De nieuwe DAC 7 FAQ's over de verplichtingen van exploitanten van digitale platforms zijn bijgewerkt en zijn hieronder beschikbaar.
Tegenover de uitbreiding van de markt van online platformen die tal van transacties tussen de gebruikers-deelnemers van de deeleconomie en de economie op aanvraag mogelijk maken, moeten de fiscale administraties hun strategieën inzake fiscale discipline aanpassen om rekening te houden met het feit dat een groeiend aantal belastingplichtigen een belastbaar inkomen ontvangen uit deze platformen.
De activiteiten uitgevoerd door de tussenpersoon van deze platformen zijn niet altijd zichtbaar voor de fiscale administraties of worden niet altijd aangegeven door de belastingplichtigen. Deze evoluties zorgen voor concurrentieverstorende risico's met de traditionele ondernemingen en de vermindering van de aangegeven belastbare inkomsten.
Bepaalde rechtsgebieden hebben, op nationaal niveau, reeds de vereisten inzake de rapportage aangepast met het risico om een wildgroei van verschillende rapportageverplichtingen te zien, wat de basis zou kunnen worden van nadelige obstakels voor de voortzetting van de activiteiten van deze platformen.
In 2020 heeft de OESO de rapportagemodelbepalingen uitgewerkt die vatbaar zijn om uniform te worden aangepast door de geïnteresseerde rechtsgebieden om de inlichtingen te ontvangen over de uitgevoerde transacties en de gerealiseerde winsten door de online-verkopers zodat de verspreiding van de verschillende verplichtingen, op nationaal niveau, inzake de mededeling van de inlichtingen aan banden wordt gelegd en zodat de ontwikkeling van automatische gegevensuitwisselingsakkoorden tussen de geïnteresseerde rechtsgebieden mogelijk wordt gemaakt.
Ook op het niveau van de Europese Unie is nagedacht over het feit dat de digitalisering van de economie de afgelopen jaren snel is toegenomen en dat een stijgend aantal complexe situaties in verband met belastingfraude, -ontduiking en -ontwijking hiervan het gevolg is. De grensoverschrijdende dimensie van diensten die worden aangeboden door platformexploitanten, heeft geleid tot een complexe situatie waarin het moeilijk kan zijn de belastingregels te handhaven en de naleving van de belastingwetgeving te garanderen. Er is een gebrek aan naleving van de belastingwetgeving en de waarde van niet aangegeven inkomsten is aanzienlijk. De belastingdiensten van de lidstaten beschikken niet over voldoende inlichtingen om een correcte beoordeling en controle uit te voeren van de bruto-inkomsten in hun land uit commerciële activiteiten die via digitale platformen worden verricht. Dit is vooral problematisch wanneer de inkomsten of de belastbare bedragen binnenkomen via digitale platformen die in een ander rechtsgebied zijn gevestigd.
De belastingdiensten verzoeken de platformexploitanten regelmatig om inlichtingen. Voor de platformexploitanten ontstaan hierdoor aanzienlijke administratieve en nalevingskosten. Tegelijkertijd hebben sommige lidstaten een eenzijdige rapportageverplichting ingevoerd, die een extra administratieve last voor de platformexploitanten betekent, aangezien zij veel nationale rapportagenormen moeten naleven. Het is daarom essentieel dat een uniforme rapportageverplichting wordt ingevoerd die overal in de interne markt geldt.
Aangezien een groot deel van de inkomsten of belastbare bedragen van de verkopers op digitale platformen grensoverschrijdend is, zou de rapportage van inlichtingen betreffende relevante activiteiten aanvullende positieve resultaten opleveren, mits ook de lidstaten die in aanmerking komen om de inkomsten te belasten, van die informatie in kennis worden gesteld. Met name de automatische uitwisseling van inlichtingen tussen belastingautoriteiten is van wezenlijk belang om die belastingautoriteiten de inlichtingen te bezorgen die zij nodig hebben om de verschuldigde inkomstenbelasting en belasting over de toegevoegde waarde (btw) correct vast te stellen.
Gezien de moeilijkheden om belastbare feiten te detecteren in verband met commerciële activiteiten die door digitale platformen worden gefaciliteerd, en tevens rekening houdend met de extra administratieve last voor de belastingdiensten in dergelijke gevallen, bleek het noodzakelijk een rapportageverplichting in te stellen voor platformexploitanten. De platformexploitanten zijn beter in staat om de noodzakelijke inlichtingen te verzamelen en te verifiëren met betrekking tot alle verkopers die werkzaam zijn op en gebruikmaken van een specifiek digitaal platform.
Deze doelstelling werd gerealiseerd via de richtlijn (EU) 2021/514 van de raad van 22 maart 2021 tot wijziging van richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, of kortweg 'DAC 7'.
De richtlijn (EU) 2021/514 van de raad van 22 maart 2021 tot wijziging van richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen of kortweg 'DAC 7' heeft onder andere een rapportageverplichting ingevoerd voor exploitanten van platformen alsook een verplichte uitwisseling van de verzamelde informatie tussen belastingautoriteiten.
Via deze richtlijn wil de Europese Unie voor meer transparantie zorgen over de inkomsten van verkopers op online platforms. Hiervoor wordt een rapportageplicht ingevoerd voor de platformexploitanten om bepaalde inlichtingen over de verkopers en over de, door deze laatste ontvangen, tegenprestaties aan de overheid te bezorgen. Veel van de inkomsten die via online platforms worden vergaard zijn immers grensoverschrijdend. Om op dit vlak voor meer transparantie en een efficiëntere samenwerking te zorgen voorziet de richtlijn in een systeem van automatische uitwisseling van inlichtingen tussen de administraties van de lidstaten.
De DAC 7-richtlijn werd naar Belgisch recht omgezet door de wet van 21 december 2022 tot omzetting van richtlijn (EU) 2021/514 van de raad van 22 maart 2021 tot wijziging van richtlijn 2011/16 (EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.
Ingevolge deze omzetting werden volgende wijzigingen aangebracht aan het wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92):
Deze FAQ behandelen enkel de nieuwe verplichtingen van platformexploitanten of m.a.w. deze FAQ geven aan hoe de nieuwe artikelen 321quater t.e.m. 321decies, WIB 92, moeten worden geïnterpreteerd.
Er wordt opgemerkt dat sinds begin 2021 er in België reeds een rapportage- en informatieverplichting bestond voor exploitanten van bepaalde digitale samenwerkingsplatformen (DAC 7 light). Deze verplichtingen zijn opgenomen in art. 321quater, WIB 92 (hierna art. 321quater, WIB 92 oud) en de overeenkomstig dit artikel verzamelde informatie voor het jaar 2022 moet uiterlijk op 31.03.2023 aan de fiscale administratie worden bezorgd.
Voor de verplichtingen waaraan de platformexploitanten moeten voldoen en de informatie die door hen moet worden verstrekt vanaf 01.01.2023, gelden de bepalingen van de wet tot omzetting van de 'DAC 7'-richtlijn in het WIB 92 (art. 321quater 'nieuw' t.e.m. 321decies, WIB 92).
Net zoals bij de DAC7-light (artikel 321quater, WIB 92 oud) wordt voorzien in een rapportageverplichting voor de platformexploitanten. Deze worden verplicht bepaalde inlichtingen te verstrekken over de rapporterende platformexploitanten zelf en over de verkopers die inkomsten verkrijgen via hun platform.
De nieuwe artikelen 321quater en verder WIB 92 verschillen evenwel op een aantal punten van de DAC 7-light o.a.: