomsten verkrijgt.
In dit geval is de verschuldigde bedrijfsvoorheffing van 18 % (9) bevrijdend.
De niet-inwoner heeft evenwel de mogelijkheid tot vrijwillige regularisatie via een aangifte in de BNI/nat.pers. (10).
(7) Art. 232, eerste lid, 2°, WIB 92.
(8) Art. 248, § 1, eerste lid, WIB 92.
(9) Art. 87, 5°, d), KB/WIB 92 en nrs. 5.26 en 6.1, B, 1, bijlage III, KB/WIB 92, zoals van toepassing op inkomsten betaald of toegekend vanaf 01.01.2022.
(10) Art. 248, § 2, WIB 92.
Makelaarsvergoedingen
6. De vergoedingen die een voetballer contractueel aan zijn makelaar verschuldigd is, maken in beginsel in zijn hoofde een aftrekbare beroepskost uit (11). In voorkomend geval moeten die kosten worden verantwoord door individuele fiches 281.50 en een samenvattende opgave die worden overgelegd in de voorgeschreven vorm en binnen de voorgeschreven termijn.
(11) Als bedoeld in art. 49 en 57, WIB 92. Voor de opmaak van de individuele fiche 281.50 wordt verwezen naar de richtlijnen opgenomen in het 'bericht aan de schuldenaars van commissies, makelaarslonen, restorno's, vacatiegelden, erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard'.
In de BNI/nat.pers., komen voor aftrek als beroepskosten alleen de kosten in aanmerking die uitsluitend op de in België belastbare beroepsinkomsten drukken (12).
(12) Art. 237, WIB 92.
7. In sommige gevallen draagt evenwel de aanwervende club geheel of gedeeltelijk die makelaarsvergoeding voor rekening van de speler. Met andere woorden, de clubs betalen die makelaarsvergoedingen voor diensten die in feite gepresteerd worden ten voordele van de sportbeoefenaar.
Die ten laste genomen vergoedingen kunnen daarbij betrekking hebben op de eigenlijke makelaarslonen, maar ook op commissies, erelonen, prestatievergoedingen, terugbetalingen van gemaakte kosten en andere dan in geld verkregen voordelen die rechtstreeks of onrechtstreeks worden toegekend aan de makelaar.
8. In dat geval neemt die club een persoonlijke uitgave van die speler ten laste, en ontstaat bij deze laatste een voordeel van alle aard (13) dat belastbaar is ten belope van de werkelijke waarde (in voorkomend geval, inclusief btw).
(13) Art. 31, tweede lid, 2°, WIB 92.
9. In de BNI/nat.pers. vormen de inkomsten die - zonder bemiddeling van een Belgische inrichting - voortkomen uit door sportbeoefenaars persoonlijk en als zodanig in België verrichte werkzaamheden, ongeacht de omstandigheden van de beroepsuitoefening (in dienstverband of zelfstandig, geregeld of toevallig) en ongeacht aan wie de inkomsten worden betaald of toegekend (aan de sportbeoefenaar zelf dan wel aan een derde) een afzonderlijke categorie.
Zijn echter alleen bedoeld in art. 228, § 2, 8°, WIB 92, de inkomsten direct verbonden met de sportieve prestaties. Vergoedingen of beloningen die geen rechtstreekse band hebben met de sportieve prestatie vallen buiten het toepassingsgebied van dat artikel.
Wanneer de aantrekkende club de makelaarsvergoeding betaalt voor rekening van de speler in het kader van een arbeidsovereenkomst, vormt dit voordeel een opbrengst van zijn sportieve prestaties geleverd in dienst van de werkgever en valt dit voordeel onder de toepassing van art. 228, § 2, 8°, WIB 92.
B. Vennootschappen
1. Voetbalmakelaars
10. De inkomsten uit zijn activiteit als makelaar van een voetbalmakelaar, die een aan de vennootschapsbelasting onderworpen rechtspersoon is, vormen voor hem een belastbare winst (14), net zoals zijn andere inkomsten.
(14) Zoals bedoeld in de art. 23, § 1, 1° en 183, WIB 92.
2. Vergoedingen betaald door de voetbalclubs
11. In het geval zoals bedoeld in de nrs. 7 en 8 hiervoor, zijn de vergoedingen die ten laste worden genomen door de voetbalclub en die een voordeel van alle aard vormen voor de speler, aftrekbaar als bezoldigingen onder de voorwaarden van de art. 49 en 57, WIB 92 (15). Om als beroepskosten te worden aanvaard, moeten die kosten bijgevolg worden verantwoord door individuele fiches 281.10 of 281.30 en een samenvattende opgave die worden overgelegd in de voorgeschreven vorm en binnen de voorgeschreven termijn (16) (zie evenwel nr. 12, tweede lid).
(15) De bedoelde vergoedingen vallen niet onder de beperking van de aftrekbaarheid die van toepassing is vanaf 01.01.2022 voor de commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard, in de mate dat zij meer bedragen dan 3 % van de totale brutobezoldiging van de sportbeoefenaar, berekend per jaar gedurende de duur van de arbeidsovereenkomst, die rechtstreeks of onrechtstreeks worden betaald in het kader van een overeenkomst die tot doel heeft om:
a. hetzij een sportbeoefenaar bij te staan in onderhandelingen met het oog op het afsluiten, het verlengen, het hernieuwen of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst bij een sportclub
b. hetzij een in art. 270, 1° of 3°, WIB 92, bedoelde schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing bij te staan in onderhandelingen met het oog op het afsluiten, het verlengen, het vernieuwen of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst met een sportbeoefenaar
c. hetzij een inkomende of uitgaande uitleenbeurt, dan wel definitieve transfer van een sportbeoefenaar te regelen (art. 198, § 1, 17°, WIB 92).
(16) Art. 57, eerste lid, WIB 92.
12. Wanneer de voormelde individuele fiches en samenvattende opgave niet worden overgelegd, zullen de bepalingen van art. 219, WIB 92, van toepassing zijn en zal er, in voorkomend geval, een afzonderlijke aanslag (17) worden gevestigd ten belope van die kosten.
Bij toepassing van art. 219, vijfde en zesde lid, WIB 92, wordt in afwijking van art. 57, eerste lid, WIB 92, dat voordeel van alle aard, beschouwd als een beroepskost (18).
