Het menselijk kapitaal en het financieel kapitaal functioneren vandaag in realiteiten die verschillen van die tijdens de industriële revolutie. Waar toen de mobilisatie van financieel kapitaal de enige sleutel tot economische ontwikkeling was, toont de moderne wereld ons dagelijks dat innovatie en transformatie vooral worden gedragen door individuen. Toch blijft de verdeling van de rijkdom grotendeels gericht op aandeelhouders, terwijl de winsten van bedrijven blijven groeien. Is het tijd om dit model te herzien en een sociaal dividend in te voeren, waardoor werknemers rechtstreeks kunnen meedelen in de vruchten van de welvaart?
In de 19de eeuw steunde de economische kracht van een land vooral op zijn vermogen om financieel kapitaal te mobiliseren voor industriële ontwikkeling. De Waalse industriële ruggengraat met haar staalbekkens kon dankzij massale investeringen wereldwijd referentie worden. Financieel kapitaal was toen de onbetwiste motor van vooruitgang, waarbij rijkdom zich vanzelfsprekend concentreerde in handen van kapitaalhouders.
Het paradigma is echter veranderd. Terwijl grote industriële infrastructuren voorheen aanzienlijke kapitalen vereisten, wordt rijkdom vandaag vooral gecreëerd door kennis, innovatie en menselijke intelligentie.
Na de industriële revolutie veranderden elektriciteit, vervolgens de informaticarevolutie en het internet de wereld drastisch. Tegenwoordig vormt kunstmatige intelligentie een nieuwe doorbraak. Maar achter deze vooruitgang staan vooral de mannen en vrouwen die innoveren, creëren en de samenleving transformeren. De enorme fortuinen van hedendaagse miljardairs illustreren deze dynamiek duidelijk: zij zijn geen erfgenamen van industriële imperia meer, maar visionairs die de kansen benutten die kennis en technologie bieden.
Toch blijft de gecreëerde rijkdom vaak geconcentreerd bij een kleine groep. Als de transformatie collectief is, moet ook het voordeel beter verdeeld worden.
Terwijl het aantal miljardairs blijft groeien, plukken de werknemers die bijdragen aan dit succes te weinig de vruchten ervan. Als bedrijven succesvol zijn, danken ze dat aan hun werknemers, hun inzet en creativiteit. Het is tijd om een nieuwe manier te bedenken om de gecreëerde waarde te delen.
Het idee van een sociaal dividend past binnen deze logica. Het zou een mechanisme zijn waarbij bedrijven een deel van hun winst, vóór enige uitkering aan aandeelhouders, rechtstreeks aan werknemers verdelen. De verdeling zou aan het bedrijf zelf kunnen worden overgelaten, op basis van interne criteria, wat flexibiliteit biedt afgestemd op sectorale realiteiten.
Deze benadering heeft enkele belangrijke voordelen:
De invoering van het sociaal dividend vereist aanpassingen van het vennootschapsrecht, het boekhoudrecht en het fiscaal recht, zodat bedrijven vrij kunnen kiezen om dit mechanisme in te voeren. Het zou gaan om een flexibel, vrijwillig systeem, aangepast aan de specifieke kenmerken van elke onderneming, zonder directe staatsinterventie.
Het potentiële effect is enorm. Stel dat Apple bijvoorbeeld een deel van haar jaarlijkse winst aan haar wereldwijde personeel toekent: er zou onmiddellijk wereldwijd een nieuwe middenklasse ontstaan. Dit toont de kracht van het idee aan: een eenvoudige, soepele en verantwoorde herverdeling, die welvaart en sociale rechtvaardigheid verzoent. Zou dit niet de ware "belasting van de sterkste schouders" kunnen zijn?
Het idee van het sociaal dividend sluit naadloos aan bij de geest van de fiscale hervorming uit het regeerakkoord. Dat akkoord benadrukt dat het aantrekkelijker moet worden om werknemers via hun salaris te belonen dan via andere voordelen in natura. Zoals het officiële document vermeldt:
"Door de fiscale hervorming moet het opnieuw aantrekkelijker worden om personeel te belonen via het loon, eerder dan via andere voordelen in natura. Daarom worden bestaande collectieve bonussystemen (cao 90, winstpremies, ...) vereenvoudigd en geharmoniseerd. Deze harmonisatie mag geen verhoging van de fiscale lasten veroorzaken, noch voor werkgever, noch voor werknemer."
Deze verbintenis opent de deur naar het sociaal dividend via een duidelijk, flexibel en fiscaal neutraal mechanisme. Dit kader zou de tastbare erkenning van de bijdrage van werknemers aan het succes van hun bedrijf formaliseren, zonder extra fiscale druk of verlies aan competitiviteit voor ondernemingen.
De arbeidswereld is veranderd, maar de verdeling van rijkdom heeft die evolutie niet gevolgd. Het is tijd om inclusievere economische modellen te bedenken waarin werknemers niet langer louter als radertjes fungeren, maar als volwaardige partners van collectief succes. Het sociaal dividend kan een innovatieve en pragmatische reactie zijn op de uitdagingen van deze tijd: beter herverdelen zonder extra belastingen, met waardecreatie voor iedereen.
Met een aangepast wettelijk kader, coherent met de lopende fiscale hervorming, kan dit idee uitgroeien tot een belangrijke economische en sociale realiteit. Is het uur van het sociaal dividend aangebroken? De vraag verdient meer dan ooit gesteld te worden.
Deze opinie verscheen ook in La Libre Eco.