De verlengde weekends in mei en de paasvakantie zijn voor veel jongeren een gelegenheid om een studentenjob te doen. Zowel voor de jongere als voor de werkgever is werken als student financieel voordelig, aangezien voor de eerste 600 uren geen gewone socialezekerheidsbijdragen moeten worden berekend op het loon.
Alexia Buyl, Legal Expert bij Partena Professional, geeft tekst en uitleg.
"Het voordeel van het sluiten van een arbeidsovereenkomst voor studenten is dat het aan de student betaalde loon niet onderworpen is aan de gewone socialezekerheidsbijdragen, er is gewoon een solidariteitsbijdrage op voorwaarde dat de student niet meer dan een bepaald aantal uren per kalenderjaar werkt. Dit contingent wordt voor de jaren 2023 en 2024 verhoogd tot 600 uur per jaar; het kan echter vrij worden verdeeld over het volledige jaar (voor de periode van 1 januari tot en met 31 december) bij een of meerdere werkgevers. De urenteller wordt aan het begin van elk jaar opnieuw op nul gezet“, legt Alexia Buyl uit.
Deze solidariteitsbijdrage bedraagt 8,13% van het aan de student betaalde brutoloon (d.w.z. 2,71% ten laste van de student en 5,42% ten laste van de werkgever). De solidariteitsbijdrage zal door de werkgever moeten worden ingehouden, zodat deze binnen dezelfde termijn als de gewone socialezekerheidsbijdragen aan de RSZ wordt betaald.
Om deze vrijstelling van de betaling van gewone socialezekerheidsbijdragen te genieten en enkel een solidariteitsbijdrage te moeten betalen, dient:
de student aangeworven te zijn met een tewerkstellingsovereenkomst voor studenten;
de student tewerkgesteld te worden tijdens de periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen;
de werkgever uiterlijk op de dag waarop de prestaties aanvangen, een Dimona-"aangifte STU” te doen", vervolgt Alexia Buyl.
"Als de student meer werkt dan de toegelaten 600 uur in 2023, zijn de meer gewerkte uren onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen. Dezelfde regel zal worden toegepast als het jaarlijkse contingent van 600 uur in 2024 wordt overschreden", legt Alexia Buyl uit.
De student kan het aantal gewerkte uren en het saldo van zijn contingent zien door met zijn elektronische identiteitskaart of een token in te loggen op de onlineapplicatie “student@work” (beschikbaar op de website https://www.studentatwork.be ). Met deze applicatie kan de student nagaan of zijn contingent van 600 uur niet is overschreden en tevens een attest voor zijn toekomstige werkgever genereren waarin staat hoeveel uur hij nog kan werken binnen de limiet van 600 uur. Zo kan de werkgever nagaan voor hoeveel uur hij de student nog kan aanwerven. Deze website is ook toegankelijk voor de werkgever via een door de student bezorgde code.
“Ja! De overeenkomst moet gesloten worden uiterlijk op het ogenblik dat de student in dienst treedt. Naast de standaardinformatie, zoals de functie en het bedrag van het loon van de jongere, moet deze overeenkomst meer specifieke informatie bevatten, bijvoorbeeld over de proefperiode. Hierbij mag niet worden vergeten dat de eerste 3 werkdagen worden beschouwd als proefperiode en dat opeenvolgende proefperiodes verboden zijn als de student via opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor studenten in dezelfde functie wordt tewerkgesteld", besluit Alexia Buyl.
Bron : Partena professional, persbericten, april 2023