De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 05/03/2025 de Circulaire 2025/C/10 over het belastingstelsel van de Vlaamse premie voor zero-emissievoertuigen.
Bespreking van het belastingstelsel van de premie bedoeld in het Besluit van de Vlaamse Regering van 09.02.2024 over de invoering van een premie voor zero-emissievoertuigen.
I. Inleiding
II. De zero-emissiepremie
A. Voor wie?
B. Toekenningsvoorwaarden
C. Bedrag
1. Algemene regel
2. Uitzonderingen
3. Terugbetaalde premie
1. Om de maatschappelijke omschakeling naar voertuigen met een alternatieve aandrijving te versnellen en de schadelijke uitstoot van het verkeer te verminderen heeft de Vlaamse Regering met haar Besluit van 09.02.2024 (1) een premie ingevoerd voor zero-emissievoertuigen.
(1) Besluit van de Vlaamse Regering van 09.02.2024 over de invoering van een premie voor zero-emissievoertuigen (BS 20.02.2024 – Numac: 2024001631) (hierna: BVR 09.02.2024).
2. De premie voor zero-emissievoertuigen (zero-emissiepremie) kan worden toegekend aan de volgende personen:
- natuurlijke personen
- rechtspersonen zonder winstoogmerk die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting
- aanbieders van autodelen (2) (3).
(2) Onder 'autodelen' wordt hier verstaan: het systematisch en beurtelings gebruiken van een of meer auto's tegen betaling via een vereniging of onderneming, met uitzondering van het gebruik van voertuigen die bestemd zijn voor gewone verhuur of huurkoop (art. 2, § 2, vierde lid, 1°, BVR 09.02.2024).
(3) Art. 2, § 2, tweede lid, BVR 09.02.2024.
3. De voornaamste toekenningsvoorwaarden van de zero-emissiepremie zijn:
- de premie wordt toegekend voor de aanschaffing van een nieuw (4) of tweedehands (5) zero-emissievoertuig met inschrijving (6) vanaf 01.01.2024
- het zero-emissievoertuig moet behoren tot de categorieën M1 (7) of N1 (8), vermeld in art. 1, § 1, KB 15.03.1968 (9) of tot categorie L7e-C (10), vermeld in art. 1, § 1, 4bis, 2°, tweede lid, c), KB 10.10.1974 (11)
- de verkoopovereenkomst van het voertuig moet ten vroegste op 25.09.2023 zijn afgesloten bij een onderneming met als economische activiteit de verkoop van voertuigen die behoren tot de bovenvermelde categorieën
- het voertuig moet:
* minstens 3 jaar in het bezit blijven van de aanvrager, zijn erfgenaam of rechtsopvolger
* gedurende minstens 3 jaar na de ontvangst van de premie ingeschreven zijn op een adres in het Vlaamse Gewest
- de aankoopprijs (12) van het voertuig mag niet hoger zijn dan 40.000 euro
- als het een tweedehandsvoertuig betreft:
* mag de oorspronkelijke cataloguswaarde (13) ervan niet hoger zijn dan 60.000 euro
* moet het minimaal 3 jaar voor de huidige inschrijving in gebruik genomen zijn en maximaal 8 jaar voor diezelfde inschrijving een eerste keer in gebruik genomen zijn
- de premie moet ten laatste op 31.12.2024 worden aangevraagd.
(4) Onder 'nieuw voertuig' wordt hier verstaan: een voertuig:
- waarvan het bouwjaar niet ouder is dan 2 jaar,
- dat niet meer dan 6.000 km op de teller heeft en
- dat nog niet werd ingeschreven in België of elders, met uitzondering van een vorige en enige inschrijving op naam van de onderneming die de verkoopovereenkomst afsloot (art. 1, 2°, BVR 09.02.2024).
(5) Onder 'tweedehandsvoertuig' wordt hier verstaan: een voertuig dat volgens de definitie in voetnoot (4) niet nieuw is.
(6) Onder 'inschrijving' wordt hier verstaan: de inschrijving bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (art. 2, § 1, 2°, BVR 09.02.2024).
(7) Voertuigen van categorie M1 zijn voor het vervoer van passagiers ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste 4 wielen en ten hoogste 8 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend.
(8) Voertuigen van categorie N1 zijn voor het vervoer van goederen ontworpen en gebouwde motorvoertuigen met ten minste 4 wielen en een maximummassa van ten hoogste 3,5 ton.
(10) Voertuigen van categorie L7e-C zijn zware quadri-mobiles (gemotoriseerde vierwielers), uitsluitend ontworpen voor vrachtvervoer of hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer.
