Let op: een laattijdige aangifte kan voortaan nog zwaardere gevolgen hebben!

Bij een fiscale controle vindt een rechtzetting plaats. Er worden bijkomende inkomsten belast ...


In het verleden mocht u op deze bijkomende grondslag alle klassieke aftrekken toepassen zoals bijvoorbeeld (vorige) verliezen. Stel dat een controleur de grondslag verhoogt met 1.000 EUR, maar de vennootschap heeft nog vorige verliezen van 5.000 EUR, dan zal u voor het gecontroleerde jaar geen bijkomende belasting betalen. Enkel het overdraagbaar verlies zal met 1.000 EUR verminderen.


Dit was vroeger zo.


Door de hervorming van de vennootschapsbelasting in 2017 is (voor de boekjaren vanaf ten vroegste 1 januari 2018) een dergelijke compensatie met enig verlies niet langer mogelijk op het gedeelte van het resultaat dat het voorwerp uitmaakt van een wijziging van de aangifte bedoeld in artikel 346 of een aanslag van ambtswege bedoeld in artikel 351 waarvoor de in artikel 444 bedoelde belastingverhogingen tegen een percentage gelijk of hoger dan 10 pct. effectief worden toegepast.


In ons concreet voorbeeld zal u dus in elk geval onmiddellijk belast worden op 1.000 EUR en blijven uw overdraagbare verliezen 5.000 EUR. Voor zover uiteraard een belastingverhoging wordt opgelegd van 10%, maar dit is quasi automatisch.


Dezelfde redenering geldt voor alle aftrekken vermeld in artikel 207 W.I.B. Eén uitzondering bestaat: de DBI-aftrek van het jaar zelf mag wel in rekening gebracht worden.


Alvast een belangrijk element om rekening mee te houden bij toekomstige controles!


Enkele recente dossiers van ons kantoor leren echter dat de fiscus voormelde regeling ook toepast in gevallen waar men het niet verwacht, met name bij laattijdige aangiftes. Na de laattijdige indiening van de aangifte, vestigde de fiscus een ambtshalve aanslag op grond van de gegevens uit deze aangifte, zonder enige wijziging of verhoging, met een belastingverhoging van 10% wegens laattijdigheid. De aangegeven vorige verliezen van de vennootschap mochten evenwel niet verrekend worden. De vennootschap werd dus effectief belast op haar aangegeven resultaat.


Nemen we een vennootschap die te laat haar aangifte heeft ingediend. Daaruit blijkt een belastbaar resultaat van 10.000.000 EUR en compenseerbare overdraagbare verliezen en diverse aftrekken van 20.000.000 EUR. Indien een belastingverhoging van 10% wordt opgelegd, zal zij bij een ambtshalve aanslag effectief belast worden op deze 10.000.000 EUR zonder dat zij gebruik kan maken van haar vorige verliezen of andere aftrekken...! Wij mochten inmiddels vaststellen dat voormeld voorbeeld geen fictie is… Een laattijdige aangifte kan dus zeer ernstige gevolgen hebben...


Bij nazicht van de parlementaire voorbereiding blijkt dat het niet de bedoeling is geweest van de wetgever om artikel 207, 7e lid W.I.B. ook toe te passen bij loutere laattijdige aangiftes. Deze nieuwe regeling veronderstelt immers een werkelijke controle en een werkelijke wijziging van de aangifte of een effectieve verhoging van de belastbare grondslag. Een aanslag van ambtswege die wordt gevestigd op grond van de gegevens van een laattijdige aangifte, zonder enige wijziging of verhoging, valt hier de facto niet onder. Als de tekst van de wet echter zeer letterlijk wordt geïnterpreteerd, kan het tegendeel mogelijks beargumenteerd worden… De tekst van de wet is op dit punt dus niet zeer helder.


Andere verdedigingspistes zijn denkbaar: werd de belastingverhoging terecht opgelegd? Inderdaad, als er geen belastingverhoging mocht opgelegd worden, speelt artikel 207, 7e lid W.I.B. helemaal niet.


Hoe dan ook, u bent gewaarschuwd...


Door de hervorming van de vennootschapsbelasting in 2017 zijn (voor de boekjaren vanaf ten vroegste 1 januari 2018) deze aftrekken of enige compensatie met het verlies van het belastbare tijdperk niet langer mogelijk op het gedeelte van het resultaat dat het voorwerp uitmaakt van een wijziging van de aangifte bedoeld in artikel 346 of een aanslag van ambtswege bedoeld in artikel 351 waarvoor de in artikel 444 bedoelde belastingverhogingen tegen een percentage gelijk of hoger dan 10 pct. effectief worden toegepast (artikel 207, lid 7 W.I.B.).


Wanneer een vennootschap dus wordt gecontroleerd en er wordt een belastingverhoging opgelegd (hetgeen bijna automatisch is), zal de vennootschap geen aftrekken meer mogen toepassen op het bijkomend belastbaar resultaat. De belasting hierop zal dus onherroepelijk verschuldigd zijn,, zelfs indien zij over overgedragen verliezen of andere aftrekken beschikt.

Dit heeft tot gevolg dat wanneer een vennootschap haar aangifte in de vennootschapsbelasting laattijdig indient en de fiscus een ambtshalve aanslag vestigt op grond van de gegevens uit deze aangifte, met een belastingverhoging van 10% wegens laattijdigheid, de vennootschap effectief belasting zal moeten betalen op haar totale belastbaar resultaat zonder dat zij gebruik kan maken van haar aftrekken of vorige verliezen!


Voorbeeld: wanneer een vennootschap een laattijdige aangifte heeft ingediend waaruit een belastbaar resultaat blijkt van 1.000.000 EUR en een vorig verlies van 2.000.000 EUR, dan zal zij bij een ambtshalve aanslag met een belastingverhoging van 10%, effectief belastingen moeten betalen op deze 1.000.000 EUR zonder dat zij gebruik kan maken van haar vorige verliezen. Eén dag te laat kan dus zeer ernstige gevolgen hebben…


Hoewel er juridische bezwaren mogelijk zijn tegen deze aftrekbeperking en het onduidelijk is of deze wettelijke bepaling een toetsing aan de Grondwet zal overleven, moet met deze bepaling zeker rekening worden gehouden nu de controles en aanslagen voor aanslagjaar 2019 meer en meer worden opgestart of gevestigd.


Bron: Cazimir

Mots clés