De nieuwe de-minimis verordening

Op regelmatige basis krijgt de VLAIO de vraag van ondernemers of bepaalde steunmaatregelen onder de “de-minimis” vallen.

Bij de aanvraag van bepaalde steunmaatregelen moeten zij namelijk een “verklaring op eer” ondertekenen waarbij zij verklaren dat de onderneming niet meer dan € 200.000 de-minimissteun heeft ontvangen over de laatste drie belastingjaren (huidig lopende jaar en twee voorgaande belastingjaren) op het moment van de toekenning van de nieuwe steun.

Waarom is deze Europese verordening belangrijk ?

De Europese Unie wil gelijke concurrentievoorwaarden voor alle ondernemingen op de interne markt. Wanneer nationale, regionale of lokale overheden met staatsmiddelen selectieve “voordelen” toekennen aan bepaalde ondernemingen kan dit de markt verstoren. Dergelijke voordelen worden “staatssteun” genoemd en zijn onderworpen aan de Europese staatssteunregels.

Alle staatssteun moet in principe aangemeld worden bij de Europese Commissie en mag niet starten vooraleer ze definitief wordt goedgekeurd door de Europese Commissie. Dat is een logge procedure en neemt heel wat tijd in beslag.

De-minimis is een van de uitzonderingen op deze logge Europese procedures voor staatsteun. Wat is dit? Welke maatregelen vallen hieronder? En wat gebeurt er als je deze drempel overschrijdt? Dat leggen we uit op deze pagina van de VLAIO website ‘De-minimis: wat moet ik weten als ondernemer?’

De huidige de-minimis verordening loopt dit jaar af. Vanaf 1 januari 2024 en dit tot eind 2030 treedt een nieuwe in voege met toch wat wijzigingen t.o.v. de huidige. We lichten de belangrijkste aanpassingen hier even toe.

De drempel wordt verhoogd

Een onderneming mag volgens de huidige verordening in de voorbije drie jaar (huidig lopende jaar en twee voorgaande belastingjaren) niet meer dan € 200.000 de-minimissteun hebben ontvangen. Voor de transportsector werd deze drempel verlaagd tot € 100.000.

Deze drempel wordt verhoogd naar € 300.000 per drie jaar per begunstigde. De aparte lagere drempel voor de transportsector vervalt.

De periode van drie jaar wordt anders berekend

Voortaan gaat het om een “rollende periode” van steeds de volle drie jaar en niet langer het “huidige boekjaar en de twee voorgaande”. In de huidige regelgeving kon de referentieperiode vaak aanzienlijk korter zijn dan drie jaar, bijvoorbeeld wanneer de steun werd toegekend aan het begin van een boekjaar, waardoor de referentieperiode het korte huidige boekjaar en de twee voorgaande was, zodat de periode dan maar twee jaar en enkele maanden bedroeg.

Je zal vanaf 1 januari 2024 dus steeds de volle drie jaar moeten terugrekenen van dag tot dag. Bij een steunbeslissing op 1 februari 2024, zal men dus alle toegekende de-minimissteun van 1 februari 2021 tot 1 februari 2024 moeten optellen.

Wat wijzigt niet?

De steun moet nog steeds berekend worden per lidstaat en per “onderneming”. Waarbij met onderneming “alle verbonden ondernemingen” worden bedoeld. Bij deze verbonden ondernemingen mag de volledige groep dus maximaal € 300.000 de-minimis krijgen per lidstaat.

Ook onveranderd gebleven is dat subsidies onder de-minimis nog steeds toegekend kunnen worden aan ondernemingen in moeilijkheden (OIM). Als de steun wordt verleend in de vorm van waarborgen of leningen, zijn er wel extra voorwaarden inzake dit OIM statuut.

Vanaf 1 januari 2026 een verplicht register voor de-minimissteun

Momenteel bestaat er reeds een register waarin alle overheden de individuele steun van ten minste € 100.000 per onderneming moeten invoeren, als die werd verkregen onder andere Europese staatssteunregels (zoals de algemene groepsvrijstellingsverordening AGVV). Deze drempel lag voorheen op € 500.000 maar werd op 1 juli 2023 verlaagd naar € 100.000. Dit TAM register(externe link), waar TAM staat voor Transparantievereisten, is voor iedereen toegankelijk.

De Europese Commissie voert vanaf 1 januari 2026 een gelijkaardig register in waarin je alle de-minimis steun kan terugvinden. Dit om de administratieve last voor de ondernemingen en administraties te verkleinen. Deze verplichting zou gelden voor alle steunverlenende overheden, zowel op federaal als gewestelijk niveau, maar dus ook voor alle lokale overheden, zoals provincies, gemeentes, intercommunales,…

Zolang het register er nog niet is, en zolang het register nog geen drie jaar actief is, blijft de huidige werkwijze via “verklaring op eer” nog steeds noodzakelijk. Zodra het register drie jaar actief is, valt die verplichting weg. Dat kan dus ten vroegste vanaf 1 januari 2029.

Meer informatie

Meer informatie kan je terugvinden in de Verordening zelf(externe link) en op deze pagina: 'Veelgestelde vragen: De-minimis'. Zodra er meer nieuws is van dit register verneem je het ook op deze pagina.

Bron : VLAIO, nieuws, december 2023

Mots clés

Articles recommandés

Middellang en langdurig absenteïsme gestegen naar recordhoogtes : jongere werknemers en arbeiders meest getroffen

5de Multilateral Assessment voor België tijdens COP29 (Bakoe)

Bijna één op de vijf zorgbedrijven zet flexi-jobbers in