De zaak Crédit Suisse in 5 vragen

1. In een nieuwsbericht van De Tijd (22 augustus 2020) wordt melding gemaakt van een lopend onderzoek door het Belgische gerecht naar de activiteiten van de Zwitserse bank Crédit Suisse in België. De bank zou meer dan 2.600 Belgische klanten hebben geholpen om hun buitenlandse rekeningen verborgen te houden voor de Belgische fiscus. Komt dit bericht over mogelijke belastingontduiking als een verrassing ?


Neen, niet bepaald. Het onderzoek zou immers betrekking hebben op de periode tussen 2003 en 2014. In die periode was het – bij gebrek aan internationale gegevensuitwisseling – nog mogelijk om kapitaal te verbergen voor de Belgische fiscus, bijvoorbeeld door rekeningen te openen op naam van exotische schermvennootschappen. Het is een publiek geheim dat bepaalde buitenlandse financiële instellingen, zoals Zwitserse en Luxemburgse banken, hun Belgische klanten in dat opzicht hebben bijgestaan.


2. Is het mogelijk dat dergelijke praktijken op vandaag nog steeds plaatsvinden ?


De tijden zijn inmiddels toch fundamenteel veranderd. Enerzijds is de antiwitwasregelgeving verstrengd en wordt de naleving ervan strikter opgevolgd. Hierdoor hebben Zwitserse banken hun handelswijze gewijzigd en staan ze voortaan in voor de "fiscale conformiteit" van hun klanten in het kader van hun antiwitwasverplichtingen. Anderzijds wisselt Zwitserland sinds 2018 automatisch informatie uit met buitenlandse (o.a. Belgische) belastingautoriteiten over financiële rekeningen van niet-ingezetenen (o.a. Belgische belastingbetalers) aangehouden bij Zwitserse financiële instellingen. Binnen dit kader moeten Zwitserse banken o.a. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een schermvennootschap meedelen. Het is dus een mythe dat men tegenwoordig nog ongestraft een vermogen kan verbergen bij een Zwitserse bank.


3. Welk risico lopen de meer dan 2600 Belgische klanten die in het vizier van het gerecht zitten ?


Hoogstwaarschijnlijk zal een groot deel van deze klanten eventuele fiscale tekortkomingen inmiddels reeds hebben rechtgezet door middel van een fiscale regularisatie bij het Contactpunt Regularisaties. Deze klanten hebben verder niets te vrezen, aangezien ze ingevolge deze fiscale regularisatie kunnen genieten van een strafrechtelijke en fiscale immuniteit.

Voor degenen die hun situatie niet (of slechts gedeeltelijk) hebben geregulariseerd, is de situatie anders. Zij kunnen strafrechtelijk worden vervolgd en veroordeeld voor fiscale misdrijven en hiermee samenhangende witwasmisdrijven, zelfs indien er op fiscaal gebied reeds verjaring zou zijn ingetreden. Het aanhouden van een rekening in Zwitserland met zwart (of grijs) geld kan er immers toe leiden dat de rekeninghouder een witwasmisdrijf pleegt als hij bv. het geld belegt in aandelen of obligaties, etc. Het witwassen van geld is een voortdurend misdrijf dat in principe niet verjaart.

Mogelijks zullen deze rekeninghouders echter een minnelijke schikking kunnen afsluiten teneinde een verdere strafrechtelijke vervolging te vermijden. Dit houdt in dat de ontdoken belastingen moeten worden terugbetaald aan de Belgische fiscus in combinatie met een geldsom.


4. Hebben Belgen die op vandaag buitenlandse rekeningen aanhouden nog de mogelijkheid om over te gaan tot een fiscale regularisatie ?


Zolang zij niet in kennis zijn gesteld van lopende specifieke onderzoeksdaden (door bijv. een Belgische gerechtelijke instantie of de Belgische belastingadministratie) kunnen zij een regularisatiedossier indienen. Afhankelijk van het onderliggende fiscale misdrijf dient dit regularisatiedossier bij het federale Contactpunt Regularisaties, bij de Vlaamse Belastingdienst of bij beiden te worden ingediend.

Voor fiscaal verjaarde kapitalen bedraagt de regularisatieheffing momenteel 40%. Voor fiscaal niet-verjaarde inkomsten wordt het normale belastingtarief verhoogd met 25%. Niet-aangegeven roerende inkomsten waarop in principe 30% belastingen verschuldigd waren, zullen hierdoor onderworpen worden aan een regularisatieheffing van 55% (30% + 25%). Een fiscaal niet-verjaarde successie is dan weer onderworpen aan een forfaitair tarief van 35% (verkrijging in rechte lijn of tussen partners).

Daar waar de federale fiscale regularisatie een permanent systeem betreft, is de Vlaamse regeling beperkt tot uiterlijk 31 december 2020. Hetzelfde geldt voor gemengde dossiers. Bijgevolg dringt de tijd voor bepaalde belastingplichtigen om nog voor het jaareinde hun regularisatiedossier in te dienen.


5. Wat indien een belastingplichtige door de Belgische fiscus wordt geconfronteerd met inlichtingen over een buitenlandse rekening ingevolge de internationale gegevensuitwisseling ?


Indien de inkomsten ontvangen op deze rekening niet correct zouden zijn aangegeven, zullen de nodige fiscale rechtzettingen worden doorgevoerd door de Belgische fiscus. In principe wordt daarbij een belastingverhoging van 50% opgelegd.

Dergelijke fiscale rechtzettingen zijn evenwel slechts mogelijk voor zover de aanslagtermijnen nog niet zijn verstreken. De Belgische fiscus is m.a.w. niet bevoegd om rechtzettingen door te voeren m.b.t. het zogenaamde “fiscaal verjaard kapitaal”.

In de mate van het nodige zal de Belgische fiscus verzoeken aan de belastingplichtige om dit fiscaal verjaard kapitaal alsnog te regulariseren bij het Contactpunt Regularisaties. Bij gebrek hieraan dient het dossier in principe door de fiscus te worden overgemaakt aan het Parket, hetgeen kan uitmonden in een strafrechtelijke vervolging.


Denis-Emmanuel Philippe en Pieterjan Smeyers

Advocaten Bloom Law Firm

Mots clés

Articles recommandés

Een wereldwijd rapport 2024 over belastingontduiking door het Eu TAX Observatory

Begrotingsoefening : standpunt van de Minister van Financiën

Beleggingsfraudeurs gaan steeds slimmer te werk