Circulaire 2023/C/55 over de coronapremie

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 15/05/2023 de Circulaire 2023/C/55 over de coronapremie.

Deze circulaire bespreekt de artikelen 56 tot 65 van de wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021).


Inhoudstafel

I. Inleiding

II. Bespreking

A. Welke maatregelen?

1. Vrijstelling (bij de werknemer)

2. Aftrekbaarheid als beroepskost (bij de werkgever)

B. Welke voorwaarden?

1. Aard

2. Toekenningsprocedure

3. Niet-inwisselbaar karakter

4. Op naam

5. Geldigheid

6. Vorm

7. Grenzen

C. Worden bedrijfsleiders ook beoogd?

III. Inwerkingtreding

IV. Wetgeving

I. INLEIDING

1. Op sociaal vlak wordt het voordeel dat onder de vorm van een coronapremie wordt toegekend in ondernemingen die goede resultaten hebben behaald tijdens de COVID-19-crisis, niet als loon beschouwd mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan (1). De coronapremie is vrijgesteld van sociale bijdragen voor de werknemer en is onderworpen aan een bijzondere werkgeversbijdrage van 16,5 %.

(1) Art. 19quinquies, § 4, van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd door art. 2, van het koninklijk besluit van 21.07.2021 (hierna, KB 28.11.1969).

De coronapremie wordt toegekend onder de vorm van cheques.

2. Indien aan alle voorwaarden is voldaan, is de coronapremie vrijgesteld van inkomstenbelasting bij de verkrijger en een aftrekbare beroepskost bij de werkgever (2).

(2) Art. 56 tot 65 van de wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (hierna, W 18.07.2021).

II. BESPREKING

A. Welke maatregelen?

1. VRIJSTELLING (BIJ DE WERKNEMER)

3. De coronapremie toegekend vanaf 01.08.2021 op basis van een collectieve of individuele overeenkomst gesloten uiterlijk op 31.12.2021, is vrijgesteld van inkomstenbelasting bij de werknemer, op voorwaarde dat alle voorwaarden opgenomen in de sociale regelgeving zijn vervuld (3).

(3) Art. 63, W 18.07.2021.

4. De coronapremie die wordt toegekend zonder dat is voldaan aan alle voorwaarden die gelden voor de vrijstelling, is bij de verkrijger belastbaar als bezoldiging.

5. Voormelde premie is ook vrijgesteld van inkomstenbelasting wanneer de beslissing tot toekenning van de premie en het recht op de premie is vastgesteld op basis van een collectieve of individuele overeenkomst gesloten tijdens de periode van 01.08.2021 tot 31.12.2021, maar de premie pas door de uitreiker ter beschikking van de werknemer wordt gesteld in de loop van januari, februari of maart 2022.

6. Binnen de drie maanden na de vervaldatum van de coronapremie kan de werknemer bij de uitgever een eenmalige aanvraag doen tot reactivering van de premie. De gereactiveerde coronapremie heeft een geldigheidsduur van drie maanden. In dat geval blijft voldaan aan de voorwaarden voor de vrijstelling van inkomstenbelasting van de coronapremie.

2. AFTREKBAARHEID ALS BEROEPSKOST (BIJ DE WERKGEVER)

7. Voor de werkgever zijn de coronapremie en de erop betrekking hebbende bijzondere sociale bijdrage aftrekbaar als beroepskosten (4).

(4) Art. 64, W 18.07.2021.

8. Als één van de in art. 19quinquies, § 4, KB 28.11.1969, vermelde voorwaarden niet is vervuld, wordt de coronapremie bij de werknemer voor het totale bedrag als een belastbaar voordeel van alle aard beschouwd. In dat geval moet de coronapremie, om aftrekbaar te zijn bij de werkgever, overeenkomstig art. 57, 2°, WIB 92, worden vermeld op de passende individuele fiche (281.10 of 281.20) onder de belastbare bezoldigingen.

B. Welke voorwaarden?

9. De cumulatieve voorwaarden waaronder de vrijstelling wordt verleend, worden hieronder uiteengezet (5):

(5) Art. 19quinquies, § 1 tot 4, KB 28.11.1969.

1. AARD

10. De coronapremie mag niet worden toegekend ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of van enig ander voordeel of van een aanvulling bij het voorgaande, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid.

2. TOEKENNINGSPROCEDURE

11. Wat de privésector betreft, moet de toekenning van de coronapremie vervat zijn in:

- een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak

- of, in elk geval, een schriftelijke individuele overeenkomst wanneer een collectieve arbeidsovereenkomst niet kan worden gesloten bij gebrek aan een syndicale delegatie of wanneer het gaat om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat deze door een dergelijke overeenkomst wordt beoogd.

