Europa legt de focus op crypto-activa. Na de MiCa-verordening waarmee een eerste stap werd gezet naar een geharmoniseerd kader voor aanbieders van cryptodiensten, heeft de Europese raad op 17 oktober 2023 voor de zevende keer gesleuteld aan de richtlijn 2011/16/EU inzake administratieve samenwerking op belastinggebied (‘directive on administrative cooperation) teneinde hieronder ook transacties met crypto-activa onder te brengen (ook ‘DAC8’ genaamd). In navolging van de reeds bestaande rapportageverplichtingen en verplichte automatische gegevensuitwisseling omtrent bankrekeningen gehouden in een lidstaat door een inwoner van een andere lidstaat, zullen deze regels onder DAC8 nu dus ook worden uitgebreid tot crypto-activa. DAC8 dient door de lidstaten te worden toegepast vanaf 1 januari 2026.
Op 17 mei 2023 heeft de Raad van de Europese Unie de MiCA verordening (Markets in Crypto-Assets) aangenomen, alsook werd een politiek akkoord bereikt over een wijziging aan de richtlijn 2011/16/EU of DAC8. Ingevolge MiCa worden emittenten en dienstverleners voor crypto-activa, alsook uitgevers en dienstverleners van crypto-activa onderworpen aan de bestaande antiwitwasregels. Het doel hiervan is om investeerders te beschermen en handhaving van antiwitwasregelgeving te vergemakkelijken, dit door de transparantie in de sector te verhogen.
MiCA maakt deel uit van het bredere "pakket digitaal geldwezen", dat moet leiden tot een Europese aanpak die technologische ontwikkeling bevordert en financiële stabiliteit en consumentenbescherming waarborgt. De bedoeling van MiCa is om nieuwe digitale instrumenten en technologieën te integreren in en te onderwerpen aan het bestaande rechtskader. MiCa voorziet in nieuwe regels waaraan de aanbieders van crypto-activadiensten moeten voldoen om de beleggingen van consumenten te beschermen.
Ingevolge MiCa wordt de Europese Bankautoriteit (EBA) ook belast met het bijhouden van een openbaar register van niet-conforme aanbieders van crypto-activadiensten.
Voortbouwend op de MiCa verordening heeft de Europese Raad op 17 oktober 2023 de zevende wijziging aan de Richtlijn 2011/16/EU met betrekking tot administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten of DAC8 goedgekeurd. De bepalingen van DAC8 zijn een omzetting van het ‘Crypto-Asset Reporting Framewerk’ (‘CARF’), opgemaakt door de OESO op vraag van de G20. De opgelegde verplichtingen zullen in een latere fase mogelijks ook hun weerga vinden in derde landen.
DAC8 heeft tot doel de belastingheffing op transacties met crypto-activa door belastingautoriteiten van de lidstaten te vergemakkelijken. De richtlijn breidt in die zin het toepassingsgebied van MiCa uit en is van toepassing op zowel aanbieders van crypto-activadiensten die onder de MiCa verordening vallen en krachtens deze verordening een vergunning hebben gekregen, als op exploitanten van crypto-activa voor wie dat niet geldt.
Het algemene begrip van wat onder “crypto-activa” wordt verstaan, is zeer breed en omvat ook crypto-activa die decentraal zijn uitgegeven, evenals stablecoins, met inbegrip van e-money tokens en bepaalde niet-verwisselbare tokens (NFT's).
Onder DAC8 zullen aanbieders van cryptodiensten (o.a. digitale platformen en aanbieders van digitale wallets) verplicht worden om via ‘KYC’ (‘know your customer’) – procedures informatie te verzamelen over de identiteit van hun klanten. Dit geldt zowel voor natuurlijke als rechtspersonen.
Daarnaast zullen deze aanbieders ook bepaalde transacties met crypto-activa (inclusief informatie over transacties van hun cliënten, zijnde cryptobeleggers waarbij crypto-activa worden omgezet tegen fiat geld) moeten melden aan de belastingdiensten die deze inlichtingen vervolgens moeten uitwisselen met andere betrokken lidstaten. Op vandaag bestaan reeds dergelijke verplichtingen voor financiële instellingen. De meeste crypto-activa vallen echter buiten het toepassingsgebied van deze rapportageverplichting omdat zij geen geld vormen in de zin van de Richtlijn dat op depositorekeningen of in financiële activa wordt aangehouden, alsook vallen de aanbieders van crypto-activadiensten en exploitanten van crypto-activa in de meeste gevallen niet onder de huidige definitie van financiële instelling.