(17) Volgens de art. 223, eerste lid, 1° en 225, tweede lid, 4°, WIB 92, is die aanslag ook verschuldigd door de voetbalclubs die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting.
(18) Art. 197, tweede lid, WIB 92.
III. Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting
13. Deze uiteenzetting werd gemaakt op basis van de bepalingen in het OESO-Modelverdrag. In de praktijk dient telkens het desbetreffende toepasselijke dubbelbelastingverdrag nagekeken te worden omdat dit kan afwijken.
A. Bepalingen van toepassing in hoofde van de spelersmakelaar
1. Makelaar met vennootschap
14. Artikel 7 (1) van het OESO-Modelverdrag wijst de heffingsbevoegdheid inzake ondernemingswinst in principe uitsluitend toe aan de verdragsluitende staat waarvan de onderneming geacht wordt verblijfhouder te zijn, ongeacht de herkomst van deze winsten. Indien de onderneming evenwel in een andere verdragsluitende staat over een vaste inrichting beschikt in de zin van artikel 5 van het OESO-Modelverdrag, dan verkrijgt de andere verdragsluitende staat de heffingsbevoegdheid, maar slechts voor de winsten die aan de vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
Voor de invulling van het begrip 'onderneming van een overeenkomstsluitende staat' wordt verwezen naar artikel 3 OESO-Modelverdrag. Een onderneming van een overeenkomstsluitende staat is een onderneming gedreven door een inwoner van een overeenkomstsluitende staat.
Bij gebrek aan omschrijving in het dubbelbelastingverdrag moet het begrip 'winst' geïnterpreteerd worden, overeenkomstig het Belgisch intern recht.
2. Makelaar zonder vennootschap
15. Overeenkomstig het OESO-Modelverdrag vallen de inkomsten die een makelaar (rechtstreeks, zonder tussenkomst van zijn vennootschap) ontvangt voor zijn werkzaamheden eveneens onder artikel 7.
Hetzelfde principe als hierboven uiteengezet onder punt a is dan van toepassing, namelijk artikel 7 (1) van het OESO-Modelverdrag wijst de heffingsbevoegdheid inzake ondernemingswinst in principe uitsluitend toe aan de verdragsluitende staat waarvan de onderneming (de makelaar) geacht wordt verblijfhouder te zijn, ongeacht de herkomst van deze winsten. Indien de onderneming evenwel in een andere verdragsluitende staat over een vaste inrichting beschikt in de zin van artikel 5 van het OESO-Modelverdrag, dan verkrijgt de andere verdragsluitende staat de heffingsbevoegdheid, maar slechts voor de winsten die aan de vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
In een aantal dubbelbelastingverdragen is er echter een apart artikel voorzien voor deze categorie (meestal artikel 14).
B. Bepaling van toepassing in hoofde van de speler (voetballer)
16. De makelaarsvergoeding die de aantrekkende club betaalt voor rekening van de speler, vallen onder artikel 15 (1) van het OESO-Modelverdrag
Artikel 15 (1) viseert inkomsten voor de uitvoering van een dienstbetrekking in de private sector in ondergeschikt verband. Lonen, salarissen en andere soortgelijke beloningen zijn belastbaar in de woonstaat. Daarop wordt een uitzondering gemaakt indien de dienstbetrekking wordt uitgeoefend in de andere overeenkomstsluitende staat. In dat geval is de werkstaat heffingsbevoegd voor het inkomen dat kan worden toegerekend aan de uitoefening van de dienstbetrekking in de werkstaat.
Alle inkomsten die zijn betaald uit hoofde van het uitoefenen van een dienstbetrekking worden geviseerd door artikel 15. Het gaat, om de bezoldigingen die zijn betaald tijdens de uitoefening van de dienstbetrekking, evenals de vooraf betaalde bezoldigingen (betaald voor aanvang van de uitoefening van de activiteit) en de uitgestelde bezoldigingen (betaald na de uitoefening van de activiteit) die zijn betaald uit hoofde van de uitoefening van de dienstbetrekking en dus rechtstreeks verband houden met die uitoefening (inclusief dus bijvoorbeeld voordelen van alle aard).
Betalingen die hun reden vinden in het bestaan van een arbeidsovereenkomst vallen onder artikel 15.
17. Artikel 17 van het OESO-Modelverdrag (specifiek artikel voor artiesten en sportbeoefenaars) is niet van toepassing. Door het gebruik van het begrip 'uit zijn persoonlijke werkzaamheden' blijkt dat het artikel alleen de vergoedingen viseert die door natuurlijke personen (sportbeoefenaars) voor eigen rekening worden ontvangen uit hoofde van hun persoonlijke activiteiten als sportbeoefenaar. Artikel 17 beoogt in geen geval het voordeel van alle aard dat ontstaat wanneer de vergoeding die door een speler is verschuldigd aan zijn makelaar, door een club ten laste wordt genomen.
IV. Belasting over de toegevoegde waarde
A. Inleiding
18. Dit hoofdstuk IV geeft een overzicht van de btw-behandeling van de diensten van btw-belastingplichtigen die diensten van vertegenwoordiging verstrekken aan voetbalspelers en/of voetbalclubs. In de voetbalsector worden ze meestal aangeduid met de begrippen 'tussenpersoon' of 'voetbalmakelaar'.
De voetbalmakelaar is een tussenpersoon tussen clubs en spelers, en dit in het kader van een transfer of arbeidscontractonderhandelingen.
Voetbalmakelaars hebben daarbij als voornaamste taak om de transactie te faciliteren, en dit onder de best mogelijke voorwaarden voor de partij(en) die zij vertegenwoordigen.
Voetbalmakelaars vertegenwoordigen derhalve in principe ofwel de speler ofwel de club.
19. Om verwarring met andere begrippen uit de btw-regelgeving te vermijden, worden deze belastingplichtigen hierna aangeduid met het begrip 'voetbalagent'.
Een voetbalagent kan zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon zijn.
20. De voetbalagent kan diverse activiteiten ontplooien.
Het luik inzake btw van deze circulaire beperkt zich tot de bespreking van prestaties inzake vertegenwoordiging door een voetbalagent:
- met betrekking tot onderhandelingen met als doel een arbeidsovereenkomst te sluiten, te verlengen, te hernieuwen of te beëindigen
- bij een transfer.
