De hervorming van de fiscaliteit is ingezet. Tenzij we al op een zijspoor zijn beland…
Om de belangrijkste inkomstenbron voor de staat te hervormen, mogen we niet in het verleden blijven hangen. We moeten lijnen uittekenen en vernieuwen, op basis van een nieuw paradigma: hoe kunnen we tegemoetkomen aan de progressieve noden van onze maatschappij en tegelijkertijd de vele wijzigingen en evoluties implementeren?
Ruimte voor reflectie…
In de federale staatsbegroting 2022, telt de personenbelasting dit jaar 53 miljard. 3 keer meer dan de vennootschapsbelasting, 5 keer meer dan de accijnzen en 25 % meer dan de btw. Geen enkele fiscale inkomsten zijn hoger dan deze van de personenbelasting. De PB vertegenwoordigt meer dan een derde van het geheel van de inkomsten (143 miljard), zonder de sociale zekerheid (70 miljard).
En dat is een duidelijk Belgisch fenomeen. In 1995 bedroegen de inkomsten uit de personenbelasting 13,1 % van het BBP. In 2020 ging het om 11,8 %. In onze buurlanden gaat het om minder dan 10 %, en dat is altijd zo geweest.
Als minister Van Peteghem spreekt over de hervorming van de PB, spreekt hij dus over de hervorming van de belangrijkste bron van overheidsinkomsten. Als je weet dat de overheid steeds nood heeft aan middelen, is het vanzelfsprekend dat dit onderwerp gevoelig is. Dat is dan ook de reden waarom de Eerste Minister er recent aan herinnerde dat deze hervorming niet het voorwerp uitmaakt van de 7 prioriteiten voor de zomer.
De nood aan hervorming wordt steeds groter. 2 stromen liggen aan de grondslag. De eerste stroom wil de koopkracht verhogen. Men stelt vast dat België al te lang een te hoge loonlast inhoudt. Deze stroom ijvert dus voor een verlaging van de loonlast. De tweede stroom wil het aandeel in de personenbelasting aanpassen, zonder de inkomsten voor de overheid te wijzigen. Hier ligt de focus op het verlagen van de loonlast en het verhogen van de last op andere inkomsten, die vaak door de mazen van het net glippen. Onder het adagium ‘een rechtvaardigere belasting’, wordt hiermee vooral verwezen naar inkomsten uit onroerende en roerende goederen.
De minister is een aanhanger van de tweede stroom. Hij stelt, door middel van zijn team experten dat de Hoge Raad van Financiën vormt, een hervorming voor ten bedrage van 5,7 miljard (10 % van het geheel van de huidige PB-inkomsten) en om alle verwarring te vermijden: om een verlaging te vervangen door een verhoging waarvan het potentiële maximum bijna 9,5 miljard bedraagt… De bedoelingen zijn helder.
Los van de argumenten die we horen voor de ene of de andere ingreep, is een hervorming broodnodig. En is het belangrijk om stil te staan bij de échte uitdagingen, zonder te vervallen in ideologische argumenten.
Een goede hervorming van de PB zou voor ons een antwoord moeten bieden op 3 uitdagingen.
De eerste uitdaging is een grondige vereenvoudiging. Dit principe is eenvoudig waar te maken en staat los van budgettaire ingrepen. Een eerste les voor onze verkozenen: waarom geen voorstellen uitwerken met als enige doel een vereenvoudiging van het leven en een goed begrip? Dat is trouwens de basis van de conformiteitspiramide die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling vooropstelt bij de strijd tegen fraude: vereenvoudigen, begeleiden en opleiden als morele hefboom.
De tweede uitdaging heeft betrekking op het verbeteren van de progressieve belasting. De Minister stelt terecht een aanpassing voor van de inkomensschijven. Maar hij zou de heffing op inkomsten uit arbeid bij aanvang moeten verminderen… Werken zou aantrekkelijker moeten worden, en in onze huidige consumptiemaatschappij betekent dat: een hoger netto-loon voor elke actieve werknemer. Een werknemer met een minimumloon zou niet belast mogen worden.
De derde uitdaging hangt samen met de huidige maatschappij. Onze levenswijze moet een nieuwe fiscaliteit mogelijk maken, waarbij transacties (actie door consumptie) meer bijdraagt aan de staatskas. Het voordeel: een onmiddellijke inning en een proportionele inbreng in verhouding tot de koopkracht. Toen de wetgever de belasting op overdracht invoerde om meer inkomsten te genereren, speelde hij al met dit idee. Sindsdien ligt de focus enkel op werk en wordt er geen rekening gehouden met de evolutie die we als maatschappij doormaken.
De hervorming maakt enkel kans op slagen als er rekening wordt gehouden met de uitdagingen waar we voor staan. Enerzijds vanuit de politici, die noden op een sobere en efficiënte manier moeten kunnen invullen, goed beseffend dat overheidsmiddelen een niet-onuitputtelijke bron zijn, die ook met tekorten geconfronteerd kunnen worden. Anderzijds moet de fiscaliteit evolueren om zich aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid: de wereld van onze jongeren, die andere doelen nastreven dan de naoorlogse generatie, en van onze nieuwe economie, die lichtjaren verwijderd is van de vorige eeuw.
En wat als deze hervorming nu eens zou slagen door eenvoudigweg open, vernieuwend en meer hedendaags te zijn?