Het voorontwerp, dat werd aangepast aan het advies van de Raad van State, groepeert een aantal maatregelen uit het regeerakkoord om zo tot een evenwichtig pakket te komen dat werken beter moet doen lonen. Het wordt verder aangevuld met een aantal maatregelen die bestaande fiscale regelingen vereenvoudigen of die onzekerheden wegwerken.
Ontwerp
De maatregelen hebben betrekking op:
Een geleidelijke verhoging van de belastingvrije som
Een hervorming van de toeslagen op de belastingvrije som, in het voordeel van de toeslag voor het eerste kind ten laste
Het leefloon wordt opgenomen in de aangifte, op die manier wordt beter rekening gehouden met alle inkomsten.
Het voordeel van het huwelijksquotiënt voor niet-gepensioneerden wordt gehalveerd tegen 2029, voor gepensioneerden gaat het om een zeer geleidelijke uitdoofscenario over 20 jaar.
Er komt een heffing van 33% voor gepensioneerden die blijven werken na hun pensioen
De zgn. deminimis regeling voor artikel 90, eerste lid, 1°, WIB 92 van 2.000 EUR voor occasionele inkomsten.
De introductie van een ondernemersaftrek voor zelfstandigen in hoofd- of bijberoep
Het schrappen van de belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen voor zelfstandigen zonder vennootschappen
Het stelsel van de auteursrechten wordt opnieuw uitgebreid naar digitale beroepen.
Een verlaging van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, waarbij deze ‘single-proof’ wordt gemaakt. Voor een alleenstaande betekent dit maximaal 350 EUR extra netto per jaar.
Een verhoging van de werkbonus, vooral in het voordeel van de laagste lonen, reeds in 2026
Andere technische wijzigingen
Volgende stapen
Het ontwerp word ter ondertekening voorgelegd aan de Koning met het oog op de indiening ervan bij de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Mots clés
Impôt des personnes physiquesEmploiTravailIndépendantsfinancesGouvernementRéforme