• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2025/C/26 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2025

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 06/05/2025 de Circulaire 2025/C/26 over de wijzigingen in de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2025.

Bespreking van de wijzigingen in de (papieren) aangifte en de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2025.

Inhoudstafel

I. Inleiding

II. Samenstelling, formaat en aantal bladzijden van de aangifte

III. Indexering

IV. Voorbereiding van de aangifte

I. Inleiding

1. Deze circulaire bespreekt de wijzigingen in de papieren aangifte en de voorbereiding van de aangifte in de personenbelasting van aanslagjaar 2025. De wijzigingen in de toelichting worden hier niet besproken, maar zijn in de toelichting zelf met een rode verticale stippellijn in de linkermarge aangeduid.

II. Samenstelling, formaat en aantal bladzijden van de aangifte

2. De aangifte in de PB (nr. 276.1) van aj. 2025 (inkomsten van het jaar 2024) bestaat uit (1):

- de eigenlijke 'Aangifte in de personenbelasting' (terug te bezorgen aan de belastingdienst als de belastingplichtige zijn aangifte indient op papier)

- de 'Voorbereiding van de aangifte' (te bewaren door de belastingplichtige die zijn aangifte indient op papier en te gebruiken als aangifte door de belastingplichtige die zijn aangifte elektronisch indient via MyMinfin (tax-on-web)).

Het formaat en het aantal bladzijden van de bovenvermelde documenten zijn niet veranderd.

(1) KB van 19.03.2025 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake de personenbelasting voor het aanslagjaar 2025, BS 26.03.2025, erratum in BS 01.04.2025.

III. Indexering

3. Vak II, A, 1: het bedrag van 3.980 euro is geïndexeerd (2).

(2) Volgens art. 178, § 2, WIB 92.

4. Vak II, A, 3 en vak XV, B, 4: de bedragen van 13.050 en 58.450 euro zijn geïndexeerd (3).

(3) Volgens art. 178, § 3, eerste lid, 2°, WIB 92.

5. Vak VII, A, 1, b en A, 2, a: de bedragen van 833 en 1.020 euro zijn geïndexeerd (4).

(4) Volgens art. 178, § 3, tweede lid, 4°, WIB 92.

IV. Voorbereiding van de aangifte

6. Blz. 1, aanbevelingen: schrapping van de tekst vermits de aanbevelingen reeds zijn opgenomen in de geheugensteun voor het invullen van de papieren aangifte.

7. Vak IV, A, 7 en XVI, 5: in vak IV is de benaming van de rubriek gewijzigd en in vak XVI is een nieuwe rubriek toegevoegd als gevolg van een wijziging in de vrijstelling van de fietsvergoeding en in de vrijstelling van het voordeel van de bedrijfsfiets. Deze vrijstellingen gelden enkel nog voor werknemers en bedrijfsleiders van wie de beroepskosten forfaitair worden bepaald.

De vrijstelling van de fietsvergoeding is voor inkomstenjaar 2024 beperkt tot 0,35 euro per afgelegde kilometer en tot maximum 3.500 euro per belastingplichtige (5).

(5) Zie art. 12 tot 16 van de wet van 22.12.2023 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 29.12.2023, Ed. 2 en erratum in BS 11.01.2024) (hierna W 22.12.2023) en art. 23 en 28, tweede lid van de wet van 12.05.2024 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 29.05.2024) (hierna W 12.05.2024) en zie ook de circulaire 2024/C/22 van 28.03.2024.

8. Vak IV, A, 11: nieuwe rubriek voor de voor vrijstelling in aanmerking komende bezoldigingen uit een flexi-job uitgeoefend door een niet-gepensioneerde (6).

Deze bezoldigingen zijn vrijgesteld tot 12.000 euro per belastingplichtige.

Voor gepensioneerden die een flexi-job uitoefenen, blijft de vrijstelling zonder beperking gelden.

(6) Zie art. 7 tot 11 van de programmawet van 22.12.2023 (BS 29.12.2023) (hierna PW 22.12.2023) en zie ook de circulaire 2024/C/41 van 07.06.2024.

9. Vak IV, A, 12: nieuwe rubriek voor de voor vrijstelling in aanmerking komende vergoedingen van vrijwillige brandweerlieden, vrijwillige ambulanciers en vrijwilligers van de civiele bescherming (7).

Deze vrijstelling bestond reeds voorheen maar de nieuwe rubriek is toegevoegd in de aangifte in de personenbelasting om de automatische berekening mogelijk te maken wanneer de vrijstelling overschreden wordt.

Deze vergoedingen zijn vrijgesteld tot 7.310 euro per belastingplichtige.

(7) Zie art. 38, § 1, eerste lid, 12°, WIB 92.

10. Vak IV, A, 13, a en vak XVI, 7, a: nieuwe rubrieken voor de voor vijstelling in aanmerking komende bezoldigingen voor vrijwillige overuren gepresteerd in 2024 in het kader van de relance (8).

