Economische vooruitzichten 2023-2028 voor België: groei stabiliseert, maar overheidsfinanciën blijven zorgwekkend

De Belgische economie zou met 1,3% groeien in 2023, met 1,6% in 2024 en met 1,4% per jaar in de periode 2025-2028. Dat gaat gepaard met een stijging van de werkgelegenheidsgraad tot 74,6% in 2028. De inflatie valt pas in 2025 terug tot minder dan 2%. Bij ongewijzigd beleid zou het overheidstekort vanaf 2026 boven de 5% van het bbp uitkomen, waardoor de overheidsschuld stijgt tot 114% van het bbp in 2028.


Achtergrond

> De werkgelegenheidsgraad verwijst naar het concept EU2020, d.w.z. voor de leeftijdsgroep 20-64 jaar en gebaseerd op de Enquête naar de arbeidskrachten.

> Deze vooruitzichten werden opgesteld aan de hand van de informatie die beschikbaar was op 6 juni 2023.

> Midden juli zal het Federaal Planbureau, in samenwerking met de studie- en statistiekdiensten van de drie gewesten (BISA, Statistiek Vlaanderen en IWEPS), regionale economische vooruitzichten publiceren.

De economische groei stabiliseert zich

Tegelijk met de afkoeling van de inflatie hernam de bbp-groei in het eerste kwartaal van 2023. Die zou in de rest van het jaar relatief sterk blijven. Op jaarbasis blijft de Belgische bbp-groei in 2023 niettemin beperkt tot 1,3% als gevolg van de zwakke groei in de tweede helft van vorig jaar.

In 2024 zou de bbp-groei aantrekken tot 1,6% onder impuls van de internationale conjunctuurverbetering en een licht aantrekkende groei van de binnenlandse vraag. In de periode 2025-2028 zou de Belgische bbp-groei zich stabiliseren op 1,4% per jaar.

De particuliere consumptie blijft een belangrijke groeimotor

In 2023 zou het reëel beschikbaar inkomen van de gezinnen stijgen met 4,4%. De indexering van de lonen en de sociale uitkeringen overtreft de inflatie en diverse steunmaatregelen verlichten de energiefactuur. In die context zou de consumptie van de gezinnen met 2,5% toenemen.

In 2024 zou de groei van het reëel beschikbaar inkomen veel lager uitkomen (1,0%), maar is de groeivertraging van de consumptie minder uitgesproken (1,8%). In de periode 2025-2028 zou het reëel beschikbaar inkomen gemiddeld met 1,5% per jaar toenemen en zou de consumptie in hetzelfde tempo stijgen.

De werkgelegenheidsgraad stijgt aanzienlijk

De netto-jobcreatie was opvallend sterk in 2021 en 2022, maar wordt minder uitgesproken in 2023 (+52 000). Voor 2024 wordt een gelijkaardige toename verwacht (+49 000). In de periode 2025-2028 zouden er gemiddeld 44 000 banen per jaar bijkomen.

In 2028 zou de werkgelegenheidsgraad 74,6% bedragen en daarmee beduidend onder de 80%-doelstelling van de federale regering blijven.

In 2023 zou de werkloosheidsgraad stijgen tot 8,4% en nadien geleidelijk dalen van 8,0% in 2024 tot 7,2% in 2028.


Het overheidstekort neemt opnieuw toe

Het overheidstekort zou stijgen van 3,9% van het bbp in 2022 tot 4,8% in 2023 en licht terugvallen tot 4,7% in 2024. Daarna zou het tekort onder invloed van de uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg en de stijgende rentelasten elk jaar toenemen en 5,5% van het bbp bereiken in 2028.

Uitgedrukt in procent van het bbp, daalde de overheidsschuld aanzienlijk in 2022 als gevolg van de hoge inflatie, maar ze zou vervolgens stijgen tot 114% in 2028.


De inflatie daalt sterk in 2023, maar nadien slechts langzaam

De stijging van de consumptieprijzen zou vertragen van 9,6% in 2022 tot 3,9% in 2023. De inflatie zou pas in 2025 onder de 2% uitkomen.

Baudouin Regout, Commissaris van het Federaal Planbureau: "Ondanks de zware schokken die de Belgische economie de voorbije jaren te verduren kreeg, heeft ze een grote veerkracht getoond. Dat beeld wordt echter overschaduwd door een aanzienlijke verslechtering van de overheidsfinanciën, die de komende jaren onder grote druk komen te staan door de stijging van de sociale uitgaven en de noden op het vlak van infrastructuur en defensie".


Verwante documenten - Data


Politiek en EconomieF.F.F.Economische groei was relatief veerkrachtig en zal slechts geleidelijk afnemen, volgens de NBB


Mots clés

Articles recommandés

5 redenen waarom we een federale regering nodig hebben