Er wordt opgemerkt dat de identiteit van de persoon die de makelaarsvergoeding financieel ten laste neemt (draagt of betaalt), op zich niet bepalend is voor de btw-behandeling van de prestaties van de voetbalagent.
Wie de medecontractant van de voetbalagent is, dient te worden vastgesteld aan de hand van de feitelijke omstandigheden.
In principe is de daadwerkelijke medecontractant (klant) van de voetbalagent de persoon:
- met wie de voetbalagent een contractuele band heeft
- die hem gekozen heeft om hem te vertegenwoordigen
- die hem zijn opdrachten geeft
- aan wie de voetbalagent verantwoording verschuldigd is met betrekking tot voornoemde opdrachten.
De persoon die de makelaarsvergoeding ten laste neemt of draagt (lees: betaalt), zal dus niet steeds de werkelijke medecontractant (klant) van de voetbalagent zijn.
Er kan immers worden overeengekomen dat de voetbalagent geheel of gedeeltelijk wordt betaald door een voetbalclub terwijl zijn eigenlijke medecontractant/klant de voetbalspeler is.
Onderhavige circulaire bespreekt zowel het geval waarin de makelaarsvergoeding van een speler ten laste wordt genomen door de club als door de speler zelf.
B. De vertegenwoordiging door een voetbalagent met betrekking tot onderhandelingen met als doel een arbeidsovereenkomst te sluiten, te verlengen, te hernieuwen of te beëindigen
1. Algemeenheden inzake de vertegenwoordiging
21. Een voetbalagent kan optreden als vertegenwoordiger van een voetbalclub en/of een voetbalspeler.
Als vertegenwoordiger van een voetbalspeler zal de voetbalagent de speler bijstaan in het kader van onderhandelingen met als doel een arbeidsovereenkomst te sluiten, te verlengen, te hernieuwen of te beëindigen bij een voetbalclub.
Omgekeerd kan een voetbalagent ook een voetbalclub bijstaan in het kader van het sluiten, verlengen, hernieuwen of beëindigen van een arbeidsovereenkomst met een voetbalspeler.
22. Naast de onderhandelingen inzake de arbeidsovereenkomst, zal de voetbalagent zijn klant (voetbalspeler of voetbalclub) in principe ook in het algemeen vertegenwoordigen, bijvoorbeeld naar de pers en/of geïnteresseerde spelers/clubs toe. Hij verdedigt dan de belangen van zijn klant.
23. Veelal breiden voetbalagenten hun dienstverlening voor een voetbalclub en/of voetbalspeler uit met diverse opdrachten (bijvoorbeeld het zoeken naar een verblijfplaats voor de speler, een school voor diens kinderen, fiscale adviesverlening, coaching, financieel advies, zoeken naar sponsors, carrière planning, enzovoort).
De btw-behandeling van laatstgenoemde prestaties zal afhangen van de feitelijke omstandigheden. Indien een voetbalagent, naast zijn dienst van vertegenwoordiging, nog bijkomende diensten verstrekt aan zijn opdrachtgever, kan er immers sprake zijn van twee of meer afzonderlijke diensten dan wel van één globale of complexe dienst (19).
(19) Voor een algemene uitleg met betrekking tot deze btw-begrippen, wordt verwezen naar de Btw-Commentaar: Boekwerk I: Belastingplicht en belastbare handelingen, Hoofdstuk 3: Diensten, Afdeling 2, titel 7: Complexe handelingen – Omvang van de handeling.
24. Zijn prestaties als vertegenwoordiger, al dan niet aangevuld met bijkomende opdrachten, kunnen zowel doorlopend, over een bepaalde periode, als eenmalig of occasioneel worden verstrekt.
25. De voetbalagent is in de regel geen contracterende partij bij de onderhandelingen over de arbeidsovereenkomst bij een voetbalclub en hij neemt daarbij ook geen enkele verbintenis voor de rekening van zijn klant.
Hij handelt in die omstandigheid als een tussenpersoon (makelaar) die door zijn opdrachtgever (speler/club) belast wordt om hem in het kader van voornoemde onderhandelingen in contact te brengen met een mogelijke medecontractant (club/speler). Deze dienst wordt beoogd door artikel 18, § 1, tweede lid, 1°, van het Btw-Wetboek.
26. In het kader van de onderhandelingen betreffende een arbeidsovereenkomst, treedt de voetbalagent in principe noch op als een lasthebber (20) noch als een commissionair in de zin van artikel 20, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek (21).
(20) Lastgeving of volmacht is een handeling, waarbij een persoon aan een ander de macht geeft om iets voor de lastgever en in zijn naam te doen. De lasthebber is een tussenpersoon die belast wordt met het stellen van een juridische handeling in naam en voor rekening van zijn klant.
Inzake btw is de lastgeving een dienst die beoogd wordt door artikel 18, § 1, tweede lid, 3°, van het Btw-Wetboek. Een algemene toelichting is beschikbaar in de Btw-Commentaar, Boekwerk I, Hoofdstuk 3: Diensten, Afdeling 3, titel 3: De lastgeving (artikel 18, § 1, tweede lid, 3°, van het Btw-Wetboek), alsook Afdeling 7, titel 1, rubriek C: Commissionair en gelijkgestelde tussenpersoon.
(21) Typerend voor een commissionair, is dat deze handelt in eigen naam maar voor rekening van zijn klant. Artikel 13 van het Btw-Wetboek heeft betrekking op commissionairs die tussenkomen bij leveringen. Wat de commissionairs die tussenkomen bij diensten betreft, is artikel 20, § 1, van het Btw-Wetboek van toepassing. Een commissionair inzake diensten wordt geacht de diensten zelfs te hebben ontvangen en zelf op zijn beurt te hebben verstrekt. Een algemene toelichting is beschikbaar in de Btw-Commentaar, Boekwerk I, Hoofdstuk 3: Diensten, Afdeling 7: Commissionair inzake diensten.
Voor zijn andere prestaties dan diegene inzake vertegenwoordiging in het kader van een arbeidscontract of transfer kan een voetbalagent uiteraard wel optreden als lasthebber in de zin van artikel 18, § 1, tweede lid, 3°, van het Btw-Wetboek of als commissionair in de zin van artikel 13 of 20 van het Btw-Wetboek.