DAC8 voorziet daarnaast ook in de automatische uitwisseling van voorafgaande grensoverschrijdende rulings voor vermogende particulieren. Wanneer er geen inlichtingen over rulings met betrekking tot natuurlijke personen worden uitgewisseld, zou dat tot gevolg kunnen hebben dat de belastingdiensten van de betrokken lidstaten mogelijk niet op de hoogte zijn van dergelijke rulings. Daardoor bestaat althans volgens de richtlijn het risico dat er mogelijkheden tot stand worden gebracht voor belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking.
Om dat risico te beperken en om de administratieve lasten te verminderen voert DAC8 derhalve de automatische uitwisseling van voorafgaande grensoverschrijdende rulings in indien het bedrag van de transactie of reeks transacties waarnaar in de voorafgaande grensoverschrijdende ruling wordt verwezen, het drempelbedrag van 1,5 miljoen EUR overschrijdt. Verder dienen ook voorafgaande grensoverschrijdende rulings automatisch te worden uitgewisseld die bepalen of een persoon al dan niet fiscaal ingezetene is van de lidstaat die de ruling afgeeft, tenzij dat enkel gebeurt in het kader van de vraag of er bronbelasting verschuldigd is op inkomsten uit arbeid, tantièmes, presentiegelden of pensioenen van niet-ingezetenen.
Vanaf 1 januari 2021 rust op de advocaat de fiscale meldingsplicht als hij betrokken is bij bepaalde limitatief omschreven grensoverschrijdende constructies (DAC6). Hoewel de toepasselijke regelgeving rekening houdt met het beroepsgeheim van de advocaat, gebeurt dat op een wijze die hem toch dwingt het beroepsgeheim te schenden. Om die reden hebben onder meer de orde van de Vlaamse balies en BATL (Belgian Association of Tax Lawyers) het Grondwettelijk Hof gevat, welke diverse prejudiciële vragen heeft gesteld aan het Europees Hof van Justitie. Op 8 december 2022 heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat advocaten die bij dergelijke grensoverschrijdende constructies optreden maar die op grond van hun beroepsgeheim van de meldingsplicht zijn vrijgesteld, er niet toe mogen worden verplicht om hiervan de andere intermediairs in kennis te stellen. De Richtlijn wordt in die zin dan ook gewijzigd. Let wel, advocaten blijven wel nog steeds gehouden om hun cliënten in kennis te stellen van diens eigen meldingsverplichtingen onder DAC6.
De lidstaten dienen, op enkele bepalingen na, uiterlijk op 31 december 2025 de richtlijn om te zetten in de nationale wetgeving en toe te passen met ingang van 1 januari 2026. Voorlopig is het nog afwachten hoe de Belgische wetgever de richtlijn zal implementeren en welke sancties er bij niet-naleving zullen worden opgelegd. De huidige DAC-richtlijn geeft lidstaten slechts een algemene instructie om effectieve, proportionele en afschrikwekkende boetes op te leggen bij niet-naleving.
Het is wel al duidelijk dat investeerders in crypto-activa op gecentraliseerde platformen en beurzen er rekening mee zullen moeten houden met de extra informatie waarover de belastingautoriteiten zullen beschikken. Dit is ook relevant in het kader van de jaarlijkse verplichting tot het melden van buitenlandse crypto wallets of rekeningen in de Belgische aangifte personenbelasting en bij het Centraal Aanspreekpunt binnen de Nationale Bank van België.
DAC8 viseert ook transacties met crypto-activa die decentraal plaatsvinden, t.w. zonder tussenkomst van externe partijen. Het is echter nog de vraag hoe de fiscus deze transacties zal kunnen controleren
Wij volgende de verdere ontwikkelingen op de voet. Bij vragen, aarzel niet om één van onze gespecialiseerde medewerkers te contacteren
Bron : Tiberghien Advocaten, november 2023