Met een nieuwe nota wenst de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen de operatoren te informeren over het belang van het correct invullen van de D.V.1 (zie art. 6 en bijlage 8 van de gedelegeerde verordening van het DWU).
Eén van de noodzakelijke elementen op de D.V.1 is het correct aangeven van de verbondenheid tussen de koper en verkoper in vak 7 a. Indien er verbondenheid is, moeten ook de volgende vakken worden ingevuld: Vak 7 b, het bestaan van invloed van de verbondenheid op de prijs; en vak 7 c, de bevestiging dat de gebruikte transactiewaarde een testwaarde zeer dicht benadert conform artikel 134 §2 uit het uitvoeringsbesluit (IA) van de DWU. Artikel 127 DWU IA verklaart wat met het begrip verbondenheid wordt bedoeld.
Volgens Artikel 70 §3 d. van het DWU mag de douanewaarde enkel gebaseerd worden op de transactiewaarde wanneer de koper en verkoper niet verbonden zijn, of hun verbondenheid niet van dien aard is dat de prijs erdoor wordt beïnvloed. Teneinde prijsbeïnvloeding in geval van verbondenheid uit te sluiten, kan de AAD&A conform artikel 134 §1 uit het uitvoeringsbesluit van de DWU, de omstandigheden van de verkoop nader onderzoeken en de aangever in de gelegenheid stellen om verdere gedetailleerde informatie over deze omstandigheden te verstrekken. Om de correctheid van de douanewaarde te garanderen is het dus noodzakelijk eventuele verbondenheid correct aan te geven.
Voor meer informatie over de D.V.1 en over de vrijstellingen van het voorleggen van een D.V.1, wendt u zich tot de Circulaire 2018/C/9 over de douanewaarde (zie titel II.2.8. Verbonden koper en verkoper). In sommige gevallen houdt PLDA automatisch rekening met de vrijstelling; bij andere moet de operator een vermelding aanbrengen om de vrijstelling te kunnen gebruiken.
U kunt de volledige nota terugvinden onder Douanewaarde op onze website.