27. De voetbalagent kan worden vergoed voor zijn diensten als vertegenwoordiger van een voetbalclub en/of een voetbalspeler. Voor zijn eventuele bijkomende diensten (bijvoorbeeld het zoeken naar een verblijfplaats voor de speler, een school voor diens kinderen, fiscale adviesverlening, coaching, financieel advies, zoeken naar sponsors, carrière planning, enzovoort), kan hij uiteraard ook worden vergoed. Er kan sprake zijn van een globale prijs voor zijn dienstverlening, dan wel van een aparte prijszetting in functie van de effectief gepresteerde diensten voor zijn klant.
De periodiciteit van de vergoeding van de voetbalagent heeft geen invloed op de btw-behandeling van de door hem verstrekte diensten.
28. De mogelijke contractuele relaties van de voetbalagent, alsook de aard en omvang van de prestaties die hij voor zijn opdrachtgever(s) zal presteren, zijn afhankelijk van de feitelijke omstandigheden. De opgestelde, schriftelijke, contracten zijn uiteraard een belangrijke aanwijzing van de bestaande contractuele relaties van de voetbalagent, en dus inzonderheid van de persoon die de effectieve opdrachtgever is van de voetbalagent.
2. In opdracht van een voetbalspeler
29. Indien de voetbalagent een overeenkomst van vertegenwoordiging sluit met een voetbalspeler, dient laatstgenoemde te worden aangemerkt als de opdrachtgever (klant) van de voetbalagent. De voetbalagent verdedigt dan de belangen van zijn klant-voetbalspeler en is hem verantwoording verschuldigd over de goede uitvoering van zijn opdrachten. Er kan evenwel worden overeengekomen dat de voetbalclub van de speler de voetbalagent geheel of gedeeltelijk vergoedt in de plaats van de speler. De speler blijft dan evenwel de opdrachtgever van de voetbalagent. De loutere financiële tussenkomst van de voetbalclub heeft geen invloed op de btw-behandeling van de diensten die de voetbalagent verstrekt aan de voetbalspeler.
30. Wat de beoefening van zijn sport voor zijn voetbalclub betreft, heeft een voetbalspeler in principe niet de hoedanigheid van een btw-belastingplichtige in de zin van artikel 4, § 1, van het Btw-Wetboek. Niettemin kan een voetbalspeler, naast voornoemde sportbeoefening, eventueel voor andere activiteiten wel die hoedanigheid hebben (zoals bijvoorbeeld voor prestaties inzake reclame).
De btw-hoedanigheid van een voetbalspeler is van belang om de plaats van de dienst van de voetbalagent te bepalen. Het land waar de dienst geacht wordt plaats te vinden, bepaalt de btw-regels die van toepassing zullen zijn op de dienst van de voetbalagent.
31. Voor de bepaling van de plaats van de dienst inzake btw wordt er een onderscheid gemaakt tussen een B2B-relatie, de voetbalspeler is een btw-belastingplichtige, en een B2C-relatie, de voetbalspeler is geen btw-belastingplichtige:
In een B2B-relatie:
- indien de voetbalspeler-klant een gedeeltelijke btw-belastingplichtige is (bijvoorbeeld omdat hij naast sportieve prestaties voor zijn club ook belaste prestaties inzake reclame verricht), vindt de dienst van de voetbalagent plaats waar de voetbalspeler de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd (artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek). Bij gebrek aan een dergelijke zetel, geldt als plaats van de dienst de woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats (ongeacht zijn nationaliteit)
- de dienst inzake vertegenwoordiging van een voetbalagent (ongeacht waar hij gevestigd is) zal dus aan de Belgische btw-regelgeving onderworpen zijn indien de voetbalspeler in België zijn zetel van zijn economische activiteit heeft, of bij gebrek hieraan, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats (ongeacht de nationaliteit van de voetbalspeler).
In een B2C-relatie:
- indien de voetbalspeler geen btw-belastingplichtige is, wordt de plaats van de dienst van de voetbalagent bepaald op grond van artikel 21bis, § 2, 12°, van het Btw-Wetboek (22).
De voetbalagent verleent, voor zijn klant-voetbalspeler, een tussenkomst in het kader van de onderhandelingen met betrekking tot een arbeidsovereenkomst. Indien het een arbeidsovereenkomst betreft die onderworpen in aan de Belgische sociale regelgeving, wordt de dienst van de voetbalagent in België geacht plaats te vinden, ongeacht de vestigingsplaats van de speler, de club of de voetbalagent zelf.
(22) Dit artikel luidt als volgt: '(…) wordt als plaats van de dienst aangemerkt: de plaats waar de hoofdhandeling wordt verricht wanneer het de tussenkomst betreft van een tussenpersoon die niet handelt als bedoeld in artikel 13, § 2.'
Hier wordt de tussenpersoon beoogd, ongeacht of hij optreedt als makelaar of als lasthebber, met uitzondering van een commissionair of ieder ander met een commissionair gelijkgestelde persoon. Voor meer uitleg m.b.t. artikel 21bis, § 2, 12°, van het Btw-Wetboek, wordt verwezen naar de Btw-Commentaar, Boekwerk I, Hoofdstuk 3: Diensten, Afdeling 8, titel 4, rubriek I: Diensten van tussenpersonen.
32. Wanneer de prestatie van de voetbalagent in België plaatsvindt, dienen alle vergoedingen die de voetbalagent hiervoor ontvangt, met inbegrip van eventuele materiële vergoedingen, aan de Belgische btw te worden onderworpen.
33. Indien de voetbalagent, al dan niet bijkomend bij zijn dienst van vertegenwoordiging, extra prestaties verstrekt aan de voetbalspeler (coaching, fiscaal en/of financieel advies, zoektocht naar sponsors, naar een woning, enzovoort), zal de btw-behandeling van de bijkomende prestaties - en eventueel van de vertegenwoordiging - afhangen van de feitelijke omstandigheden. Er kan immers sprake zijn van twee of meer afzonderlijke diensten, dan wel van één globale of complexe dienst.