(12) Onder 'aankoopprijs' wordt hier verstaan: de aankoopprijs op de factuur in conformiteit met het voertuig, inclusief btw, opties, accessoires en kortingen, met uitzondering van overnamekortingen (art. 2, § 1, 1°, BVR 09.02.2024).
(13) Onder 'cataloguswaarde' wordt hier verstaan: de aanbevolen catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, exclusief opties en inclusief btw, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno. Deze waarden zijn, voor de jaren en prijzen relevant voor het BVR 09.02.2024, opgenomen in de bijlage bij dat besluit (art. 2, § 2, vierde lid, 2°, BVR 09.02.2024).
4. De maximumbedragen van de zero-emissiepremie zijn opgenomen in de onderstaande tabel.
Zero-emissievoertuig | Maximumbedrag van de premie |
Nieuw aangekocht door natuurlijke personen, kleine en middelgrote ondernemingen (14) | 5.000 euro |
Nieuw aangekocht door grote ondernemingen (15) | 3.000 euro |
Tweedehands | 3.000 euro |
(14) Onder 'kleine en middelgrote ondernemingen' wordt hier verstaan: de kleine en middelgrote ondernemingen die zijn vermeld in art. 2, punt 2, van de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, en die in aanmerking komen voor de zero-emissiepremie.
(15) Onder 'grote ondernemingen' wordt hier verstaan: de grote ondernemingen die zijn vermeld in art. 2, punt 24, van de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, en die in aanmerking komen voor de zero-emissiepremie.
5. Als de bedragen vermeld in de bovenstaande tabel leiden tot een premie die hoger is dan 25 % van de aankoopprijs van het voertuig, wordt de premie tot 25 % van die aankoopprijs verlaagd.
6. Wanneer een belastingplichtige een zero-emissiepremie heeft verkregen voor een voertuig dat hij geheel of gedeeltelijk voor beroepsdoeleinden (16) gebruikt en waarvan hij de kosten als werkelijke beroepskosten aftrekt, geldt als algemene regel dat, ongeacht de categorie waartoe zijn beroepsinkomsten behoren, bij de vaststelling van de fiscale afschrijvingsbasis van het voertuig de aanschaffingsprijs wordt verminderd met het bedrag van de verkregen zero-emissiepremie.
Voor Btw-belastingplichtigen wordt de vermindering toegepast op de eigenlijke aanschaffingsprijs.
(16) Andere dan woon-werkverplaatsingen waarvoor de in art. 66, § 4, WIB 92 bedoelde forfaitaire regeling van 0,15 euro per afgelegde km van toepassing is.
Voorbeeld
7. In april 2024 koopt een handelaar voor 38.115 euro (inclusief 6.615 euro btw) een nieuw zero-emissievoertuig, dat hij ten belope van 70% voor beroepsdoeleinden gebruikt. Hij gebruikt het voertuig niet voor woon-werkverplaatsingen.
In oktober 2024 ontvangt hij daarvoor een zero-emissiepremie van 5.000 euro.
Berekening van de fiscale afschrijvingsbasis
Aanschaffingsprijs (exclusief btw): 31.500 euro.
Zero-emissiepremie: 5.000 euro.
Verschil: 26.500 euro.
Beroepsmatig deel: 26.500 x 70 % = 18.550 euro.
Betaalde btw: 6.615 euro.
Beroepsmatig deel van de btw: 6.615 x 70 % = 4.630,50 euro.
Als voorbelasting aftrekbare btw: 6.615 x 50 % (17) = 3.307,50 euro.
Afschrijfbare btw (18): 4.630,50 – 3.307,50 = 1.323 euro.
Fiscale afschrijvingsbasis: 18.550 + 1.323 = 19.873 euro.
(17) Hoewel het voertuig voor 70 % beroepsmatig wordt gebruikt, is de btw maar voor 50 % als voorbelasting aftrekbaar (art. 45, § 2, Btw-wetboek).
(18) Het verschil tussen het beroepsmatige deel van de btw en de als voorbelasting aftrekbare btw.
8. Als het belastbaar tijdperk waarin het zero-emissievoertuig is aangeschaft, niet samenvalt met dat waarin de premie wordt uitgekeerd en de aanslag voor het eerstgenoemde tijdperk al is gevestigd zonder dat met de premie rekening is gehouden, moet een aanvullende aanslag worden gevestigd waarin de passende rechtzetting wordt gedaan.
9. In de plaats van de fiscale afschrijvingsbasis van het voertuig te verminderen (19), mogen belastingplichtigen die beroepsinkomsten verkrijgen die als winst of baten belastbaar zijn, de zero-emissiepremie ook aangeven als winst of baten van het belastbaar tijdperk waarin zij die premie verkrijgen.
