Grondwettelijk Hof vernietigt cash for car: wat nu?

In een arrest van 23 januari 2020 vernietigt het Grondwettelijk Hof de wet tot invoering van een mobiliteitsvergoeding.


Deze wet maakte het mogelijk om (het recht op) de bedrijfswagen in te leveren in ruil voor een vergoeding met een gunstige sociale en fiscale behandeling. Vandaar ook de vaak gebruikte term 'cash for car'.


Wie al in het systeem zit, kan nog uiterlijk tot eind 2020 blijven genieten van de voordelige mobiliteitsvergoeding.


Verzoek tot vernietiging

Van bij de start was duidelijk dat niet iedereen even opgezet was met dit systeem. Enkele verenigingen, begaan met milieu en klimaat, maar ook het ACV en ABVV dienden een verzoek in tot vernietiging van deze wet.


Een verzoek waar het Grondwettelijk Hof nu op in gaat.


Arrest

Het Hof struikelt ten gronde over volgende zaken:

  • er is onvoldoende gemotiveerd waarom de mobiliteitsvergoeding gunstiger moet behandeld worden dan gewoon loon;
    Hierdoor ontstaat een verschil in behandeling tussen:
    • werknemers die geen mobiliteitsvergoeding hebben en een loon ontvangen dat volledig onderworpen is aan socialezekerheidsbijdragen en belastingen en
    • werknemers die een vrij te besteden mobiliteitsvergoeding ontvangen met een gunstig sociaal en fiscaal statuut.
  • de wet verhindert de werknemer niet om de mobiliteitsvergoeding te gebruiken voor de aankoop van een wagen en daarmee opnieuw de woon-werkverplaatsing te maken.
    Daarom is er geen garantie dat de wet haar doelstelling - in positieve zin wegen op de fileproblematiek en het klimaat - effectief bereikt.
  • wie tegelijkertijd over meerdere bedrijfswagens beschikt, is in principe slechts verplicht is om één van die wagens in te leveren in ruil voor een mobiliteitsvergoeding;
  • het bedrag van de mobiliteitsvergoeding is gebaseerd op de cataloguswaarde van de bedrijfswagen die men inlevert. Het houdt geen rekening met het effectieve gebruik dat de werknemer van de wagen maakt.


Het Grondwettelijk Hof vernietigt daarom de wet van 30 maart 2018 tot invoering van een mobiliteitsvergoeding.


Maar handhaaft de gevolgen van de vernietigde wet tot de wetgever een initiatief neemt en uiterlijk tot en met 31 december 2020.


Gevolgen

Dat laatste is goed nieuws voor wie al een mobiliteitsvergoeding ontvangt.


Men laat het verleden ongemoeid. De werknemer kan nog uiterlijk tot en met 31 december 2020 blijven genieten van de mobiliteitsvergoeding en van het bijhorend gunstig sociaal en fiscaal statuut.


Vanaf 1 januari 2021 valt definitief het doek over dit systeem. Tenzij de wetgever nog een initiatief neemt om aan de fundamentele bezwaren tegemoet te komen.

Of dat initiatief er zal komen, is een vraag voor de politiek. Veel zal afhangen van welke partijen deel zullen uitmaken van een nieuwe federale regering.


Wie nu nieuw wil instappen, kan dat nog op basis van dit arrest. We raden dit echter af. Het is hoe dan ook een erg tijdelijk en eindig verhaal. Werkgever en werknemer kiezen beter voor een alternatieve oplossing.


Mogelijke alternatieven voor de mobiliteitsvergoeding zijn:

  • opnieuw een bedrijfswagen ter beschikking krijgen;
  • opschuiven naar het federale mobiliteitsbudget
  • de bedrijfswagen in het kader van een systeem van flexibel verlonen omzetten naar een budget om daarmee andere (mobiliteits)voordelen te kiezen of het te laten uitbetalen als brutopremie;
  • een bruto compensatie.


Wat met het mobiliteitsbudget?

Het systeem van het mobiliteitsbudget ligt niet onder vuur.


De termijn om de vernietiging van deze wet te vragen, is inmiddels verstreken. Het mobiliteitsbudget wacht dus niet zo'n drastisch lot als de mobiliteitsvergoeding.


Het Grondwettelijk Hof oppert zelfs dat er mogelijk een oplossing te vinden is binnen de wet mobiliteitsbudget.


Het laatste woord lijkt nog niet gezegd. Wij houden in elk geval de vinger aan de pols.


Bron: SD Worx- Grondwettelijk Hof - arrest 11/2020 - rolnummer 7043 - van 23 januari 2020

Mots clés

Articles recommandés

Budget mobiliteit: een geweldig hulpmiddel dat populair is bij jongeren, maar met beperkte vooruitzichten!

Meerderheid bedrijfswagens bij kmo zijn geen salariswagens

Circulaire 2024/C/49 over de fiscale behandeling van de mobiliteitsvergoeding