34. De op de dienst(en) van de voetbalagent verschuldigde btw is opeisbaar overeenkomstig de in de artikelen 22 en 22bis van het Btw-Wetboek vervatte regels. Deze artikelen luiden thans als volgt:
Artikel 22 van het Btw-Wetboek:
'§ 1. Voor diensten vindt het belastbare feit plaats en wordt de belasting opeisbaar op het tijdstip waarop de dienst is verricht.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, worden diensten die aanleiding geven tot opeenvolgende afrekeningen of betalingen, geacht te zijn verricht bij het verstrijken van elke periode waarop een afrekening of betaling betrekking heeft.
Doorlopende diensten waarvoor de belasting wordt verschuldigd door de ontvanger van de dienst krachtens artikel 51, § 2, eerste lid, 1° en die gedurende een periode langer dan één jaar geen aanleiding geven tot afrekeningen of betalingen in die periode worden geacht te zijn verricht bij het verstrijken van elk kalenderjaar totdat de dienst wordt beëindigd.'
Artikel 22bis van het Btw-Wetboek:
'§ 1. In afwijking van artikel 22 wordt voor de diensten met uitsluiting van de in paragraaf 2 bedoelde intracommunautaire diensten, de belasting opeisbaar over het gefactureerde bedrag op het tijdstip waarop de factuur wordt uitgereikt, ongeacht of de uitreiking plaatsvindt vóór of na het tijdstip waarop de dienst is verricht.
De belasting wordt in elk geval opeisbaar op de vijftiende dag van de maand volgend op de maand waarin het belastbare feit bedoeld in artikel 22, heeft plaatsgevonden wanneer geen factuur werd uitgereikt vóór deze datum.
Wanneer de prijs of een deel ervan wordt ontvangen vóór het tijdstip waarop de dienst is verricht, wordt de belasting evenwel opeisbaar over het ontvangen bedrag, op het tijdstip waarop de betaling werd ontvangen.
Deze paragraaf is van toepassing op de diensten waarvoor de belastingplichtige gehouden is een factuur uit te reiken op grond van artikel 53, § 2.
§ 2. Voor de intracommunautaire diensten wordt de belasting opeisbaar op het tijdstip waarop de dienst is verricht overeenkomstig artikel 22.
Wanneer de prijs of een deel ervan wordt ontvangen vóór het tijdstip waarop de dienst is verricht, wordt de belasting evenwel opeisbaar over het ontvangen bedrag, op het tijdstip waarop de betaling wordt ontvangen.
Onder 'intracommunautaire diensten' wordt verstaan, diensten, andere dan die welke in de lidstaat waar deze belastbaar zijn van de belasting zijn vrijgesteld en waarvoor de belasting is verschuldigd door de ontvanger van de dienst krachtens de nationale bepaling die artikel 196 van de Richtlijn 2006/112/EG omzet in de lidstaat waar die diensten belastbaar zijn.
§ 3. In afwijking van artikel 22, wordt voor de diensten verricht door een belastingplichtige die gewoonlijk diensten verricht voor particulieren en waarvoor hij niet verplicht is een factuur uit te reiken, de belasting opeisbaar over het ontvangen bedrag op het tijdstip waarop de betaling of de subsidies als bedoeld in artikel 26, § 1, eerste lid, worden ontvangen.
§ 4. In afwijking van artikel 22 en paragraaf 1, wordt voor de diensten verricht door een belastingplichtige aan publiekrechtelijke lichamen als bedoeld in artikel 6, de belasting opeisbaar over het ontvangen bedrag op het tijdstip waarop de betaling of een deel ervan wordt ontvangen.
Het eerste lid is niet van toepassing op de diensten waarvoor de belasting is verschuldigd door de ontvanger of de medecontractant overeenkomstig artikel 51, §§ 2 en 4.'
Meerdere scenario's zijn mogelijk, bijvoorbeeld in functie van de hoedanigheid van de voetbalspeler (belastingplichtig of niet) en/of diens vestigingsplaats.
Voor een uitgebreide uitleg met betrekking tot die regels, wat diensten betreft, wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3 van de circulaire 2019/C/65 van 09.07.2019 inzake de opeisbaarheid van btw.
35. De dienst inzake vertegenwoordiging betreft in principe een doorlopende dienst die aanleiding geeft tot opeenvolgende afrekeningen of betalingen. De voetbalagent factureert niet of wordt niet per dienst vergoed maar per periode en dit ongeacht de duur ervan. In dat geval wordt de btw opeisbaar bij het verstrijken van elke periode waarop een afrekening of betaling betrekking heeft (artikel 22, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek).
36. Doorlopende diensten waarvoor de belasting wordt verschuldigd door de ontvanger van de dienst krachtens artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek (dit kan enkel indien de dienst gelokaliseerd wordt overeenkomstig artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek en de voetbalspeler ook de schuldenaar van de belasting zou zijn) en die gedurende een periode langer dan één jaar geen aanleiding geven tot afrekeningen of betalingen in die periode, worden geacht te zijn verricht bij het verstrijken van elk kalenderjaar totdat de dienst wordt beëindigd.
37. Hetgeen voorafgaat, inzake de plaats van de dienst en het tijdstip van opeisbaarheid van de btw, blijft van toepassing zelfs indien zou worden overeengekomen dat de voetbalclub de kosten van vertegenwoordiging door een voetbalagent geheel of gedeeltelijk betaalt in de plaats van de voetbalspeler. De door de voetbalagent aangerekende btw is dan in elk geval niet aftrekbaar in hoofde van de voetbalclub.
38. Indien een voetbalspeler, naast zijn eigenlijke activiteiten als sportbeoefenaar voor zijn club, een activiteit heeft die hem de hoedanigheid verschaft van btw-belastingplichtige (bijv. voor activiteiten inzake reclame), is de door de voetbalagent aan hem aangerekende btw, overeenkomstig de normale regels inzake recht op aftrek van de btw, aftrekbaar maar dit slechts in de mate dat de handeling van de voetbalagent betrekking heeft op de belaste activiteit van de voetbalspeler. Dit betekent dat de voetballer moet kunnen aantonen dat deze diensten (of bepaalde diensten) van zijn agent rechtstreeks betrekking hebben op zijn belaste activiteit(en).
