Dat er een wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit(1) (hierna ook “VCF”) staat aan te komen, is al enige tijd geweten.
Reeds in het regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024 (dd. 30 september 2019)(2) en de beleidsnota van minister M. Diependaele (dd. 8 november 2019)(3) werd een hervorming van de erfbelasting aangekondigd.
In het voorontwerp van decreet (ministerraad dd. 18 september 2020) is de eigenlijke hervorming uitgewerkt. Het voorontwerp beschrijft hoe in de Vlaamse Codex Fiscaliteit
Op 20 januari 2021 werd het ontwerp van decreet gepubliceerd. Inhoudelijk wijkt het ontwerp op een aantal punten van het voorontwerp van decreet af.
EEN VAARWEL AAN HET FISCALE DUOLEGAAT
Het ontwerp van decreet voorziet nog steeds dezelfde regeling teneinde fiscaal geïnspireerde duolegaten te ontmoedigen en te komen tot (duo-)legaten met een zuiver altruïstisch karakter (artikel 2 van het ontwerp van decreet). (Wil u meer weten over het duolegaat, dan kan u hier verder lezen.)
Niet alleen het legaat aan de verre verwant, maar ook het voordeel dat de verre verwant bekomt omdat het goede doel de erfbelasting van de verre verwant betaalt, zal voortaan deel uitmaken van de belastbare grondslag van de verre verwant en niet langer van de belastbare grondslag van het goede doel (nieuwe artikel 2.7.3.2.15 VCF). Op die manier wordt het fiscale planningselement uit de techniek van het duolegaat gehaald.
Naast het verdwijnen van het voordeel voor verre verwanten, zullen bestaande duolegaten veelal geen voordeel meer opleveren voor het goede doel (in de meest extreme gevallen is het zelfs mogelijk dat het goede doel nog een opleg moet betalen), zodat het goede doel wellicht het legaat zal verwerpen.
Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld uit de memorie van toelichting:
Een klassiek duo-legaat waarbij het goede doel wordt aangeduid als algemene legataris onder de last een netto-bedrag van 280.000 euro uit te betalen aan de neef en de last tot betaling van de erfbelasting in hoofde van de neef, waarbij de nalatenschap een netto-actief vertoont van 500.000 euro.
Het goede doel zal het legaat normaliter verwerpen aangezien de last 260.500 euro bedraagt, terwijl het goede doel slechts 220.000 euro uit de nalatenschap ontvangt (na afgifte van het bijzonder legaat van 280.000,00 euro aan de neef).
Indien het goede doel het legaat verwerpt, kan dit nefaste gevolgen hebben. Dit is het geval wanneer geen testamentair vangnet is voorzien. Op die manier zal de nalatenschap mogelijks onbedoeld toekomen aan naaste verwanten die men bij testament net wilde vermijden. In dat verband kan men zich ook vragen stellen bij de uitvoering van het legaat aan de verre verwant. Was de last enkel gekoppeld aan het legaat van het goede doel of rust de last ook op de wettige erfgenamen die in de plaats komen van het goede doel?
Ter compensatie voor het eventuele verlies aan inkomsten voor goede doelen (aangezien ‘oude’ duolegaten vermoedelijk vaker verworpen zullen worden), wordt het tarief in de erf- en schenkbelasting voor goede doelen naar 0% herleid en hoopt men dat de erflater nog steeds uit zuivere liefdadigheid een deel van zijn vermogen zal legateren of schenken (artikelen 3 en 5 van het ontwerp van decreet).
In tegenstelling tot het voorontwerp van decreet, kunnen nu ook de ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen van het 0% tarief genieten (enkel legaten en schenkingen aan beroepsverenigingen en private stichtingen blijven onderworpen aan de bestaande tarieven van 8,5% erfbelasting en 5,5% schenkbelasting) (artikelen 3 en 5 van het ontwerp van decreet).
De Vlaamse regering voorziet het nieuwe artikel 2.7.3.2.15 VCF toe te passen op nalatenschappen opengevallen vanaf 1 juli 2021, ongeacht de datum van het testament. Het 0% tarief zal van toepassing zijn op schenkingen, inclusief inbrengen om niet en overlijdens vanaf 1 juli 2021 (artikel 7 van het ontwerp van decreet).
EEN VERWELKOMING VAN DE ‘VRIENDENERFENIS’
Het principe van de ‘vriendenerfenis’ (nieuwe artikel 2.7.5.0.6 VCF) volgens hetwelk men een (beperkt) gedeelte van zijn nalatenschap aan één of meerdere goede vrienden of verdere familieleden zal kunnen legateren onder het meest gunstige tarief in de erfbelasting dat geldt tussen partners en in rechte lijn (d.z. tarieven van 3% tot 27%), blijft behouden (artikel 4 van het ontwerp van decreet).
Een belangrijke aanpassing sinds het voorontwerp van decreet is dat de perso(o)n(en) die in aanmerking komt/komen voor de vriendenerfenis moet(en) worden aangeduid in een testament, waarbij de vorm (eigenhandig, notarieel of internationaal) geen rol speelt. Dit in tegenstelling tot het voorontwerp waar nog van een authentiek testament werd gesproken.
