Circulaire 2024/C/5 over de verhoging van het maximumbedrag van de fiscale werkbonus

Temps de lecture: 4 min |8 januari 2024 à 11:19

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 08/01/2024 de Circulaire 2024/C/5 over de verhoging van het maximumbedrag van de fiscale werkbonus.

Bespreking van art. 32 van de wet van 31.07.2023 houdende diverse fiscale bepalingen.

Inhoudstafel

I. BESPREKING

A. Eerste verhoging

1. De fiscale werkbonus (1) bedraagt 33,14 % van de werkelijk verleende sociale werkbonus (2) (3).

(1) Onder 'fiscale werkbonus' wordt verstaan: het in art. 289ter/1, WIB 92 bedoelde belastingkrediet voor werknemers met lage lonen.
(2) Onder 'sociale werkbonus' wordt verstaan: de vermindering van de persoonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid voor werknemers met lage lonen.
(3) Zie art. 289ter/1, tweede lid, WIB 92.

2. Het koninklijk besluit van 27.03.2023 (4) heeft het maximumbedrag van de sociale werkbonus voor de laagste lonen vanaf 01.07.2023 verhoogd van 12,65 % naar 13,41 % van het minimumloon.

(4) Koninklijk besluit van 27.03.2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering en aan de betaalde sportbeoefenaars (BS 12.04.2023 - Numac: 2023201954).

3. Als gevolg van die verhoging van het maximumbedrag van de sociale werkbonus heeft de wetgever voor aanslagjaar 2024 ook het maximumbedrag van de fiscale werkbonus verhoogd van 540 naar 550 euro (5) (6).

(5) Basisbedragen vóór indexering.
(6) Art. 32, 2°, en 33, tweede lid, W 31.07.2023 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 23.08.2023 - Numac: 2023044178) (hierna W 31.07.2023).

B. Tweede verhoging

4. Vanaf inkomstenjaar 2024 zal de verhoging van het maximumbedrag van de sociale werkbonus voor een volledig jaar gelden (en dus niet enkel vanaf juli zoals dat voor inkomstenjaar 2023 het geval is).

Bovendien wordt als gevolg van het sociaal akkoord 2021-2022 het minimumloon vanaf 01.04.2024 verhoogd met 35 euro, wat ook resulteert in een hoger maximumbedrag van de sociale werkbonus.

Daarom heeft de wetgever het maximumbedrag van de fiscale werkbonus vanaf aanslagjaar 2025 nogmaals verhoogd, nl. van 550 naar 570 euro (7) (8).

(7) Basisbedragen vóór indexering.
(8) Art. 32, 3°, en 33, derde lid, W 31.07.2023.

C. Formele wijziging

5. Daarnaast heeft de wetgever in art. 289ter/1, tweede lid, WIB 92, nog een louter formele wijziging aangebracht om rekening te houden met de wijziging van het opschrift van de wet van 20.12.1999 (9) door de wet van 20.11.2022 (10) (11).

Aangezien de wetgever geen uitdrukkelijke datum van inwerkingtreding van deze wijziging heeft bepaald, treedt deze wijziging in werking 10 dagen na de publicatie ervan in het BS, d.w.z. op 02.09.2023.

(9) Wet van 20.12.1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering en aan de betaalde sportbeoefenaars.
(10) Art. 4 van de wet van 20.11.2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector (BS 30.11.2022 - Numac: 2022042675).
(11) Art. 32, 1°, W 31.07.2023.

II. WETTEKSTEN

6. De betreffende wettelijke bepalingen zijn hieronder opgenomen.

De wijzigingen in het WIB 92 zijn aangeduid in het vet.

W 31.07.2023

Art. 32

In artikel 289ter/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juni 2011 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het tweede lid worden de woorden “de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdrage van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering” vervangen door de woorden “de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus aan werknemers met lage lonen en van andere verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid”;

2° in het derde lid wordt het bedrag “540 euro” vervangen door het bedrag “550 euro”;

3° in het derde lid wordt het bedrag “550 euro” vervangen door het bedrag “570 euro”.

Art. 33

(…)

Artikel 32, 2°, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2024.

Artikel 32, 3°, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2025.

WIB 92 (gecoördineerde tekst)

Art. 289ter/1

Er wordt een belastingkrediet verleend aan rijksinwoners en niet-inwoners voor wie de belasting overeenkomstig artikel 243/1 of 244 wordt berekend met lage lonen die onderworpen zijn:

- ofwel aan de regelingen bedoeld in artikel 21, § 1, 1° tot 3° en 5°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers,

- ofwel aan de regelingen bedoeld in artikel 1, 1° tot 3°, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij.

Het belastingkrediet is gelijk aan 33,14 pct. van de vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid op de tijdens het belastbaar tijdperk verkregen bezoldigingen die daadwerkelijk is verleend met toepassing van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus aan werknemers met lage lonen en van andere verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid.

[Het belastingkrediet mag per belastbaar tijdperk niet meer bedragen dan 550 euro. De bepalingen van artikel 174/1 en 178, § 3, eerste lid, 2°, zijn van toepassing op dit bedrag.](12)

[Het belastingkrediet mag per belastbaar tijdperk niet meer bedragen dan 570 euro. De bepalingen van artikel 174/1 en 178, § 3, eerste lid, 2°, zijn van toepassing op dit bedrag.](13)

(12) Van toepassing voor aanslagjaar 2024.
(13) Van toepassing vanaf aanslagjaar 2025.

Interne ref.: 734.225/2

Bron: Fisconetplus