De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 16/03/2023 de Circulaire 2023/C/28 over gewestelijke premies voor startende zelfstandigen.
Deze circulaire bespreekt het belastingstelsel van gewestelijke premies voor startende zelfstandigen.
1. Op het terrein zou er onduidelijkheid heersen over het belastingstelsel dat van toepassing is op gewestelijke premies voor startende zelfstandigen.
2. Het gaat meer bepaald om de volgende gewestelijke premies:
- de Vlaamse jobbonus plus voor startende zelfstandigen (1)
- de Vlaamse transitiepremie (2)
- de Waalse financiële incentive 'Airbag' (3)
- en de premie voor zelfstandigen van het Brussels Hoofdstedelijk gewest (4).
(1) Decreet van 15.07.2022 tot regeling van de toekenning van een jobbonus plus voor startende zelfstandigen (BS 14.09.2022, Numac 2022015539); besluit van de Vlaamse Regering van 10.11.2022 tot uitvoering van het decreet van 15.07.2022 tot regeling van de toekenning van een jobbonus plus voor startende zelfstandigen (BS 01.12.2022, Numac 2022042838).
(2) Decreet van 22.12.2017 houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren (BS 09.02.20218, Numac 201810227); besluit van de Vlaamse Regering van 23.02.2018 tot uitvoering van het decreet van 22.12.2017 houdende een premie om de transitie van werkzoekenden naar ondernemerschap te stimuleren (BS 09.03.2018, Numac 201811208).
(3) Decreet van 27.10.2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit (BS 16.11.2011, Numac 2011205731); besluit van de Waalse Regering van 03.05.2012 tot uitvoering van het decreet van 27.10.2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit (BS 23.05.2012, Numac 2012202797).
(4) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21.12.2017 tot instelling van een premie voor zelfstandigen (BS 03.01.2018, Numac 201741022); besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21.01.2021 tot invoering van een uitzonderlijke premie die afwijkt van het systeem dat werd ingevoerd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21.12.2017 tot instelling van een premie voor zelfstandigen (BS 28.01.2021, Numac 202140191).
3. Hierna volgt het belastingstelsel dat van toepassing is op voormelde premies.
4. Op het vlak van de inkomstenbelastingen maken die premies in hoofde van de startende zelfstandige een belastbaar beroepsinkomen uit, dat naargelang het geval kwalificeert als:
- hetzij winst uit een nijverheids-, handels- of landbouwonderneming (5)
- hetzij een baat (6), wanneer de prestaties worden geleverd door een beoefenaar van een vrij beroep, ambt of post, of een andere winstgevende bezigheid waarvan de inkomsten niet als winst of bezoldigingen zijn aan te merken
- hetzij winst of baten van een vorige beroepswerkzaamheid (7), wanneer de premie wordt verkregen na de stopzetting van de zelfstandige activiteit
- hetzij een bezoldiging van bedrijfsleiders (8).
(5) In de zin van art. 23, § 1, 1°, 24 en 25, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).
(6) In de zin van art. 23, § 1, 2° en 27, WIB 92.
(7) In de zin van art. 28, eerste lid, 2°, WIB 92.
(8) In de zin van art. 23, § 1, 4°, 30, 2° en 32, WIB 92.
5. Immers, overeenkomstig art. 23, § 1, WIB 92, zijn beroepsinkomsten inkomsten die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen uit werkzaamheden van alle aard en de daarmee gelijkgestelde inkomsten. Gelet op de zeer algemene bewoordingen van deze wettelijke bepalingen, is, om op fiscaal vlak te kunnen besluiten tot het bestaan van een belastbaar inkomen, in essentie vereist, doch volstaat het, dat er in hoofde van de belastingplichtige een verrijking gebeurt, en dat deze verrijking daarbij rechtstreeks of onrechtstreeks te verklaren is door de uitoefening van een beroepswerkzaamheid. Dit is in casu het geval voor de voormelde premies. Wie geen zelfstandige in hoofdberoep is, komt immers niet in aanmerking voor die premies.
6. De voormelde premies zijn gezamenlijk belastbaar tegen het progressief tarief, tenzij de premie zou kwalificeren als winst of baten van een vorige beroepswerkzaamheid. In dat laatste geval is die premie in principe afzonderlijk belastbaar tegen de gemiddelde aanslagvoet met betrekking tot het geheel van de belastbare inkomsten van het laatste vorige jaar waarin de belastingplichtige twaalf maanden belastbare beroepsinkomsten heeft gehad (9), behoudens wanneer de volledige samentelling van die inkomsten met de andere inkomsten voordeliger is.
(9) Toepassing van art. 171, 5°, c, WIB 92.
7. Jaarlijks verzoekt de Algemene Administratie van de Fiscaliteit de openbare diensten (10) alle inlichtingen te verstrekken welke nodig zijn voor de vestiging van de door de staat geheven belasting. Inlichtingen m.b.t. toegekende toelagen, subsidies, leningen, premies, enz. van meer dan 620 euro (exclusief btw) per jaar en per verkrijger moeten meegedeeld worden via een fiche 281.93.
(10) Onder 'openbare diensten' worden hier bedoeld: de bestuursdiensten van de staat, de besturen van de Gemeenschappen, Gewesten, provincies, agglomeraties, de federaties van gemeenten en de gemeenten zomede de openbare instellingen en inrichtingen.
8. Bijgevolg moeten de schuldenaars van voormelde premies de toegekende premie vermelden op een fiche nr. 281.93 op naam van de verkrijger, voor zover de premie meer bedraagt dan 620 euro (exclusief btw) per jaar en per verkrijger.
9. De fiche 281.93 kwalificeert op zich het inkomen niet. De verkrijger moet die premie dus zelf correct kwalificeren en in zijn aangifte in de personenbelasting voor het desbetreffende inkomstenjaar vermelden tegenover de daartoe bestemde code.
Bron: Fisconetplus