12. Wat de openbare sector betreft, moet de toekenning van de coronapremie zijn voorzien in een reglementaire handeling die het voorwerp heeft uitgemaakt van een onderhandeling in het daarvoor bevoegde onderhandelingscomité.

3. NIET-INWISSELBAAR KARAKTER

13. De coronapremie mag uitsluitend onder de vorm van cheques worden toegekend en mag noch geheel, noch gedeeltelijk voor geld worden omgeruild.

4. OP NAAM

14. De coronapremie wordt op naam van de werknemer afgeleverd.

Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en het totale bedrag van de coronapremie voorkomen op de individuele rekening van de werknemer, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van de sociale documenten.

5. GELDIGHEID

15. De beslissing tot toekenning en het ontstaan van het recht op de coronapremie moet zich situeren vóór 01.01.2022 en zijn opgenomen in een overeenkomst (naargelang het geval, CAO of individuele) afgesloten uiterlijk op 31.12.2021.

De coronapremie mag enkel worden uitgereikt tussen 01.08.2021 en 31.03.2022.

16. De coronapremie op papieren drager vermeldt duidelijk dat hij geldig is tot 31.12.2022 en moet duidelijk zijn uitgiftedatum vermelden.

De coronapremie in elektronische vorm is eveneens geldig tot 31.12.2022.

17. Binnen drie maanden na de vervaldatum van de coronapremies, kan de werknemer de uitgever ervan een eenmalige aanvraag doen tot reactivering. De gereactiveerde coronapremies hebben een geldigheidsduur van drie maanden.

18. De coronapremie mag enkel worden besteed in:

1° de inrichtingen die ressorteren onder de horecasector of de kleinhandelszaken die, in de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument in de vestigingseenheid, goederen aanbieden aan de consument, met inbegrip van de hersteldiensten waarbij het te herstellen goed fysiek door de consument in de vestigingseenheid wordt gebracht en afgehaald
2° de wellnesscentra, met inbegrip van de sauna's, zonnebanken, jacuzzi's, stoomcabines en hammams, in de activiteiten die genoemd worden onder het paritair comité van de toeristische attracties (PC 333), in de bioscopen en in de overige inrichtingen die behoren tot de culturele sector die zijn erkend, goedgekeurd of gesubsidieerd door de bevoegde overheid
3° de bowlingzalen, de zwembaden en de fitnesscentra en in de sportverenigingen voor wie een federatie, erkend of gesubsidieerd door de gemeenschappen, bestaat of die behoren tot een van de nationale federaties
4° de schoonheidssalons, de niet-medische pedicurezaken, de nagelsalons, de massagesalons, de kapperszaken en barbiers, de tatoeage- en piercingssalons en de rijscholen.

19. Bovendien moet de coronapremie die op papieren drager wordt uitgereikt duidelijk vermelden in welke inrichting of vereniging hij kan worden gebruikt.

6. VORM

20. De coronapremie wordt onder de vorm van cheques toegekend en kan op papieren drager of elektronisch worden uitgereikt.

21. De coronapremie in elektronische vorm wordt geacht te zijn toegekend aan de werknemer op het moment waarop zijn coronapremierekening wordt gecrediteerd. De coronapremierekening is een databank waarin voor een werknemer een bepaald aantal elektronische coronapremies zullen worden opgeslagen en die beheerd wordt door een uitgever erkend volgens de modaliteiten voorzien in het koninklijk besluit van 12.10.2010 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijd- of ecocheques in een elektronische vorm, tot uitvoering van de artikelen 183 tot 185, van de wet van 30.12.2009 houdende diverse bepalingen.

22. Bovenop de hiervoor vermelde voorwaarden, moet de coronapremie in elektronische vorm eveneens aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoen:

- het aantal coronapremies in een elektronische vorm en het brutobedrag ervan worden vermeld op de afrekening, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet van 12.04.1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers

- vóór het gebruik van de coronapremies in een elektronische vorm kan de werknemer op eenvoudige wijze het saldo en de geldigheidsduur nagaan van de coronapremies die hem werden toegekend en die nog niet werden gebruikt

- de keuze voor coronapremies in een elektronische vorm wordt geregeld volgens dezelfde procedure als beschreven in de nummers 11 en 12 van deze circulaire

