Impact van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen op de vermogensplanning praktijk

ENKELE VOORDELEN VAN DE “NIEUWE” BV


Een belangrijke wijziging op het vlak van vermogensplanning is de mogelijkheid van meervoudig stemrecht binnen de BV. Zo kunnen ouders bijvoorbeeld de meerderheid van de aandelen van de vennootschap reeds overdragen aan hun kinderen bij wijze van schenking, zonder dat zij de zeggenschap verliezen over de vennootschap door nog enkele aandelen te behouden waaraan de meerderheid van de stemrechten is gekoppeld.


Hierbij mag echter niet uit het oog worden verloren dat dergelijke planning een impact kan hebben op andere vlakken en rechtsdomeinen, bijvoorbeeld op het gunstregime voor familiale ondernemingen en vennootschappen. De vereiste participatievoorwaarde verwijst voortaan immers niet meer naar het aantal aandelen, maar naar het aantal stemrechten.


Daarnaast kunnen voortaan ook preferente dividenden worden toegekend, hetgeen eveneens nieuwe mogelijkheden schept op het vlak van vermogensplanning. Op deze manier kan men bijvoorbeeld actieve kinderen extra belonen voor de door hen gegenereerde winsten, zonder de niet-actieve kinderen hun deel van de zeggenschap over de vennootschap te ontnemen. Er wordt bij voorkeur een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds een vergoeding voor werk en anderzijds een vergoeding voor geïnvesteerd kapitaal.


Bovendien kan een aandeelhouder voortaan ook worden vrijgesteld van deelname in het verlies van de vennootschap. Men kan een aandeelhouder echter nog steeds niet uitsluiten van winstdeelname, maar deze winstdeelname is dus wel moduleerbaar.

In de BV worden nu ten slotte ook vaker aandeelhoudersafspraken voorzien. Thans kan dit ook op maat gemaakt worden in deze rechtsvorm, nu ze van haar verplichte keurslijf is ontdaan. We zien wel dat vaak de gebruikelijke bepalingen, die vroeger enkel in de NV mogelijk waren, gewoon worden overgenomen voor BV’s.


KAN DE “NIEUWE” BV DAN BESCHOUWD WORDEN ALS EEN ALTERNATIEF VOOR DE MAATSCHAP?


De BV biedt o.i. geen sluitend alternatief voor de maatschap. Zo heeft een maatschap nog steeds bepaalde voordelen ten opzichte van een BV.


Een BV vereist enerzijds nog altijd meer oprichtingsformaliteiten. Een maatschap kan worden opgericht via een onderhandse overeenkomst zonder tussenkomst van een notaris. Voor de oprichting van een maatschap is geen financieel plan vereist, noch een revisoraal inbrengverslag (bij inbreng in natura).


Evenmin moet het maatschapscontract gepubliceerd worden in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad en, in tegenstelling tot een BV, overgaan tot de neerlegging en publicatie van een jaarrekening. Ondanks de verplichting om zich te registreren in de KBO en het UBO-register zorgt een maatschap toch nog altijd voor meer discretie. Bovendien kan een maatschap onder bepaalde omstandigheden nog steeds een enkelvoudige boekhouding voeren.


Voor de BV geldt ten slotte een volledig andere fiscaliteit, onderworpen aan bijkomende formaliteiten. Er moet voortaan ook rekening mee gehouden worden dat bij iedere uitkering in de BV een liquiditeits- en balanstest moet worden uitgevoerd, hetgeen extra verplichtingen met zich meebrengt.


Het voornaamste voordeel van de maatschap ten opzichte van de BV anderzijds, situeert zich op het vlak van het behoud van controle. Indien u de aandelen van uw familiebedrijf, gestructureerd in een NV of een BV, plant via een maatschap, kunt u de economische eigendom reeds overdragen, bijvoorbeeld via schenking van de deelbewijzen van de maatschap, met behoud van controle over het beheer van de maatschap en bijgevolg over de aandelen die zich in de maatschap bevinden.


Indien u uw aandelen van uw familiebedrijf rechtstreeks plant, bijvoorbeeld via schenking van de aandelen met voorbehoud van vruchtgebruik, zult u voor bepaalde beslissingen steeds de instemming van de begiftigden (naakte eigenaars) nodig hebben, denk bijvoorbeeld aan de verkoop van de aandelen of de ontbinding van de vennootschap.