3. In opdracht van een voetbalclub
39. Indien de voetbalagent een overeenkomst inzake vertegenwoordiging sluit met een voetbalclub, dient laatstgenoemde te worden aangemerkt als de opdrachtgever (klant) van de voetbalagent. De voetbalagent verdedigt dan de belangen van zijn klant-voetbalclub en is de club verantwoording verschuldigd over de goede uitvoering van zijn opdrachten.
40. Er wordt aangenomen dat de meeste voetbalclubs, minstens voor één van hun activiteiten, de hoedanigheid hebben van btw-belastingplichtige.
Bijgevolg is er steeds een B2B-relatie en wordt, inzake btw, de plaats van de dienst van de voetbalagent bepaald op grond van artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek. De dienst van de voetbalagent vindt dus, inzake btw, in België plaats indien de voetbalclub-klant er zijn zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd. Worden deze diensten evenwel verricht voor een vaste inrichting van de voetbalclub op een andere plaats dan die waar hij de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd, dan geldt als plaats van de dienst de plaats waar deze vaste inrichting zich bevindt.
41. Wanneer de dienst van de voetbalagent in België plaatsvindt, dienen alle vergoedingen die hij ontvangt, met inbegrip van eventuele materiële vergoedingen, aan de Belgische btw te worden onderworpen.
42. De verschuldigde btw is opeisbaar overeenkomstig de in de artikelen 22 en 22bis van het Btw-Wetboek vervatte regels. Voor een uitgebreide uitleg met betrekking tot die regels, wat diensten betreft, wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3 van de circulaire 2019/C/65 van 09.07.2019 inzake de opeisbaarheid van btw.
43. De dienst inzake vertegenwoordiging is in principe een doorlopende dienst die aanleiding geeft tot opeenvolgende afrekeningen of betalingen. De voetbalagent factureert niet of wordt niet per dienst vergoed, maar per periode en dit ongeacht de duur ervan. In dat geval wordt de btw opeisbaar bij het verstrijken van elke periode waarop een afrekening of betaling betrekking heeft (artikel 22, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek).
44. Doorlopende diensten waarvoor de belasting wordt verschuldigd door de ontvanger van de dienst krachtens artikel 51, § 2, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek (dit kan enkel indien de dienst gelokaliseerd wordt overeenkomstig artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek en de voetbalclub ook de schuldenaar van de belasting is) en die gedurende een periode langer dan één jaar geen aanleiding geven tot afrekeningen of betalingen in die periode worden geacht te zijn verricht bij het verstrijken van elk kalenderjaar totdat de dienst wordt beëindigd.
45. Een voetbalclub kan de btw geheven van de dienst van de voetbalagent slechts in aftrek brengen (al dan niet gedeeltelijk) indien de club deze dienst gebruikt voor het verrichten van belaste handelingen. Dit zal onder andere afhangen van het btw-statuut van de voetbalclub. De voetbalclub kan enkel een recht van aftrek uitoefenen, indien ze aantoont dat de dienst van de voetbalagent een rechtstreeks en onmiddellijk verband heeft met de belaste activiteiten van de voetbalclub. Dit betreft een feitenkwestie die o.a. afhangt van de activiteiten die de voetbalclub ontplooit.
C. De tussenkomst van een voetbalagent bij een transfer
1. Algemeenheden over de eigenlijke transfer van een voetbalspeler
46. De transfers van voetbalspelers werd reeds toegelicht middels de beslissing nr. E.T.10.612 van 06.04.1993.
De transfer van een voetbalspeler door voetbalclub A aan voetbalclub B houdt in dat voetbalclub A zijn rechten met betrekking tot deze speler overdraagt (definitieve transfer) of tijdelijk verleent (tijdelijke transfer of uitleenbeurt) aan voetbalclub B.
Deze dienst is, zowel bij een nationale en internationale transfer, in de regel aan de btw onderworpen. Dit geldt ongeacht of het gaat om beroepssporters of niet.
47. De vergoeding die een vorige club krijgt omdat een speler voor een hoger transferbedrag later verder wordt verkocht, is ook onderworpen aan btw.
48. Indien een vergoeding aan de club waar de speler vertrekt, wordt betaald voor een transfer zonder akkoord van deze club ((verplichte of) administratieve transfer), dan kan, in bepaalde omstandigheden, die vergoeding kwalificeren als een schadevergoeding die niet aan de btw onderworpen is.
Bepaalde bedragen verschuldigd aan of door een belastingplichtige kunnen een schadevergoeding vormen die niet aan de btw onderworpen is wanneer de betaling ervan zijn oorzaak vindt in het herstel van een fout. Het gaat dus om een schadeloosstelling en niet om de tegenprestatie van een levering van goederen of van een dienst (23).
(23) Zie Btw-Commentaar, Boekwerk II, Hoofdstuk 6, Afdeling 3 punt 4 B, b).
Opdat hij die schade heeft geleden zijn recht op schadevergoeding kan doen gelden, moeten in principe de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn (24):
- er moet schade bestaan
- de berokkende schade moet het gevolg zijn van het niet-uitvoeren of het niet-tijdig uitvoeren van de verbintenis
- de schuld moet te wijten zijn aan een fout van de schuldenaar
- de schuldenaar moet door de schuldeiser in gebreke zijn gesteld, behalve indien de wet of de overeenkomst het anders bepalen.
(24) Gebaseerd op de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek (artikel 1146 en volgende).
De administratie zal in het bijzonder waakzaam zijn voor de kwalificatie die partijen geven aan vergoedingen die verschuldigd zijn bij een transfer.
De administratieve beslissing nr. E.T.10.612, voormeld, die ervan uitging dat verplichte/administratieve transfers sowieso buiten toepassingssfeer van de btw vallen, wordt op dit punt aangepast.
49. De administratie aanvaardt reeds geruime tijd dat de transfers van jeugdspelers waarbij de betrokken speler op 1 augustus volgend op het sluiten van de transfer de leeftijd van 16 jaar niet heeft bereikt, niet aan de btw onderworpen zijn.
Bij een transfer, ook een tijdelijke (uitleenbeurt), met lichting van de optie na 16 jaar is er wel btw verschuldigd over de aangerekende vergoeding.
