Economische najaarsprognoses 2022: EU-economie op een keerpunt

Na een sterke eerste jaarhelft is de economie van de EU nu een veel moeilijkere fase ingegaan.

De schokken als gevolg van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne doen de mondiale vraag afnemen en versterken de wereldwijde inflatoire druk. De EU is een van de zwaarst getroffen geavanceerde economieën, vanwege haar geografische nabijheid tot de oorlog en haar sterke afhankelijkheid van de invoer van gas uit Rusland. De energiecrisis tast de koopkracht van huishoudens aan en weegt op de productie. De economische verwachtingen zijn aanzienlijk somberder geworden. Hoewel de groei in 2022 naar verwachting beter zal uitvallen dan eerder voorspeld, zijn de vooruitzichten voor 2023 voor de groei dan ook aanzienlijk zwakker en voor de inflatie hoger dan in de tussentijdse zomerprognose van de Europese Commissie.



Achtergrond

Deze prognoses zijn gebaseerd op een reeks technische aannamen met betrekking tot wisselkoersen, rentetarieven en grondstoffenprijzen tot aan 31 oktober. Wat alle andere nieuwe gegevens betreft, met inbegrip van aannamen over het overheidsbeleid, wordt in deze prognose rekening gehouden met informatie tot aan 27 oktober. Tenzij nieuw beleid is aangekondigd en voldoende gedetailleerd is uitgewerkt, is er bij de prognoses van uitgegaan dat het beleid ongewijzigd blijft.

De Europese Commissie publiceert jaarlijks twee uitgebreide prognoses (voorjaar en najaar) en twee tussentijdse prognoses (zomer en winter). De tussentijdse prognoses gaan uit van de jaar- en kwartaalcijfers voor bbp en inflatie in het lopende en het volgende jaar in alle lidstaten, naast geaggregeerde data voor de EU en de eurozone.

In de economische winterprognoses 2023 van de Europese Commissie (verwacht in februari 2023) zullen de prognoses voor bbp en inflatie worden geactualiseerd

Aanzienlijke afname van de groei bij de jaarwisseling

De reële bbp-groei in de EU verraste positief in de eerste helft van 2022, waarbij de consumentenuitgaven, met name voor diensten, na de versoepeling van de COVID-19-inperkingsmaatregelen werden gekenmerkt door een krachtige hervatting. De toename zette zich in het derde kwartaal voort, zij het in een aanzienlijk lager tempo.

Tegen de achtergrond van grote onzekerheid, hoge druk op de energieprijzen, aantasting van de koopkracht van huishoudens, een zwakkere externe omgeving en strengere financieringsvoorwaarden zullen de EU, de eurozone en de meeste lidstaten naar verwachting in het laatste kwartaal van het jaar in een recessie terechtkomen. Toch zullen de krachtige dynamiek vanaf 2021 en de sterke groei in de eerste jaarhelft de reële bbp-groei in 2022 als geheel doen oplopen tot 3,3 % in de EU (3,2 % in de eurozone) – ruim boven de in de tussentijdse zomerprognose voorspelde 2,7 %.

Aangezien de inflatie het beschikbare inkomen van huishoudens blijft uithollen, zal de krimp van de economische bedrijvigheid zich in het eerste kwartaal van 2023 voortzetten. Verwacht wordt dat Europa in het voorjaar opnieuw zal kunnen aanknopen met groei, aangezien de greep van de inflatie op de economie geleidelijk afzwakt. Nu de sterke tegenwind de vraag echter nog steeds afremt, zal de economische bedrijvigheid naar verwachting afzwakken, met een bbp-groei van 0,3 % in 2023 als geheel, zowel in de EU als in de eurozone.

Tegen 2024 zal de economische groei naar verwachting geleidelijk weer aantrekken, met een gemiddelde van 1,6 % in de EU en 1,5 % in de eurozone.

Inflatie loopt nog verder op om vervolgens geleidelijk af te zwakken

Verwacht wordt dat de hoger dan verwachte inflatiewaarden gedurende de eerste tien maanden van 2022 en de toenemende prijsdruk de inflatiepiek naar het einde van het jaar hebben verlegd en de jaarlijkse inflatieprognose tot 9,3 % in de EU en 8,5 % in het eurogebied hebben opgetrokken. De inflatie zal naar verwachting dalen in 2023, maar zal hoog blijven met 7,0 % in de EU en 6,1 % in de eurozone, alvorens in 2024 af te zwakken tot respectievelijk 3,0 % en 2,6 %.

