Sommige forfaitaire belastingplichtigen kunnen een inventaris van hun niet verkochte en vernietigde goederen opmaken om hun omzet aan te passen aan de coronacrisis. De foornijveraars (F19), wanneer zij hun goederen tijdens deze crisis niet kunnen blijven verkopen, inclusief de goederen bestemd voor ‘meeneem’. De bederfbare goederen die zij tijdens deze coronacrisis niet konden verkopen, werden bijgevolg vernietigd.
Het betreft ook de caféhouders (F04-24), wanneer zij door de verplichte sluiting ten gevolge van de coronacrisis bederfbare goederen hebben moeten vernietigen.
Op de datum van heropening van hun inrichting zullen deze belastingplichtigen, per koopwarengroep, een eenmalige inventaris kunnen opmaken van de niet verkochte en vernietigde goederen als gevolg van de coronacrisis.
Deze eenmalige inventaris moet per koopwarengroep de volgende vermeldingen bevatten:
In principe hebben de bederfbare goederen in voorraad een vervroegde taxatie ondergaan. Vermits deze goederen niet doorverkocht konden worden, moeten deze ontheven worden van de forfaitaire belasting. Voor het 4de kwartaal van 2020 en de kwartalen van 2021 waarin de verplichting tot sluiting werd gehandhaafd, kunnen de in die inventaris per koopwarengroep opgenomen waarden in mindering gebracht worden van de waarden, per koopwarengroep, waarop de forfaitaire coëfficiënten gewoonlijk toegepast worden.
Deze tolerantie kan niet toegepast worden:
De FOD Financiën zal met de inventaris van de niet verkochte en vernietigde goederen rekening houden bij de uitwerking van de forfaitaire grondslagen van aanslag inzake inkomstenbelastingen voor de betrokken belastingplichtigen.
Bron: FOD Financiën, nieuws, 8 februari 2021