Crisis-overbruggingsrecht vrij van sociale bijdragen

David Clarinval, minister van Zelfstandigen en kmo's, stuurt deze donderdag een omzendbrief naar de sociale verzekeringsfondsen om het crisis-overbruggingsrecht voor zelfstandigen die winsten en baten (PB) ontvangen, vrij te stellen van bijdragen, zoals reeds het geval is voor zaakvoerders en om antwoorden te geven op de veel gestelde vragen van zelfstandigen over de fiscaliteit die van toepassing is op het overbruggingsrecht. (Zie ook RSVZ - Crisis-overbruggingsrecht vrijgesteld van sociale bijdragen).



Taxatie


Begin 2021 vragen zelfstandigen zich af welke belasting van toepassing is op het overbruggingsrecht dat zij in 2020 hebben ontvangen. Het crisis-overbruggingsrecht en het overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart zijn de belangrijkste vormen van overbruggingsrecht die in 2020 zijn verleend.


  • Het overbruggingsrecht dat aan een meewerkendeechtgenoot wordt verleend is niet belastbaar.
  • Het overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart (ongeacht de aard van de begunstigde, begunstigde van winsten en baten of zaakvoerder) wordt belast als vervangingsinkomen tegen de progressieve aanslagvoet. Hiervoor wordt fiscale fiche 281.18 gebruikt. Hierop worden eveneens geen sociale bijdragen geheven.
  • Het crisis-overbruggingsrecht, enkelvoudig of dubbel, wordt verschillend belast naargelang het wordt toegekend aan een zelfstandige als natuurlijk persoon, die winsten en baten geniet, dan wel zaakvoerder is.


In het geval van zaakvoerders geldt de progressieve aanslagvoet. Het overbruggingsrecht is in deze situatie het voorwerp van fiche 281.18. Het is niet onderworpen aan de bepalingen inzake sociale bijdragen.
In het geval van zelfstandigen die winsten en baten genieten (PB), geldt voor het overbruggingsrecht een preferentieel belastingtarief van 16,5%, tenzij de betrokken zelfstandige in 2020 de winstlimiet van de 4 voorgaande jaren overschrijdt en het voorwerp uitmaakt van een fiche 281.50.


Sociale bedragen


De vraag bleef of in dit geval het crisis-overbruggingsrecht moet worden onderworpen aan sociale bijdragen voor zelfstandigen. De minister van Zelfstandigen en kmo's, die bevoegd is voor het sociaal statuut van de zelfstandigen, heeft daarom beslist een omzendbrief te verzenden om te zorgen voor een gelijkwaardige behandeling inzake de berekening van de sociale bijdragen, ongeacht het statuut van de zelfstandige (PB of zaakvoerder).


Vanuit sociaal oogpunt is het overbruggingsrecht de facto immers een vergoeding die wordt toegekend aan zelfstandigen die zich in een situatie van stopzetting van de activiteit bevinden, zoals bijvoorbeeld een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Het gaat dus strikt genomen niet om een "beroepsinkomen" dat is verworven in het kader van de uitoefening van de zelfstandige activiteit als omschreven in de sociale wetgeving.


Omzendbrief


De omzendbrief heeft dus tot doel het bedrag van de financiële uitkeringen van het crisis-overbruggingsrecht zoals dat in de fiches 281.50 voor de begunstigden van winsten en baten is vermeld, uit de bijdragegrondslag te schrappen, zoals reeds het geval is voor zaakvoerders.


Voor minister Clarinval: "was deze omzendbrief noodzakelijk om de geldende wetgeving te verduidelijken. Tijdens dit proces was het mijn prioriteit om, met inachtneming van de geldende wetgeving, de belasting op het overbruggingsrecht zo veel mogelijk te beperken; het gaat immers om een steunmaatregel voor zelfstandigen die met een ongekende crisissituatie worden geconfronteerd."


Bron : Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Persbericht, 28 januari 2021, "David Clarinval stelt het crisis-overbruggingsrecht vrij van sociale bijdragen"

Zie ook RSVZ - Crisis-overbruggingsrecht vrijgesteld van sociale bijdragen


Mots clés