(8) Zie art. 9 tot 11 van de wet van 31.07.2023 tot uitvoering van het afsprakenkader in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2023-2024 (BS 05.09.2023) en zie ook de circulaire 2023/C/87 van 13.11.2023.

11. Vak IV, vroegere rubriek A, 11, c en vak XVI, vroegere rubriek 6, c: schrapping van de vroegere rubrieken van de voor vrijstelling in aanmerking komende bezoldigingen voor vrijwillige overuren en netto-overuren in de openbare sector gepresteerd tijdens het kalenderjaar 2021, als gevolg van de beperking van die vrijstelling tot de bezoldigingen die uiterlijk op 31.12.2023 zijn betaald of toegekend (9).

(9) Zie art. 21, b en c, art. 22, b en c en art. 23, a en c van de wet van 31.07.2023 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 23.08.2023) en zie ook de circulaire 2023/C/86 van 24.10.2023.

12. Vak IV, G, 1, b: nieuwe rubriek voor overuren die recht geven op een overwerktoeslag en in aanmerking komen voor de begrenzing tot 280 uren (10).

Deze begrenzing tot 280 uren is vanaf 01.06.2024 van toepassing voor werknemers tewerkgesteld bij werkgevers die hoofdzakelijk wegenwerken uitvoeren, met uitsluiting van het aanleggen van ondergrondse leidingen en kabels, of spoorwegwerken en voor wie de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of ’s nachts te werken, op voorwaarde dat die werkgever gebruik maakt van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en op voorwaarde en in de mate dat het overwerk daadwerkelijk werd gepresteerd tijdens de hiervoor omschreven werkzaamheden waarvoor de overheid oplegt om in het weekend, op feestdagen of ’s nachts te werken.

(10) Zie art. 64 en 67, W 12.05.2024.

13. Vak IV, K en vak XVI, 17: opsplitsing van de rubriek van de werkbonus als gevolg van de versterking van de fiscale werkbonus (11) die vooral bedoeld is voor de hele lage lonen.

Om dat doel te bereiken wordt de sociale werkbonus, die zelf ongewijzigd blijft, vanaf 01.04.2024 opgesplitst in 2 luiken, een luik voor de hele lage lonen (52,54 %) en een luik voor de iets hogere lonen (33,14 %).

De rubrieken K, 1 (vak IV) en 17, a (vak XVI) zijn bestemd voor het bedrag van de werkbonus die in aanmerking komt voor het belastingkrediet van 33,14 %. De rubrieken K, 2 (vak IV) en 17, b (vak XVI) zijn bestemd voor het bedrag van de werkbonus die in aanmerking komt voor het belastingkrediet van 52,54 %.

Het maximumbedrag van de fiscale werkbonus wordt ook verhoogd en bedraagt 1.380 euro voor aanslagjaar 2025.

(11) Zie art. 19 en 20, PW 22.12.2023 en zie ook de circulaire 2024/C/31 van 03.05.2024.

14. Vak VII, vroegere rubriek D, 2: schrapping van de rubriek vermits de overgangsregeling voor de inkomsten uit auteursrechten, naburige rechten en wettelijke en verplichte licenties (12) enkel van toepassing was voor aanslagjaar 2024 (13).

(12) Zie art. 551, § 2, WIB 92.

(13) Zie art. 108, § 2 van de programmawet (I) van 26.12.2022 (BS 30.12.2022) (hierna PW 26.12.2022).

15. Vak IX, I, 2, b (Vlaams Gewest en Waals Gewest) en vak IX, I, 1, b (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): schrapping van de bijkomende vragen m.b.t. hypothecaire leningen gesloten in 2014, als gevolg van de uitdoving van de verhogingen van het maximumbedrag van de gewestelijke woonbonus (14) gedurende de eerste tien jaar vanaf het jaar waarin de lening is afgesloten (15).

(14) Het gaat hier om de verhoging als de woning op 31 december van het inkomstenjaar nog steeds de enige woning van de belastingplichtige was en om de verhoging als de belastingplichtige op 1 januari van het jaar na dat waarin de lening was afgesloten, drie of meer kinderen ten laste had.

(15) Zie art. 145/37, § 2, WIB 92.

16. Vak IX, II, B, 4, b, 1: aanpassing door het opheffen van de federale belastingvermindering voor kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen die vanaf 01.01.2024 worden aangegaan voor de bouw, de verwerving of de verbouwing van een in de EER gelegen woning die bij de betaling niet de eigen woning is (16).

(16) Zie art. 1451, 3°, WIB 92; art. 110, PW 26.12.2022; art. 27 van de wet van 31.07.2023 houdende diverse fiscale bepalingen (BS 23.08.2023) en zie ook circulaire 2023/C/89 van 16.11.2023.

17. Vak X, I, vroegere rubriek C (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): schrapping van de belastingvermindering voor uitgaven gedaan voor de vernieuwing van een woning verhuurd via een sociaal verhuurkantoor als gevolg van de opheffing van deze belastingvermindering vanaf aanslagjaar 2017 (17).