50. Wanneer een voetbalclub, naar aanleiding van de transfer van een speler die de leeftijd van 23 jaar nog niet heeft bereikt, een opleidingsvergoeding ontvangt van een andere club overeenkomstig de reglementen die uitgaan van de FIFA betreffende het statuut en de transfer van spelers, dan vormt deze opleidingsvergoeding in principe niet de tegenprestatie van een handeling als bedoeld in het Btw-Wetboek (zie beslissing nr. E.T.109.759 van 08.08.2005). Dergelijke vergoeding is bijgevolg niet aan de belasting onderworpen.
51. Een transferovereenkomst wordt steeds gesloten tussen twee voetbalclubs. De bepaling van de plaats van de dienst van een transfer van een voetbalspeler, betreft dus steeds een B2B-relatie tussen twee voetbalclubs.
Opdat een transfer aan de Belgische btw onderworpen zou zijn, dient de transfer aldus overeenkomstig artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek in België plaats te vinden. Dit is het geval indien de aanwervende voetbalclub die de rechten op de speler verkrijgt, in België zijn zetel van economische activiteit heeft. De plaats van vestiging van de verkopende of uitlenende club is niet van belang.
52. De verschuldigde btw met betrekking tot de transferovereenkomst is opeisbaar overeenkomstig de in de artikelen 22 en 22bis van het Btw-Wetboek vervatte regels. Voor een uitgebreide uitleg met betrekking tot die regels, wat diensten betreft, wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3 van de circulaire 2019/C/65 van 09.07.2019 inzake de opeisbaarheid van btw.
53. De btw geheven van de transfer kan, in hoofde van de aanwervende club, overeenkomstig de gewone regels aftrekbaar zijn (zie artikelen 45 en 46 van het Btw-Wetboek).
2. Tussenkomst van een voetbalagent voor een transfer en in opdracht van een voetbalclub
54. De transfer van een voetbalspeler door voetbalclub A aan voetbalclub B is in de regel aan de btw onderworpen.
De voetbalagent kan zijn diensten inzake het regelen van transfers zowel voor de verwervende als voor de verkopende of uitlenende club verrichten. Deze diensten zijn in de regel eveneens aan btw onderworpen.
55. De voetbalagent is geen contracterende partij bij de onderhandelingen in het kader van een transfer van een voetbalspeler. Hij verricht ook geen rechtshandelingen in naam en voor rekening van zijn opdrachtgever.
56. Indien een voetbalagent in opdracht van een voetbalclub gelast wordt met de transfer, inkomend of uitgaand, van een speler, betreft het een dienst in een B2B-relatie.
De plaats van de dienst van de voetbalagent voor de voetbalclub-opdrachtgever wordt, inzake btw, bepaald op grond van artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek. Dit betekent dat zijn dienst aan de Belgische btw onderworpen is indien zijn opdrachtgever een voetbalclub is die in België zijn zetel van zijn economische activiteit heeft. De plaats van vestiging of vaste inrichting van de voetbalagent is niet van belang. De plaats van vestiging of vaste inrichting van zijn klant - de verwervende, de verkopende of uitlenende voetbalclub - bepaalt inzake btw de plaats van de door de voetbalagent verstrekte dienst.
Wanneer de prestatie van de voetbalagent in België plaatsvindt, dienen alle vergoedingen die de voetbalagent hiervoor ontvangt, met inbegrip van eventuele materiële vergoedingen, aan de Belgische btw te worden onderworpen.
57. De tussenkomst van een voetbalagent op vraag van een voetbalclub bij een transfer is steeds een belaste handeling. Het maakt niet uit of de voetbalagent tussenkomt bij een belastbare transfer, dan wel een transfer die buiten de werkingssfeer van de btw valt, of nog een transfer die niet in België wordt gelokaliseerd overeenkomstig de btw-regels.
58. De verschuldigde btw is opeisbaar overeenkomstig de in de artikelen 22 en 22bis van het Btw-Wetboek vervatte regels. Voor een uitgebreide uitleg met betrekking tot die regels, wat diensten betreft, wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3 van de circulaire 2019/C/65 van 09.07.2019 inzake de opeisbaarheid van btw.
59. De verschuldigde btw met betrekking tot de tussenkomst van de voetbalagent bij de transfer is, in hoofde van de club die opdracht heeft gegeven aan de voetbalagent, overeenkomstig de gewone regels aftrekbaar (zie artikelen 45 en 46 van het Btw-Wetboek).
D. Schuldenaar van de btw
1. Algemeen
60. Wanneer de Belgische btw verschuldigd is op de prestaties van de voetbalagent, dient te worden nagegaan wie de schuldenaar van die btw is. Het gaat hier om het bepalen wie de verschuldigde btw moet afdragen aan de staat. Dit is vooral van belang in een internationale context.
Artikelen 51 en volgende van het Btw-Wetboek omschrijven de regels voor de bepaling van de schuldenaar.
Voor meer informatie over de betrokken principes en regels wordt verwezen naar de Btw-Commentaar, Boekwerk IV, Hoofdstuk 13, Afdeling 10.
61. In het kader van deze circulaire, wordt alvast gewezen op volgende algemene principes.
Artikel 51, § 1, van het Btw-Wetboek bevat het algemeen principe inzake de bepaling van de schuldenaar.
De belasting is verschuldigd:
- door de belastingplichtige die in België een belastbare levering van goederen of een belastbare dienst verricht
- door degene die in België een belastbare intracommunautaire verwerving van goederen verricht
- door eenieder die op een factuur of op een als zodanig geldend stuk de belasting over de toegevoegde waarde vermeldt, zelfs indien hij geen goed heeft geleverd noch een dienst heeft verstrekt. Hij wordt schuldenaar van de belasting op het tijdstip van het uitreiken van de factuur of het stuk.
62. In principe is het, krachtens artikel 51, § 1, 1°, van het Btw-Wetboek, de belastingplichtige die de handeling stelt (in casu de voetbalagent) die de schuldenaar is van de belasting wanneer de belastbare handeling plaatsvindt in België.
63. Wanneer de voetbalagent evenwel in het buitenland is gevestigd en er op zijn prestaties Belgische btw verschuldigd is, dient in bepaalde gevallen toepassing te worden gemaakt van de regels inzake verlegging van heffing als voorzien in artikel 51, § 2, van het Btw-Wetboek.
