De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 04/05/2023 de Circulaire 2023/C/51 betreffende de aanvulling en wijziging van circulaire 2020/C/50.
Deze circulaire bevat aanvullingen en wijzigingen aan circulaire 2020/C/50 van 02.04.2020.
1. Punt 7.4.3.3.5 van circulaire 2020/C/50 van 02.04.2020 wordt als volgt aangevuld:
'Sinds 01.01.2013 moet de factuur overeenkomstig artikel 226, 11bis) van de richtlijn 2006/112/EG de uniforme vermelding 'btw verlegd' bevatten, wanneer de afnemer gehouden is tot voldoening van de btw (zie artikel 5, § 1, 9°bis, van het koninklijk besluit nr. 1, van 29.12.1992 wanneer B niet in de Gemeenschap is gevestigd of ingeval van self-billing).
De vereenvoudiging voor driehoeksverkeer is facultatief. Het is dus de vermelding 'btw verlegd' die ervoor zorgt dat de eindafnemer (C) van de levering op de hoogte is van zijn fiscale verplichtingen. De btw-verleggingsregeling houdt immers in dat er geen btw wordt betaald tussen de leverancier (B) en de eindafnemer (C) voor wie een levering wordt verricht (C) omdat het laatstgenoemde is die de belasting voor deze levering verschuldigd is. Er mag daaromtrent dus geen onzekerheid bestaan.
De vermelding 'btw verlegd' is dus een materiële voorwaarde voor de toepassing van de vereenvoudigingsregeling inzake driehoeksverkeer.
Bijgevolg is de eindafnemer (C) bij een driehoekstransactie niet geldig als de tot voldoening van de btw gehouden persoon aangewezen en is de vereenvoudiging niet van toepassing, wanneer de factuur van de tussenhandelaar (B) niet de vermelding 'btw verlegd' bevat.
Bovendien kan de weglating van de vermelding 'btw verlegd' op een factuur niet achteraf worden gecorrigeerd door toevoeging van een vermelding die aangeeft dat de factuur betrekking heeft op een intracommunautaire driehoekstransactie en dat de belastingschuld wordt verlegd naar degene voor wie de levering bestemd is (Hof van Justitie van de Europese Unie, Arrest Luxury Trust Automobil GmbH, zaak C-247/21, van 08.12.2022).'
In punt 7.4.3.4. van circulaire 2020/C/50 wordt de vijfde alinea als volgt vervangen:
'B moet C aanduiden als schuldenaar van de btw over de tweede levering (B-C) aan de hand van de vermelding 'btw-verlegd' op de factuur die hij aan laatstgenoemde moet uitreiken.'
Punt 7.4.4.3.5. van circulaire 2020/C/50 wordt als volgt aangevuld:
'Sinds 01.01.2013 moet de factuur overeenkomstig artikel 226, 11bis) van de richtlijn 2006/112/EG de uniforme vermelding 'btw verlegd' bevatten, wanneer de afnemer gehouden is tot voldoening van de btw (zie artikel 5, § 1, 9°bis, van het koninklijk besluit nr. 1, van 29.12.1992 als België de lidstaat is waar de leverancier de zetel van zijn economische activiteit of een vaste inrichting heeft gevestigd van waaruit hij de levering verricht, behalve ingeval van self-billing).
De vereenvoudiging voor driehoeksverkeer is facultatief. Het is dus de vermelding 'btw verlegd' die ervoor zorgt dat de eindafnemer (C) van de levering op de hoogte is van zijn fiscale verplichtingen. De btw-verleggingsregeling houdt immers in dat er geen btw wordt betaald tussen de leverancier (B) en de eindafnemer (C) omdat het laatstgenoemde is die de belasting voor deze levering verschuldigd is. Er mag daaromtrent dus geen onzekerheid bestaan.
De vermelding 'btw verlegd' is dus een materiële voorwaarde voor de toepassing van de vereenvoudigingsregeling inzake driehoeksverkeer.
Bijgevolg is de eindafnemer (C) bij een driehoekstransactie niet geldig als de tot voldoening van de btw gehouden persoon aangewezen en is de vereenvoudiging niet van toepassing, wanneer de factuur van de tussenhandelaar (B) niet de vermelding 'btw verlegd' bevat.
Bovendien kan de weglating van de vermelding 'btw verlegd' op een factuur niet achteraf worden gecorrigeerd door toevoeging van een vermelding die aangeeft dat de factuur betrekking heeft op een intracommunautaire driehoekstransactie en dat de belastingschuld wordt verlegd naar degene voor wie de levering bestemd is (Hof van Justitie van de Europese Unie, Arrest Luxury Trust Automobil GmbH, zaak C-247/21, van 08.12.2022).'
In punt 7.4.4.4. van circulaire 2020/C/50 wordt de vierde alinea als volgt vervangen:
'B moet C aanduiden als schuldenaar van de btw over de tweede levering (B-C) aan de hand van de vermelding 'btw-verlegd' op de factuur die hij aan laatstgenoemde moet uitreiken.'
In punt 7.5.1.1. van circulaire 2020/C/50 wordt de voorlaatste alinea als volgt vervangen:
'Het feit dat B ook gevestigd is in lidstaat 1, verhindert de toepassing van de vereenvoudigingsregeling niet. Dit houdt dus onder meer in dat hij de handeling onder zijn btw-identificatienummer van die andere lidstaat verricht en dat btw-identificatienummer meedeelt aan A en dat hij een factuur uitreikt die uitdrukkelijk C aanduidt als schuldenaar van de btw over de tweede levering (levering B-C) door middel van de vermelding 'btw verlegd'.'