Voor de uitgaven die zijn betaald vóór 01.01.2016 werd de belastingvermindering verder toegekend voor het resterende deel van de periode van 9 jaar.

(17) Zie art. 13, 2° en 24 van de ordonnantie van 18.12.2015 houdende het eerste deel van de fiscale hervorming (BS 30.12.2015, Ed. 2) en zie ook de circulaire 2017/C/22 van 19.04.2017.

18. Vak X, II, vroegere rubriek I, 1: schrapping van de rubriek overgedragen belastingvermindering voor betalingen gedaan in 2020. De belastingvermindering voor het verwerven van nieuwe aandelen van ondernemingen die hun omzet sterk hebben zien dalen door de Covid-19-pandemie was slechts overdraagbaar tot aanslagjaar 2024 (18).

(18) Zie art. 15, § 6, van de wet van 15.07.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (CORONA III) (BS 23.07.2020).

19. Vak XI, 2 (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): opsplitsing van de rubriek als gevolg van de invoering van het eenmalig belastingkrediet van 50 % voor Proxi-leningen gesloten door een kredietnemer die op sociaal of milieuvlak voorbeeldig is en waarvoor in 2024 het bedrag van de hoofdsom definitief verloren is gegaan (19).

Het bedrag van de hoofdsom dat definitief verloren is gegaan in 2024 moet vermeld worden in:

- rubriek a voor Proxi-leningen gesloten door een kredietnemer die op sociaal of milieuvlak voorbeeldig is

- rubriek b voor Proxi-leningen gesloten door een andere dan in rubriek a bedoelde kredietnemer.

(19) Zie art. 9, 13 en 28 van de ordonnantie van 17.03.2023 tot mobilisatie van het burgerspaargeld ten behoeve van het herstel en de economische transitie (BS 22.05.2023, Ed. 2) en art. 2 tot 23 en 46 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 08.02.2024 tot uitvoering van de ordonnantie van 17 maart 2023 tot mobilisatie van het burgerspaargeld ten behoeve van het herstel en de economische transitie (BS 19.02.2024, Ed. 2).

20. Vak XIII, E: tekstaanpassing omdat de verplichting om een bijlage 270 MLH toe te voegen aan de aangifte in de personenbelasting niet geldt voor onroerende goederen die de belastingplichtige huurt volgens de pachtwetgeving (of een vergelijkbaar buitenlands recht dat de pachtprijzen beperkt) en gebruikt voor land- of tuinbouw (20).

(20) Zie art. 18 en 21, W 12.05.2024 en zie ook de circulaire 2024/C/48 van 12.07.2024.

21. Vak XVI, 16: opsplitsing van de rubriek als gevolg van de invoering van de vergoedingen en voordelen in het kader van het fietsplan voor bedrijfsleiders.

Deze nieuwe rubriek zorgt ervoor dat het belastingkrediet voor lage activiteitsinkomsten (21) correct kan worden berekend.

Rubriek a is bestemd voor het vermelden van de in rubrieken 1 en 2 van vak XVI opgenomen bezoldigingen die de belastingplichtige heeft verkregen als bedrijfsleider tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst, als zelfstandige in bijberoep of als student-zelfstandige.

Rubriek b is bestemd voor het vermelden van de in rubriek 5, a van vak XVI opgenomen bezoldigingen die de belastingplichtige heeft verkregen als bedrijfsleider tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst, als zelfstandige in bijberoep of als student-zelfstandige.

(21) Zie art. 289ter, WIB 92.

22. Vak XIX, 6: nieuwe rubriek voor het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding (22).

(22) Zie art. 17 tot 22, W 22.12.2023 en het koninklijk besluit van 21.03.2024 tot vastlegging van de modaliteiten voor de toepassing van het belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding (BS 29.03.2024) en zie ook de circulaire 2024/C/56 van 05.09.2024.

23. Vak XIX, 7: nieuwe rubriek voor het belastingkrediet voor uitgevers van papieren publicaties (23).

(23) Zie art. 47 tot 55, W 12.05.2024 en zie ook de circulaire 2024/C/69 van 04.11.2024.

24. Vak XIX, 8: nieuwe rubriek voor het belastingkrediet voor de verhoging van de tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement (24).

(24) Zie art. 56 tot 61, W 12.05.2024 en het koninklijk besluit van 17.07.2024 met betrekking tot de toepassing van het belastingkrediet voor de verhoging van de tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement (BS 24.07.2024) en zie ook de circulaire 2025/C/25 van 05.05.2025.

Interne ref.: 744.933


Mots clés

Articles recommandés

Hoe wordt een aanbrengpremie fiscaal behandeld?

Circulaire 2025/C/25 over het belastingkrediet voor de verhoging van de tussenkomst van de werkgever in een treinabonnement

Klanten: Bied ze waarde, niet alleen een prijs!