De motor van onze welvaartsgroei valt stil

Al wat we de komende decennia willen realiseren op het vlak van versterking van onze welvaartsstaat of verhoging van de koopkracht moet komen van een sterkere productiviteitsgroei. Maar net die motor van onze welvaartsgroei is aan het stilvallen. De haperende productiviteitsgroei zou met ruime voorsprong de belangrijkste bezorgdheid van onze overheden moeten zijn.

In essentie wordt de welvaart in een economie bepaald door twee factoren: hoeveel mensen werken er, en hoeveel output genereert elke werkende gemiddeld. Dat laatste is de productiviteit per werkende. Allerlei zaken, zoals onze welvaartsstaat, het onderwijs, de gezondheidszorg, huisvesting… worden uiteindelijk mogelijk gemaakt door de combinatie van het aantal werkenden en hun productiviteit. In het verleden speelden beide factoren een belangrijke rol voor onze welvaartsgroei. Zo droegen ze de voorbije 25 jaar ongeveer 50-50 toe aan de toename van de economische activiteit. Dat beeld zal de komende decennia evenwel structureel veranderen. Door de demografische transitie zal het potentieel om meer mensen aan het werk te krijgen fors afnemen. Volgens de inschatting van het Planbureau moet 90% van onze welvaartsgroei in de komende 50 jaar komen van toenemende productiviteit.

Stilvallende productiviteitsgroei

Het belang van de productiviteitsgroei als motor voor onze welvaart is dus enorm. En net nu is die motor zo goed als stilgevallen. De productiviteitsgroei is in zowat alle industrielanden al decennialang aan het vertragen, maar de cijfers van de jongste 15 jaar zijn ronduit verontrustend. Mogelijk zijn die productiviteitscijfers vertekend door de recente crisissen. Zo is de volledige impact van de coronacrisis op de productiviteitsgroei nog niet helemaal duidelijk. Hoe het structureel toegenomen thuiswerk uiteindelijk de productiviteit zal beïnvloeden, blijft afwachten. Maar, als we er niet in slagen om die productiviteitsgroei gevoelig terug op te krikken, ziet het er niet goed uit voor de toename van onze welvaart, die onder meer nodig is om de vergrijzing op te vangen en om onze welvaartsstaat verder te versterken, in de komende decennia. Los van meer zichtbare uitdagingen zoals de begroting of meer mensen aan het werk, zou de haperende productiviteitsgroei met ruime voorsprong de belangrijkste bezorgdheid van onze overheden moeten zijn. Die trend keren vereist onder meer veel meer inspanningen om de kwaliteit van het onderwijs te versterken, meer productiviteitsverhogende overheidsinvesteringen, een meer groeivriendelijke fiscaliteit en meer focus op innovatie.

Digitalisering

Misschien zal digitalisering de komende jaren onze productiviteitsgroei redden. De digitale versnelling, vooral dankzij artificiële intelligentie, houdt op dat vlak een enorm potentieel in. Maar ook dat zal niet vanzelf gaan. En België is zeker niet top op het vlak van digitalisering, en lijkt ook niet klaar om daar de komende jaren verandering in te brengen. We hebben dringend nood aan een ernstige productiviteitsagenda, met daarin een centrale rol voor digitalisering. Anders dreigt er de komende decennia niet al te veel welvaartsgroei meer in te zitten.

Bart Van Craeynest

Hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten

Mots clés

Articles recommandés

Vlaamse bedrijven in China: een stralende toekomst of verleden tijd?

Akkoord op het pakket btw in het digitale tijdperk : de knelpunten ..