Erasmus+: het hoger onderwijs wereldwijd te moderniseren

Temps de lecture: 5 min |3 augustus 2023 à 16:01

Op 3 augustus 2023 heeft de Commissie 159 projecten voor financiering geselecteerd in het kader van het onderdeel capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs van Erasmus+. Doel is de modernisering en de kwaliteit van het hoger onderwijs in derde landen wereldwijd te ondersteunen. Deze projecten dragen allemaal bij tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling: de internationale samenwerking in het hoger onderwijs ondersteunen, de onderwijsstelsels verbeteren en groei en welvaart wereldwijd bevorderen.

Achtergrondinformatie

Erasmus+ is 36 jaar geleden opgericht en een van de meest emblematische programma's van de EU. Tot dusver hebben bijna 13 miljoen mensen aan het programma deelgenomen. Het programma beschikt voor de periode 2021-2027 over een totale begroting van 26,2 miljard euro en legt sterk de nadruk op sociale inclusie, de groene en de digitale transitie en de bevordering van de deelname van jongeren aan het democratische leven.

Het onderdeel capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs van Erasmus+ maakt deel uit van een bredere reeks acties om de uitwisseling van studenten en personeel te bevorderen en de samenwerking op het gebied van onderwijs tussen Europa en de rest van de wereld te steunen. Deze internationale acties zijn gebaseerd op partnerschappen tussen instellingen en belanghebbenden uit de EU27 en zes geassocieerde landen enerzijds en uit andere regio's in de wereld anderzijds (niet-geassocieerde derde landen). De zes met Erasmus+ geassocieerde landen zijn IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Noord-Macedonië, Servië en Turkije.

De partnerschappen komen deze derde landen ten goede en versterken de banden tussen Europa en deze landen wereldwijd door op het gebied van hoger onderwijs samen te werken. Dankzij de partnerschappen worden nieuwe onderwijsprogramma's en -methoden ontwikkeld, personeelsleden opgeleid en universitaire stelsels en administraties verbeterd. De projecten kunnen ook de weg banen voor nieuw beleid en hervormingen; bij deze projecten moeten de nationale onderwijsautoriteiten worden betrokken. De projecten komen niet alleen ten goede aan de onderwijssector: er worden ook vaardigheden en goede praktijken ontwikkeld op gebieden die van groot belang zijn voor de economie en de samenleving, zoals groene productiemethoden, energiebeheer, voedingswetenschap, ondernemerschap en nog veel meer.

Voor de periode 2021-2027 beschikt Erasmus+ over een totale begroting van 613 miljoen euro voor capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs. Er zullen nog vier jaarlijkse selecties plaatsvinden: de volgende oproep tot het indienen van voorstellen zal in november 2023 worden gepubliceerd.

In concreto

Via dit jaar geselecteerde projecten zullen 2 500 belanghebbenden in het hoger onderwijs uit bijna 130 landen wereldwijd samenwerken om het hoger onderwijs te moderniseren en te internationaliseren. De totale begroting van 115,3 miljoen euro voor 2023 zal onder meer worden gebruikt ter bevordering van de professionalisering van het wiskundeonderwijs in Centraal-Afrika; universitaire studies op het gebied van gelijkheidsrecht voor kwetsbare groepen in Latijns-Amerika; leerplannen voor een duurzame blauwe economie in het zuidelijke Middellandse Zeegebied; en cursussen voor een transformatieve verandering in het gezondheidsonderricht in Zuidoost-Azië. Projecten in andere regio's focussen op ondernemersvaardigheden voor Centraal-Aziatische vrouwen, digitaal onderwijs in de Westelijke Balkan, de ontwikkeling van bureaus voor internationale betrekkingen aan universiteiten in het Midden-Oosten en curricula inzake veerkracht op het gebied van levensmiddelen en voeding in West-Afrika.

Dit jaar heeft de EU ook 5 miljoen euro extra steun uitgetrokken voor Oekraïne. Doel is een grootschalig project van Erasmus+ voor universiteiten te ondersteunen om de digitale omgeving voor het hoger onderwijs in Oekraïne te verbeteren. Het vierjarige project “DigiUni” zal een hoogwaardig digitaal platform voor Oekraïense universiteiten ontwikkelen dat vooral ten goede zal komen aan studenten die het land moesten ontvluchten of intern ontheemd zijn. Het zal de continuïteit van onderwijs in het Oekraïens en volgens het Oekraïense leerplan waarborgen voor studenten die zijn ingeschreven aan Oekraïense instellingen voor hoger onderwijs. Het DigiPlatform zal met name voor digitale educatieve voorzieningen zorgen om opleidingen op het gebied van online onderwijsmethoden te ontwikkelen en leerinhoud aan online of virtuele omstandigheden aan te passen. Bij het project, dat wordt gecoördineerd door de nationale Taras Shevchenko-universiteit in Kiev, zullen instellingen voor hoger onderwijs en belanghebbenden uit zes EU-lidstaten (België, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Polen en Spanje) en 15 andere Oekraïense partners betrokken zijn, waaronder negen nationale universiteiten, de Ministeries van Onderwijs en Digitale Transformatie, het nationaal agentschap voor kwaliteitsborging in het hoger onderwijs en drie verenigingen die de IT-sector en de studenten vertegenwoordigen.

In het kader van de steun van het programma voor de oostelijk nabuurschapsregio zijn Oekraïense universiteiten en autoriteiten betrokken bij nog eens 19 projecten voor capaciteitsopbouw. De rol van universiteiten bij de wederopbouw wordt daarbij onderzocht, er worden voorstellen voor de hervorming van de leerplannen gedaan waarbij bijzondere aandacht aan vrede en multilateralisme wordt geschonken als transversale onderdelen van studies, of er worden vaardigheden op het gebied van energie-efficiëntie ontwikkeld.

De subsidieovereenkomsten zullen uiterlijk in november 2023 worden ondertekend, zodat de projecten voor het einde van het jaar van start kunnen gaan.