De Belgische economie kromp met 12,1 % in het tweede kwartaal van 2020

De binnenlandse werkgelegenheid daalde met 0,8 %.


Economische groei


In het tweede kwartaal van 2020 kromp het voor seizoen- en kalenderinvloeden gezuiverde bruto binnenlands product (bbp) naar volume ten gevolge van COVID-19 met 12,1 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Op jaarbasis liep de economische bedrijvigheid met 14,4 % terug. In vergelijking met het voorgaande kwartaal daalde de toegevoegde waarde in de industrie met 12,9 %, in de bouwnijverheid met 13,4 % en in de dienstensector met 11,5 %. Uitgedrukt als bijdrage tot de bbpgroei komt dat neer op respectievelijk -1,9 procentpunt, -0,6 procentpunt en -8,1 procentpunt. De bedrijfstak ‘Groot- en detailhandel; reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen; vervoer en opslag; verschaffen van accommodatie en maaltijden’ binnen de dienstensector leverde met -3,4 procentpunt de grootste negatieve bijdrage tot de groei. Ook de bedrijfstak waar de kunst-, amusement en recreatiesector toe behoort, werkte de inkrimping van het bbp fors in de hand, ten belope van -2,2 procentpunt.


Binnenlandse vraag


De binnenlandse vraag liet een sterke vertraging optekenen. De huishoudens verminderden hun consumptieve bestedingen met 12,7 %. Zowel de duurzame (-11,4 %) als de niet-duurzame (-11,5 %) consumptie liep terug, net als de uitgaven voor toerisme. Ook de investeringen van de huishoudens in woongebouwen daalden fors (-15,7 %). De uitgaven van de overheid, van hun kant, liepen eveneens fiks terug. Haar consumptieve bestedingen krompen met 8,3 %, voornamelijk als gevolg van de verminderde uitgaven voor niet-noodzakelijke activiteiten in de gezondheidssector (operaties, consultaties, …) tijdens de eerste vijf weken van het kwartaal; haar investeringen liepen met 11,7 % terug. Daarnaast werden de bedrijfsinvesteringen ook sterk beïnvloed door de huidige COVID-19-crisis, als gevolg waarvan ze met 19,9 % terugliepen.


Handel met het buitenland


Naar aanleiding van de forse inkrimping van de internationale handel gingen ook de Belgische in- en uitvoerstromen er aanzienlijk op achteruit. Aangezien de invoer (-13,9 %) sterker daalde dan de uitvoer (-13,3 %), had de netto-uitvoer van goederen en diensten een positieve impact op de verandering van het bbp (+0,4 procentpunt). Werkgelegenheid In het tweede kwartaal van 2020 daalde de binnenlandse werkgelegenheid met 0,8 % ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Op jaarbasis nam ze met 0,3 % af.

Die daling in het tweede kwartaal is geconcentreerd bij de loontrekkenden, waar de tijdelijke contracten (bijvoorbeeld die van de uitzendkrachten, de gelegenheidswerknemers, de flexi-werknemers en de jobstudenten) niet werden verlengd. Bovendien werden er tijdens deze periode ook vrijwel geen nieuwe jobs gecreëerd. De werkgelegenheid van de zelfstandigen bleef min of meer stabiel. De bedrijfstakken die het zwaarst worden getroffen, zijn de horeca en ook de diensten aan ondernemingen (waar de uitzendkantoren deel van uitmaken).


Ten opzichte van de flash-raming van 29 juli 2020 zijn de gepubliceerde groeicijfers heel wat nauwkeuriger. De voornaamste administratieve gegevens (met name btw-gegevens, gegevens over de industriële productie, …) waren in eenzelfde mate beschikbaar, zoals gebruikelijk is met de 60-dagenraming van een bepaald kwartaal van het bbp. De grootste onzekerheden in deze raming als gevolg van de pandemie situeren zich momenteel langs de kant van de niet-marktproductie en de componenten van de bestedingsoptiek, waar de beschikbare informatie nog vrij beperkt was en waar de traditionele ramingsmodellen niet altijd toepasbaar waren. Hier zijn grotere herzieningen mogelijk in de toekomst en bijgevolg ook in het bbp. Voor de seizoenzuivering van de reeksen werden de recente richtlijnen van Eurostat gevolgd om de impact van COVID-19 zo nauwkeurig mogelijk te ramen.




Bron: NBB

Mots clés

Articles recommandés