
De Arizona-regering is op toerental gekomen en dat zorgt ervoor dat er niet enkel politieke akkoorden worden gesloten, maar ook dat deze politieke akkoorden stilaan in wetteksten vertaald worden. Tijdens de zomer werd er reeds een Programmawet gestemd (Programmawet van 18 juli 2025 ) en vandaag wordt de tweede stap gezet met de stemming van de Wet houdende diverse bepalingen. In deze wet werd onder meer beslist om de federale woonbonus af te schaffen, het maximumbedrag van inkomsten uit flexi-jobs op te trekken, de grensbedragen van verschillende fiscale gunstregimes te “bevriezen” (niet te indexeren) en verschillende belastingverminderingen af te schaffen.
De Wet diverse bepalingen bevat een aantal opvallende maatregelen op het vlak van de gezinsfiscaliteit, die toch een financiële impact zullen hebben
Maar deze wet bevat ook een aantal opvallende maatregelen op het vlak van de gezinsfiscaliteit, die toch een financiële impact zullen hebben. Het gaat meer bepaald om de afbouw van de fiscale aftrek van onderhoudsuitkeringen en het optrekken van het maximum aan netto-bestaansmiddelen voor personen ten laste.
Onderhoudsuitkeringen zijn in principe voor 80% aftrekbaar van het totale netto inkomen van de onderhoudsplichtige. Dit kan er uiteindelijk voor zorgen dat deze onderhoudsplichtige tot 50% belastingheffing kan vermijden op het bedrag van de betaalde onderhoudsuitkeringen. Wie op jaarbasis 6.000 euro onderhoudsgeld heeft betaald voor zijn minderjarig kind, zal 4.800 euro (80%) van zijn belastbaar inkomen kunnen aftrekken en door de fiscale aftrek eigenlijk tot 2.400 euro minder belasting moeten betalen. Het bedrag aan onderhoudsuitkeringen is dan weer wel voor 80% belastbaar bij de onderhoudsgerechtigde. Maar zeker indien het om minderjarige kinderen gaat, is er vaak geen belasting verschuldigd omdat het bedrag van de onderhoudsuitkering lager ligt dan de belastingvrije som.
De regering heeft de rekenoefening gemaakt en vastgesteld dat dit systeem een negatief effect heeft voor de begroting. De regering stelt dan ook voor om de aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen af te bouwen van de huidige 80% naar 70% voor de onderhoudsuitkeringen die vanaf 1 januari 2025 werden betaald. In 2026 daalt de aftrek dan verder naar 60% en in 2027 naar 50%. Om terug te komen op ons voorbeeld, zal de onderhoudsgerechtigde voor 2025 ipv 2.400 euro nog 2.100 euro belastingbesparing genieten. In 2027 zal dit nog slechts 1.500 euro zijn. Daarnaast heeft de regering ook beslist dat de onderhoudsuitkeringen die worden betaald of toegekend aan een persoon die geen inwoner is van een lidstaat van de EER of Zwitserland zullen in het geheel niet meer aftrekbaar zijn.
Het risico bestaat dat de regering met deze maatregel de beerput van de vechtscheidingen terug zal open trekken.
Hoewel dit een budgettaire ingreep is, zijn hier toch kanttekeningen bij te plaatsen. Het risico bestaat hier dat de regering met deze maatregel de beerput van de vechtscheidingen terug zal open trekken. Een familierechter die het bedrag van een onderhoudsuitkering moet bepalen houdt steevast ook rekening met de fiscale aftrek. Indien deze aftrek nu wordt terug gedraaid, zullen allicht heel wat echtscheidingsdossiers worden heropend met de vraag om het bedrag van de onderhoudsuitkering aan te passen. Dat de regering geen aandacht heeft voor deze “collateral damage” is toch wel verassend.
Wie personen ten laste heeft, heeft recht op een verhoogde belastingvrije som. Een van de voorwaarden echter om fiscaal als persoon ten laste te kunnen worden beschouwd, is dat de eigen bestaansmiddelen een bepaald bedrag niet overschrijden. Voor kinderen ten laste is dat plafond voor het aanslagjaar 2026 in de huidige stand van de wetgeving gelijk aan 4100 euro voor kinderen ten laste van gehuwden of wettelijk samenwonenden, 5930 euro voor kinderen ten laste van een alleen belaste belastingplichtige en 7520 voor een kind met een handicap ten laste van een alleen belaste belastingplichtige.
De regering wil werken verder stimuleren.
De regering heeft nu beslist om dat bedrag voor alle “soorten” kinderen op te trekken tot 12.000 euro (geïndexeerd bedrag voor het aanslagjaar 2026) De regering wil hiermee werken verder stimuleren. Studenten die één euro te veel verdienen dreigen vandaag niet meer ten laste te zijn van de ouders, waardoor zowel ouders als studenten belastingen moeten betalen en bepaalde voordelen in het gevaar komen. Met het optrekken van de grens van de netto eigen bestaansmiddelen tot 12.000 euro wil de regering aan deze problematiek tegemoet komen.