- de coronapremies in een elektronische vorm kunnen enkel ter beschikking worden gesteld door een uitgever gezamenlijk erkend door de minister bevoegd voor sociale zaken, de minister bevoegd voor zelfstandigen en de minister bevoegd voor economische zaken, zoals bepaald in bovenvermeld koninklijk besluit van 12.10.2010 (6)

- het gebruik van de coronapremies in een elektronische vorm mag geen kosten voor de werknemer teweegbrengen, behalve in geval van diefstal of verlies onder de voorwaarden vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal of ondernemingsvlak, of in het arbeidsreglement wanneer de keuze voor coronapremies in een elektronische vorm geregeld is door een individuele schriftelijke overeenkomst. In ieder geval kan de kost van de vervangende drager in geval van diefstal of verlies de nominale waarde van één maaltijdcheque niet overschrijden indien in de onderneming zowel elektronische maaltijdcheques als elektronische coronapremies worden toegekend. Indien in de onderneming echter enkel elektronische coronapremies worden toegekend, mag de kost van de vervangende drager niet meer bedragen dan 5 euro.

(6) De coronapremies in een elektronische vorm, uitgegeven door een uitgever wiens erkenning werd ingetrokken of is vervallen overeenkomstig de bepalingen van voormeld koninklijk besluit van 12.10.2010, blijven geldig tot de vervaldag van hun geldigheidsduur.

7. GRENZEN

23. Het totale bedrag van de door de werkgever toegekende coronapremies mag niet meer bedragen dan 500 euro per werknemer.

24. Een coronapremie die wordt toegekend aan een werknemer die reeds coronapremies voor een totaal bedrag van 500 euro van dezelfde werkgever heeft ontvangen, geeft ook geen recht op de vrijstelling. De coronapremies zijn in dat geval belastbaar bij de werknemer voor hun totaliteit en niet enkel voor het deel dat de grens van 500 euro overschrijdt.

25. Deze nieuwe bepalingen gelden onafhankelijk van de bestaande bepalingen inzake consumptiecheques (7) zodat zij kunnen worden gecombineerd.

(7) Circulaires 2020/C/131 van 22.10.2020 en 2021/C/25 van 12.03.2021.

C. Worden bedrijfsleiders ook beoogd?

26. Aangezien de voorwaarden voor de vrijstelling van coronapremies zijn voorzien in een sociale bepaling die enkel van toepassing is op werknemers, vallen de zelfstandige bedrijfsleiders (zonder arbeidsovereenkomst) buiten het toepassingsgebied van deze vrijstelling. De coronapremies die zij zouden ontvangen, zijn dus niet vrijgesteld.

25. Bedrijfsleiders die eveneens werknemer zijn (met arbeidsovereenkomst) worden wel beoogd door de maatregel, onder dezelfde voorwaarden als andere werknemers. Als aan alle voorwaarden is voldaan, zijn de coronapremies die zij ontvangen dus vrijgesteld.

III. INWERKINGTREDING

28. De in deze circulaire besproken bepalingen zijn van toepassing op de coronapremies toegekend vanaf 01.08.2021 en uitgereikt uiterlijk op 31.03.2022 op basis van een collectieve of individuele overeenkomst afgesloten uiterlijk op 31.12.2021.

IV. WETGEVING

29. De wetsbepalingen met betrekking tot deze circulaire zijn de volgende.

- Artikel 19quinquies, van het KB 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 05.12.1969), zoals gewijzigd door:

- de artikelen 1 en 2, KB 21.07.2021 tot wijziging van artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 29.07.2021 Numac 2021203680), in werking 01.08.2021

- artikel 1, KB 19.12.2021 tot wijziging van artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 24.12.2021 Numac 2021206037), in werking 31.12.2021

- artikel 3, KB 22.11.2022 tot wijziging van artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende een reactiveringsprocedure van maaltijd- eco- en consumptiecheques (BS 28.11.2022, ed. 2 - Numac 2022206721), in werking 01.12.2022.

- Artikelen 56 tot 65 van de wet van 18.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 29.07.2021– Numac 2021021520), in werking 01.08.2021, zoals gewijzigd door:

- artikel 86 van de wet van 21.01.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 28.01.2022 – Numac 2022040046), heeft uitwerking op 01.08.2021

- artikel 25 van de wet van 14.02.2022 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 25.02.2022 – Numac 2022200942)

- artikel 40 van de wet van 21.12.2022 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 29.12.2022 – Numac 2022043130), heeft uitwerking op 01.01.2022.

Interne ref.: 736.620


Mots clés

Articles recommandés