Aangaande het behoud van controle moet echter wel rekening gehouden worden met de recente rulingpraktijk van Vlabel, afhankelijk van de specifieke situatie is enige betrokkenheid van de begiftigden bij het beheer vaak aangewezen. Een goede redactie van het maatschapscontract is dan ook van belang.


IMPACT OP HET VLAK VAN HET VENNOOTSCHAPSBESTUUR VAN DE NV EN DE STICHTING


Onder het gewijzigde vennootschapsrecht is voortaan een eenhoofdig bestuur mogelijk binnen de NV, daar waar vroeger steeds minstens drie bestuurders waren vereist (of twee indien er minder dan drie aandeelhouders waren).


Binnen een familiale context was het onder het oude vennootschapsrecht dan ook niet altijd eenvoudig om voldoende kandidaten te vinden voor de opname van een bestuursmandaat binnen het bestuursorgaan van een NV. Bovendien brengt een bestuursmandaat ook bestuurdersaansprakelijkheid met zich mee, wat niet altijd wenselijk is, bijvoorbeeld voor kinderen die niet daadwerkelijk actief zijn binnen het bestuur.


Wij merken in onze praktijk dan ook dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van de enige bestuurder binnen een NV en dat statuten op dit punt worden gewijzigd.


Onder het gewijzigde vennootschapsrecht wordt nu overigens ook wettelijk bevestigd dat eenzelfde natuurlijke persoon niet in verschillende hoedanigheden kan zetelen binnen eenzelfde bestuursorgaan, bijvoorbeeld één keer in eigen naam en één keer als vaste vertegenwoordiger van een managementvennootschap om zo aan het minimum vereist aantal bestuurders te komen binnen een NV. Hoewel dit principe onder het oud vennootschapsrecht reeds algemeen werd aangenomen in de rechtsleer, merken wij in de praktijk dat op dit vlak nog veel bestuursorganen foutief zijn samengesteld. Gelukkig biedt ook hier de mogelijkheid van de enige bestuurder binnen de NV vaak een oplossing.


Het bestuursorgaan van een stichting kan voortaan ook uit slechts één bestuurder bestaan, daar waar vroeger steeds minimaal drie bestuurders waren vereist. Daarom werden stichtingen vaak in Nederland opgericht, waar een enige bestuurder wel al mogelijk was.


Aangezien ook de stichting in het kader van vermogensplanning een veelgebruikt instrument is, en het niet altijd eenvoudig was om drie personen te vinden aan wie het bestuur kon worden toevertrouwd, wordt ook van deze optie in de praktijk vaak gebruikt gemaakt. Dit kan hopelijk zelfs de keuze voor stichtingen terug naar ons land brengen en het aantal Belgische stichtingen doen toenemen.


VERHOOGDE FLEXIBILITEIT VEREIST VERHOOGDE AANDACHT


Hoewel wij in onze praktijk ondervinden dat de versoepelingen een positieve impact hebben voor ondernemers, is toch steeds waakzaamheid nodig qua vermogens- en successieplanning.


Bepaalde zaken die thans vennootschapsrechtelijk mogelijk zijn, kunnen immers een ongewenste fiscale of vermogensrechtelijke impact hebben. Zo kan men thans de uitgifte van aandelen in de BV en de toekenning van rechten aan deze aandelen, loskoppelen van de inbrengwaarde van die aandelen, dus ongeacht de inbrengwaarde van de overige aandelen. Op deze manier kunnen er echter wel onrechtstreeks vermogensverschuivingen plaatsvinden, bijvoorbeeld tussen echtgenoten of tussen ouders en kinderen.


Het is belangrijk steeds de concrete gevolgen hiervan na te gaan op het vlak van de verschuldigde schenk- of erfbelasting.


Klik hieronder om het fragment te bekijken.


Bron: Cazimir

Mots clés

Articles recommandés

Internationale klimaatfinanciering 2023 : de bedragen in kwestie

Trust in de Bahama’s: wat met de successierechten bij een uitkering?

Grondwettelijk Hof oordeelt dat woonzorgcentra onbekwaam zijn om schenkingen en legaten van hun bewoners te ontvangen