In vergelijking met de tussentijdse zomerprognose betekent dit een opwaartse bijstelling van bijna één procentpunt voor 2022 en meer dan twee procentpunten in 2023. De herzieningen zijn grotendeels het gevolg van aanzienlijk hogere groothandelsprijzen voor gas en elektriciteit, die druk uitoefenen op de detailhandelsprijzen voor energie en op de meeste goederen en diensten in het consumptiepakket.

Sterkste arbeidsmarkt in decennia blijft veerkrachtig

Ondanks de moeilijke omstandigheden is de arbeidsmarkt sterk blijven presteren, met werkgelegenheid en arbeidsparticipatie op het hoogste niveau en werkloosheid op het laagste peil van de voorbije tientallen jaren. Door de krachtige economische expansie konden in de eerste helft van 2022 nog eens twee miljoen mensen extra tot de arbeidsmarkt toetreden, waardoor het aantal werkenden in de EU is gestegen tot een recordniveau van 213,4 miljoen. Het werkloosheidspercentage bleef in september op een laagterecord van 6,0 %.

De arbeidsmarkten zullen naar verwachting met vertraging reageren op de afname van de economische activiteit, maar zullen wel veerkrachtig blijven. De werkgelegenheidsgroei in de EU wordt geraamd op 1,8 % in 2022, alvorens in 2023 tot stilstand te komen en lichtjes toe te nemen tot 0,4 % in 2024.

De werkloosheidscijfers in de EU worden geraamd op 6,2 % in 2022, 6,5 % in 2023 en 6,4 % in 2024.

Lage groei, hoge inflatie en energieondersteunende maatregelen wegen op tekorten

De sterke nominale groei in de eerste drie kwartalen van het jaar en de geleidelijke stopzetting van de pandemiegerelateerde steun hebben de overheidstekorten in 2022 verder doen dalen, ondanks nieuwe maatregelen om de gevolgen van de stijgende energieprijzen voor huishoudens en bedrijven te verzachten. Na een daling tot 4,6 % van het bbp in 2021 (5,1 % in de eurozone) zal het tekort in de EU naar verwachting verder dalen tot 3,4 % van het bbp dit jaar (3,5 % in de eurozone).

In 2023 zal het geaggregeerde overheidstekort echter opnieuw licht stijgen (tot 3,6 % in de EU en 3,7 % in de eurozone) naarmate de economische activiteit verzwakt, de rente-uitgaven stijgen en de regeringen discretionaire maatregelen uitbreiden of nieuwe discretionaire maatregelen nemen om het effect van de hoge energieprijzen te verzachten. Met de geplande stopzetting van deze maatregelen in de loop van 2023 en het groeiherstel zou de druk op openbare financiën daarna moeten afnemen. Bijgevolg wordt het tekort geraamd op 3,2 % van het bbp in de EU en 3,3 % in de eurozone in 2024.

Voor de prognoseperiode wordt in de EU een verdere daling van de schuldquote voorspeld, van 89,4 % van het bbp in 2021 tot 84,1 % van het bbp in 2024 (en van 97,1 % tot 91,4 % in de eurozone).

Een uitzonderlijke mate van onzekerheid

Voor de economische vooruitzichten geldt nog steeds een uitzonderlijke mate van onzekerheid door het voortduren van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en het feit dat het potentieel voor verdere economische verstoring nog bij lange na niet is uitgeput.

De grootste bedreiging wordt gevormd door ongunstige ontwikkelingen op de gasmarkt en het risico van tekorten, met name in de winter van 2023–24. Buiten de gasvoorziening wordt de EU ook nog steeds direct en indirect blootgesteld aan verdere schokken op andere grondstoffenmarkten, waar de geopolitieke spanningen hoog oplopen.

Ook de langdurige inflatie en mogelijke wanordelijke aanpassingen op de mondiale financiële markten aan het nieuwe klimaat van hoge rente blijven belangrijke risicofactoren. Beide factoren worden versterkt door de mogelijke inconsistentie tussen de begrotingsdoelstellingen en de monetaire beleidsdoelstellingen.

Meer informatie

Bron : Europese Commissie, november 2022

Mots clés

Articles recommandés

Vereenvoudigde aangifte : nieuwe circulaire 2024/C/76

Focus on Europa's nieuwe digitale grenssysteem

De drie basisrentetarieven van de ECB worden met 25 basispunten opnieuw verlagen.