(19) Zie de nrs. 6 tot 8 hiervoor.
10. Die belastingplichtigen mogen de zero-emissiepremie ten slotte ook aangeven als een in art. 362, WIB 92 bedoelde kapitaalsubsidie die van overheidswege is verkregen om materiële vaste activa aan te schaffen.
Dit houdt in dat:
- de afschrijvingen van het zero-emissievoertuig worden berekend op het bedrag van de aanschaffingsprijs (20), zonder dat de zero-emissiepremie ervan wordt afgetrokken
- de als kapitaalsubsidie te beschouwen zero-emissiepremie gespreid wordt belast naarmate afschrijvingen op het zero-emissievoertuig worden aanvaard en ten belope van het eventuele saldo bij de vervreemding ervan.
(20) In voorkomend geval beperkt tot het gedeelte dat wordt gebruikt voor andere beroepsdoeleinden dan woon-werkverplaatsingen waarvoor de in art. 66, § 4, WIB 92 bedoelde forfaitaire regeling van 0,15 euro per afgelegde km van toepassing is.
11. Als de toekenningsvoorwaarden van de zero-emissiepremie niet langer zijn vervuld, moet de premie volledig worden terugbetaald (21).
(21) Art. 2, § 6, BVR 09.02.2024.
12. Wanneer een belastingplichtige de zero-emissiepremie voor een voertuig dat hij voor beroepsdoeleinden (22) gebruikt en waarvan hij de kosten als werkelijke beroepskosten aftrekt, moet terugbetalen, is het terugbetaalde bedrag van de premie (23) in principe eveneens als werkelijke beroepskost aftrekbaar onder de voorwaarden bepaald in art. 49, WIB 92.
(22) Andere dan woon-werkverplaatsingen waarvoor de in art. 66, § 4, WIB 92 bedoelde forfaitaire regeling van 0,15 euro per afgelegde km van toepassing is.
(23) In voorkomend geval beperkt tot het gedeelte dat wordt gebruikt voor andere beroepsdoeleinden dan woon-werkverplaatsingen waarvoor de in art. 66, § 4, WIB 92 bedoelde forfaitaire regeling van 0,15 euro per afgelegde km van toepassing is.
13. Zoals hiervoor in nr. 2 werd aangehaald, komen enkel de volgende rechtspersonen in aanmerking voor de zero-emissiepremie:
- rechtspersonen zonder winstoogmerk die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Daarmee worden in het bijzonder de verenigingen geviseerd zoals bedoeld in de artikelen 1:2, 1:28 en 1:29, WVV (24) en de stichtingen zoals bedoeld in de artikelen 1:3, 1:30 en 1:31, WVV,
- aanbieders van autodelen.
(24) Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
14. De rechtspersonen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en de belasting van niet-inwoners/vennootschappen kunnen geen zero-emissiepremie krijgen, tenzij het gaat om aanbieders van autodelen. Die autodeelbedrijven, die doorgaans vennootschappen zullen zijn, kunnen in aanmerking komen voor de zero-emissiepremie (25) gezien de bijzondere beleidsfocus op deelmobiliteit en de bijdrage die elektrische deelwagens spelen in de toekomstige mobiliteitsoplossing (26).
(25) Die vennootschappen kunnen voor die premie echter geen vrijstelling krijgen zoals bedoeld in artikel 193bis, § 1, tweede lid, WIB 92.
(26) Zie de Nota van de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken aan de Vlaamse Regering, VR 2024 0902 DOC.0178/1TER, blz. 5.
15. Voor de algemene toekenningsvoorwaarden en het bedrag van de zero-emissiepremie kan op overeenkomstige wijze worden verwezen naar de delen B en C van hoofdstuk II.
16. Met 'ondernemingen' worden de kleine, middelgrote en grote ondernemingen geviseerd zoals bedoeld in art. 2, punten 2 en 24 van de voormelde Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 (zie ook de verwijzingen (14) en (15)). Rechtspersonen zonder winstoogmerk vallen onder de definitie van onderneming die een economische activiteit uitvoert in de zin van de voormelde Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 en staan niet apart vermeld in de tabel van deel C van hoofdstuk II. Het begrip 'onderneming' in die tabel omvat bijgevolg alle bedoelde rechtspersonen, zowel de rechtspersonen zonder winstoogmerk, als de ondernemingen voor autodelen (autodeelbedrijven) (27).
(27) Zie de Nota van de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken aan de Vlaamse Regering, VR 2024 0902 DOC.0178/1TER, blz. 8.
17. De bepalingen zoals opgenomen in deel A van hoofdstuk III gelden in principe ook voor de rechtspersonen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en de belasting van niet-inwoners/vennootschappen.
Interne ref.: 740.380