Verder geldt nog steeds dat:
Als datum van inwerkingtreding geldt nog steeds 1 juli 2021, waarbij de ‘vriendenerfenis’ van toepassing zal zijn op nalatenschappen opengevallen vanaf 1 juli 2021.
EEN AFSTAPPING VAN DE IDEE VAN TERMIJNVERLENGINGEN
In het voorontwerp van decreet werd tenslotte nog voorzien in een termijnverlenging van drie naar vier jaar voor de verdachte periode.
Hierdoor zouden niet-geregistreerde schenkingen van roerende goederen in de erfbelasting worden belast indien de schenker overlijdt tijdens de risicoperiode van vier in plaats van drie jaar na de schenking (voor familiale vennootschappen en ondernemingen zeven jaar) (artikel 2.7.1.0.5 VCF).
Omwille van de historische parallel zouden ook de bedingen ten behoeve van een derde (artikel 2.7.1.0.6 VCF) die verkregen worden in een periode van vier (in plaats van drie) jaar voor het overlijden van de bedinger, in de erfbelasting worden getaxeerd.
Ook het wettelijk vermoeden van eigendom zou worden verlengd naar een periode van vier jaar (artikel 2.7.3.2.5 VCF), waardoor roerende goederen (behoudens tegenbewijs) zouden worden geacht tot het vermogen van de erflater te behoren indien dit blijkt uit akten die niet langer dan vier (in plaats van drie) jaar vóór het overlijden bestaan.
De verlenging van de verdachte periode had tot doel om een incentive voor de belastingplichtigen te creëren om schenkingen van roerend vermogen te laten registreren en aldus schenkbelasting te betalen. Aangezien notariële schenkingsakten die in het buitenland verleden zijn in elk geval geregistreerd moeten worden (waardoor deze aan schenkbelasting onderworpen zijn) (d.i. de ‘sluiting van de kaasroute’)(4), zouden ‘enkel’ bank- en handgiften ‘hinder’ ondervinden van de verlenging van de risicoperiode. Minister M. Diependaele had echter reeds bij het begin van de geplande decreetswijziging aangegeven dat de langere termijn niet wenselijk is indien ‘de kaasroute’ zou worden afgesloten. Door de sluiting van ‘de kaasroute’ werd de verlenging van de verdachte periode niet meer in het ontwerp van decreet opgenomen.
BESLUIT
Met de voorgestelde hervorming van de VCF zal de fiscale optimalisatie die het duolegaat teweegbracht, verdwijnen. De techniek werd voornamelijk gebruikt om de hoge erfbelasting buiten de rechte lijn (d.z. toptarieven van 55%) te ‘drukken’. In de marge moet gezegd worden dat het bij duolegaten veelal om een verantwoorde legale combinatie ging van liefdadigheid en successieplanning.
Aangezien als datum van inwerkingtreding wordt aangeknoopt bij het openvallen van de nalatenschap (en niet bij de opmaak van het testament), zullen testamenten waarin een duolegaat werd opgenomen moeten worden herbekeken. Doordat de planningstechniek uit het duolegaat verdwijnt, zullen er meer aangewezen technieken (zoals schenken in plaats van erven) zijn die kunnen worden gebruikt in het kader van een vermogensplanning.
Omdat de hervorming de overlijdensdatum als tijdstip van inwerkingtreding vaststelt en niet de datum van het opmaken van het testament, dreigen personen die hun testament met duolegaat niet meer kunnen wijzigen (omdat ze bijvoorbeeld handelingsonbekwaam zijn) het echte kind van de rekening te worden.
De afschaffing van het duolegaat zal niet enkel een impact hebben op de belastingplichtige, maar ook voor goede doelen betekent het (vermoedelijk) een drastische verlaging van hun fondsen. Of de tariefverlaging naar 0% voor goede doelen dit nadeel zal kunnen opvangen, is de grote vraag.
Daarnaast is er nog de invoering van de zogenaamde ‘vriendenerfenis’. Deze maatregel komt deels tegemoet aan de afschaffing van het duolegaat en betekent vooral ‘goed nieuws’ voor mensen zonder partner/kinderen. Of een gunstige regeling ten belope van € 15.000 echt betekenisvol is, valt evenwel sterk te betwijfelen.
Ten slotte is de Vlaamse Regering afgestapt van de idee om de verdachte periode te verlengen. Dit is natuurlijk een opluchting. Als ‘pasmunt’ heeft men zich evenwel moeten neerleggen bij de verplichte registratie van de in het buitenland verleden notariële akten.
Kortom, de invoering van de ‘vriendenerfenis’ en een 0% tarief voor goede doelen zijn op zich een goede zaak te noemen. Tegenover deze bescheiden voordelen staat evenwel de afschaffing van het fiscaal voordeel van het duolegaat., zodat algemeen bekeken dit waarschijnlijk een nieuwe belastingverhoging is, na het sluiten van de Kaasroute.
(1) Ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 wat betreft de tariefverlaging voor non-profitlegaten en non-profitschenkingen en de invoering van de vriendenerfenis, Parl.St. Vl.Reg., 2020-21,613.
(2) Regeerakkoord van de Vlaamse Regering 2019-2024, Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 31/1.
3) Beleidsnota Financiën en Begroting 2019-2024, Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 140/1.
(4) Bijzondere wet van 13 december 2020 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten, BS 15 december 2020, 88.514.
Bron: Cazimir