Ingevolge de verlegging van heffing wordt de ontvanger van de dienst dan de schuldenaar van de verschuldigde btw. De toepassing van de verlegging van heffing kan enkel indien de daartoe voorziene voorwaarden voldaan zijn. Indien dat niet het geval is, blijft de in het buitenland gevestigde voetbalagent schuldenaar van de btw.
De verlegging van heffing heeft tot doel om de toepassing van de btw-wetgeving te vereenvoudigen door zoveel als mogelijk tegen te gaan dat een buitenlandse belastingplichtige zich verplicht moet identificeren op het Belgisch grondgebied.
In bepaalde gevallen is de verlegging van de heffing eveneens bedoeld om de fraude te bestrijden. En door de heffing van de btw door de in België gevestigde afnemers te verzekeren, wordt vermeden dat de soms onbetrouwbare en moeilijk te traceren belastingplichtigen de door hen geïnde btw niet storten aan de Schatkist.
Hierna volgen de voor voetbalagenten relevantste bepalingen inzake de verlegging van heffing. Voor een meer complete uitleg betreffende de bepaling van de schuldenaar wordt verwezen naar de Btw-Commentaar.
2. Verlegging van heffing als de dienst van de voetbalagent wordt gelokaliseerd op grond van artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek
64. Wanneer de voetbalagent niet in België is gevestigd (25) en zijn dienst in België geacht wordt plaats te vinden op grond van artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek, is de verlegging van heffing van toepassing (zie artikel 51, § 2, 1°, van het Btw-Wetboek). Het is dan irrelevant of de belastingplichtige-klant al dan niet gehouden is tot de indiening van periodieke btw-aangiften. In zover de schuldenaar van de btw niet gehouden is tot het indienen van een periodieke aangifte, moet hij de verschuldigde btw aangeven via de in artikel 53ter van het Btw-Wetboek bedoelde bijzondere btw-aangifte.
(25) Voor meer uitleg met betrekking tot 'een niet in België gevestigde dienstverrichter' voor de toepassing van deze verlegging van heffing, wordt verwezen naar de Btw-Commentaar, Boekwerk IV, Hoofdstuk 13, Afdeling 10, titel 3, rubriek A, subrubriek 1.1).
Voorbeeld: een Nederlandse voetbalagent regelt een transfer van een Nederlandse voetbalspeler in opdracht van een Belgische voetbalclub (btw-belastingplichtig). De plaats van de dienst van de voetbalagent wordt in België gelokaliseerd op grond van artikel 21, § 2, van het Btw-Wetboek. Op zijn factuur mag de Nederlandse voetbalagent evenwel geen btw vermelden maar in de plaats daarvan een vermelding 'btw verlegd'. Het is de Belgische voetbalclub die de verschuldigde btw (berekend aan het tarief van 21 %) zal afdragen aan de staat.
3. Veralgemeende verlegging van heffing voor handelingen door een buitenlandse belastingplichtige
65. Artikel 51, § 2, eerste lid, 5°, van het Btw-Wetboek verlegt de heffing van de belasting naar de persoon die de handeling afneemt wanneer de volgende voorwaarden samen zijn vervuld:
1. de belastingplichtige die de handeling verricht is niet gevestigd in België
2. de klant van de handeling is:
a. hetzij een in België gevestigde belastingplichtige die gehouden is tot het indienen van een aangifte als bedoeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°, van het Btw-Wetboek (periodieke btw-aangifte)
b. hetzij een niet in België gevestigde belastingplichtige, die voor de btw is geïdentificeerd onder een individueel nummer, met erkenning van een aansprakelijke vertegenwoordiger (artikel 55, § 1 of § 2, Btw-Wetboek)
3. de belastbare handeling is niet bedoeld in artikel 51, § 2, 1°, 2° of 6°, van het Btw-Wetboek, noch vrijgesteld of verricht met vrijstelling van de belasting krachtens de artikelen 39 tot 44bis van het Btw-Wetboek.
4. Toepassing van de algemene regel van de verschuldigdheid wanneer de dienst van de voetbalagent wordt gelokaliseerd op grond van artikel 21bis, § 2, 12°, van het Btw-Wetboek (B2C)
66. Verwezen wordt naar nummer 31 hiervoor voor wat betreft de plaatsbepaling van de dienst verricht voor een niet-belastingplichtige.
Indien de voetbalagent gevestigd is buiten België en er Belgische btw verschuldigd is over zijn tussenkomst, zal hij overeenkomstig artikel 51, § 1, 1°, van het Btw-Wetboek, de schuldenaar zijn van de Belgische btw.
Deze voetbalagent heeft bijgevolg in principe de verplichting om zich te laten identificeren voor de btw in België gezien hij er schuldenaar is van de btw (art. 50, § 1, 3°, van het Btw-Wetboek).
Voor de voldoening van de Belgische btw, kan hij echter zich laten identificeren voor de facultatieve bijzondere regeling OSS (in een andere lidstaat voor Unieregeling (art. 58quater, van het Btw-Wetboek) of in België of in een andere lidstaat voor niet-Unieregeling (art. 58ter, van het Btw-Wetboek)) (sinds 01.07.2021). Via deze aangifte OSS kan hij ook de btw voldoen die op dergelijke diensten verschuldigd zou zijn in andere lidstaten waar hij niet is gevestigd, bijgevolg dient hij geen gewone periodieke btw-aangiften in te dienen in elke lidstaat waar hij btw verschuldigd is op deze diensten en is er ook geen btw-identificatie vereist in elk van die lidstaten.
Voor een uitgebreide toelichting m.b.t. deze bijzondere regeling OSS wordt verwezen naar de circulaire 2021/C/72 van 27.07.2021 betreffende de btw-regeling voor grensoverschrijdende e-commerceactiviteiten tussen ondernemingen en consumenten (B2C relatie) en naar de Btw-Commentaar, Boekwerk VI, Hoofdstuk 16, Afdeling 10, titels 2, 3 en 4.
E. Opmerking
67. Het luik inzake btw geldt mutatis mutandis voor voetbalmakelaars die voetbaltrainers vertegenwoordigen of die tussenkomen bij de transfer van een voetbaltrainer.
Interne ref.: 729.281 - 138.001
Bron: Fisconetplus