
Is Belgium’s public debt sustainable? A comparison with other high-debt countries
AuteursK. BuysseM. DerooseF. De SlooverS. Van Parys
In België zijn de kortetermijnrisico‘s voor de houdbaarheid van de schuld over het algemeen relatief klein. Niettemin vormt de hoge jaarlijkse brutofinancieringsbehoefte van ongeveer 20% van het bbp een belangrijk kwetsbaar punt. Tegelijkertijd geeft de positieve netto-investeringspositie van België ten aanzien van het buitenland het potentieel aan om in stressperiodes de overheidsschuld te financieren met particuliere spaargelden. Op middellange termijn is de verwachte toename van de Belgische overheidsschuld in het komende decennium (bij een ongewijzigd overheidsbeleid) daarentegen zorgwekkend. Dat komt zowel door het huidige hoge tekort als door de stijgende rentelasten en vergrijzingskosten, hoewel deze laatste door de hervormingen uit 2025 op de lange termijn ongeveer gehalveerd zouden worden.
De risico‘s voor de houdbaarheid van de schuld in Frankrijk lijken vergelijkbaar met die van België. Frankrijk heeft wel nog bijkomende landspecifieke kwetsbaarheden die het gevolg zijn van de binnenlandse politieke instabiliteit en het relatief geringere succes van eerdere consolidatiemaatregelen, met bijvoorbeeld begrotingsontsporingen in de afgelopen twee jaar.
In tegenstelling tot België houden de belangrijkste uitdagingen voor de houdbaarheid van de schuld in Italië verband met een hoge historische overheidsschuld, in combinatie met een structureel lage economische groei. Door het sneeuwbaleffect van de rentevoeten stijgt de overheidsschuldgraad van het land immers automatisch, waardoor Italië primaire overschotten moet boeken om zijn schuldgraad te stabiliseren. Dat is een waarschuwing voor België die duidelijk maakt dat een robuuste economische groei cruciaal is voor de houdbaarheid van de schuld.
De schulddynamiek is het meest zorgwekkend in de Verenigde Staten, aangezien de overheidsschuldgraad daar naar verwachting het sterkst zal stijgen voornamelijk als gevolg van aanhoudend hoge primaire tekorten. Hoewel er wordt verwacht dat de sterke economische groei er verder voor zal zorgen dat de VS een hogere overheidsschuld kan dragen, zal een toegenomen rentelast naar verwachting de groei-effecten op de schuldgraad tenietdoen. Het land wordt ook geconfronteerd met kortetermijnrisico’s als gevolg van de aanzienlijke jaarlijkse brutofinancieringsbehoeften van ongeveer 40% van het bbp en een tekort op de lopende rekening. Op langere termijn zal een forse stijging van de vergrijzingskosten de begrotingsdruk verder verhogen. Niettemin hebben de Verenigde Staten, als de aanbieder van ‘s werelds meest gewilde veilige belegging en mondiale reservevaluta, een bijzondere status, waardoor hun financieringskosten aanzienlijk worden verlaagd en hun capaciteit om schulden te dragen groter wordt, althans voorlopig.
Tot slot vormt de recordschuldgraad van Japan, van bijna 240% van het bbp, een groot risico voor de houdbaarheid van de schuld en brengt deze enorme herfinancieringsbehoeften met zich mee. Dit maakt de schuld van het land gevoelig voor renteschokken. De schuldgraad zal naar verwachting eerst afnemen (bij een ongewijzigd overheidsbeleid), maar vervolgens weer stijgen naarmate het gunstige rente-groeiverschil keert en de primaire tekorten aanhouden. Terwijl de Bank of Japan de rente lange tijd laag heeft gehouden, nemen de inflatieverwachtingen nu toe en ligt de focus eerder op de omvang van de renteverhogingen en de mate waarin de Bank of Japan inflatie zal tolereren. De aanzienlijke hoeveelheid financiële activa die de Japanse overheid bezit, vormt een omvangrijke buffer en de grote binnenlandse beleggersbasis helpt de houdbaarheidsrisico’s verder te beperken. De houdbaarheidsrisico’s van de Belgische overheidsschuld relativeren door simpelweg te verwijzen naar de schuldgraad van Japan, die meer dan twee keer zo hoog is, geeft dus een zeer eenzijdig beeld van desituatie.
Al met al lijkt geen van de vijf landen te worden geconfronteerd met een onmiddellijke dreiging voor de houdbaarheid van de schuld, maar op middellange en lange termijn is een voortdurende stijging van een reeds hoge schuldgraad onhoudbaar. In een mondiale omgeving die wordt gekenmerkt door hogere rentes, (geo)politieke onzekerheid en een toenemende uitgifte van overheidsobligaties, kan het marktsentiment bovendien plotseling omslaan. Dat kan tot liquiditeitsdruk leiden die solvabiliteitsproblemen op middellange termijn kan doen uitmonden in acute problemen. Dit benadrukt het belang van een geloofwaardig en voorzichtig begrotingsbeleid van beleidsmakers, zowel op korte als op middellange tot lange termijn.