In punt 7.5.3.1. van circulaire 2020/C/50 wordt de voorlaatste alinea als volgt vervangen:
'Dit houdt dus onder meer in dat hij de handeling onder zijn btw-identificatienummer van die andere lidstaat verricht en dat btw-identificatienummer meedeelt aan A en dat hij een factuur uitreikt die uitdrukkelijk C aanduidt als schuldenaar van de btw over de tweede levering (levering B-C) door middel van de vermelding 'btw verlegd'.'
In punt 7.6.1.2. van circulaire 2020/C/50 wordt de laatste alinea als volgt vervangen:
'B moet C aanduiden als schuldenaar van de btw over de tweede levering (B-C) aan de hand van de vermelding 'btw verlegd' op de factuur die hij aan laatstgenoemde moet uitreiken.'
In punt 7.6.2.2. van circulaire 2020/C/50 wordt de derde alinea als volgt vervangen:
'C moet D aanduiden als schuldenaar van de btw over de derde levering (C-D) aan de hand van de vermelding 'btw verlegd' op de factuur die hij aan laatstgenoemde moet uitreiken.'
2. In Punt 4.2.3.2.3. wordt, met ingang van 01.12.2022, in de vierde alinea, eerste streepje, de woorden: 'een verklaring van het overschrijden van die drempel in te dienen op het controlekantoor van de belasting over de toegevoegde waarde (controlecentrum) waaronder hij ressorteert, voorafgaand aan de eerste intracommunautaire verwerving van goederen die aanleiding geeft tot de overschrijding.' Als volgt vervangen: 'voorafgaand aan de eerste intracommunautaire verwerving die aanleiding geeft tot de drempeloverschrijding, een verklaring van drempeloverschrijding in te dienen door middel van de aangifte bedoeld in artikelen 1 (E-604A), 2 (E-604B) of 7bis van koninklijk besluit nr. 10 van 29.12.1992.'
In punt 4.2.3.2.5. wordt de tweede alinea als volgt vervangen: 'De keuzeverklaring moet worden ingediend door middel van de aangifte bedoeld in artikel 1 (E-604A), 2 (E-604B) of 7bis van het koninklijk besluit nr. 10 van 29.12.1992.'
3. In punt 5.3.7., derde alinea, eerste streepje, worden de woorden '…15, §§ 1 en 2, van het Btw-Wetboek (verkopen op afstand)' vervangen door '15, §§ 1, 2 of 2bis, van het Btw-Wetboek (afstandsverkopen)' (wijziging met ingang van 01.07.2021, waarbij '2bis' met ingang van 01.01.2022);
In punt 5.3.7.1 wordt de tweede alinea als volgt vervangen: 'Overeenkomstig artikel 15, §§ 2 en 2bis, van het Btw-Wetboek vinden de in dat artikel bedoelde afstandsverkopen plaats in de lidstaat waar de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer aankomt, als de in dat artikel bepaalde voorwaarden zijn voldaan.' (wijziging met ingang van 01.07.2021, waarbij '2bis' met ingang van 01.01.2022);
4. Rekening houdend met circulaires 2021/C/72 en 2021/C/73 worden voor de duidelijkheid volgende wijzigingen aangebracht aan circulaire 2020/C/50 (het betreft wijzigingen met ingang van 01.07.2021):
'(in onderstaand voorbeeld gaan we ervan uit dat er geen sprake is van afstandsverkopen die in België plaatsvinden tenzij anders vermeld)'.
De vierde verrichting in de tabel wordt vervangen als volgt:
De aankoop van bureaumateriaal bij een belastingplichtige-indiener uit lidstaat 3 voor een prijs 500 euro excl. btw. In dit voorbeeld verricht de leverancier een intracommunautaire afstandsverkoop die plaatsvindt in België en rekent hij Belgische btw aan. | NEE (intracommunautaire afstandsverkoop die in België plaatsvindt) |
Die overbrenging van de materialen geeft in België aanleiding tot een bestemming die wordt gelijkgesteld met een intracommunautaire verwerving onder bezwarende titel (artikel 25quater, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek). Enkel voor deze bestemming zou de aannemer zich moeten identificeren voor btw-doeleinden.
De administratie aanvaardt onder bepaalde voorwaarden bij tolerantie dat de in een andere lidstaat gevestigde aannemer zich niet in België hoeft te identificeren voor btw-doeleinden en geen periodieke aangiften moet indienen. In het kader van de tolerantie wordt de met een intracommunautaire verwerving gelijkgestelde bestemming vrijgesteld overeenkomstig artikel 40bis van het Btw-Wetboek.';
De twee alinea wordt als volgt vervangen:
Indien echter de leverancier vanuit een andere lidstaat naar België zowel:
intracommunautaire leveringen van goederen verricht aan verwervers die in België gehouden zijn om al hun intracommunautaire verwervingen van goederen aan de btw te onderwerpen;
intracommunautaire afstandsverkopen verricht, die overeenkomstig artikel 15, § 1, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek in België plaatsvinden, aan verwervers die in België niet gehouden zijn om hun intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten aan de btw te onderwerpen;
kan de administratie bij wijze van proef en voor zover de lidstaat van vertrek zich hier niet tegen verzet, aanvaarden dat de tolerantie van 5.5.1. gemakkelijkheidshalve toch wordt toegepast voor al deze leveringen, behalve wanneer de leverancier heeft gekozen om de btw te voldoen via de OSS-unieregeling (zie in dit verband artikel 369ter, tweede alinea, van de richtlijn 2006/112/EG).';
5. Verder worden nog volgende technische verbeteringen aangebracht aan circulaire 2020/C/50:
Bron: Fisconetplus