Minister van Financiën Vincent Van Peteghem benadrukt dat hij bij de fiscale behandeling van winstpremies naar rechtlijnigheid en rechtvaardigheid streeft. Om iedereen duidelijkheid te geven over welke premies en prijzengeld al dan niet worden onderworpen aan belastingen, maakt de minister werk van een wettelijk kader voor de fiscale behandeling van premies en prijzengeld voor uitzonderlijke prestaties van landgenoten in de sportieve-, culturele- en wetenschappelijke wereld.
Minister Van Peteghem heeft begrip voor het feit dat uitzonderlijke prestaties van landgenoten een belangrijk uithangbord zijn voor ons land. Een belastingvrijstelling op premies of prijzengeld mag echter niet met willekeur beslist worden. Het zou bijzonder ongepast zijn dat de Minister van Financiën met een duim omhoog of omlaag zou beslissen welke prestaties van sporters, auteurs, filmmakers of wetenschappers uitzonderlijk genoeg zijn voor een vrijstelling. Vandaar het belang van een van een duidelijk kader dat bepaalt wanneer premies kunnen vrijgesteld worden van belasting.
Wanneer premies of inkomen in het buitenland worden gewonnen of verdiend, dan moeten we kijken naar de internationale akkoorden die we als België hebben met andere landen in de wereld. België heeft bilaterale belastingverdragen met een honderdtal landen. Het gaat telkens om overeenkomsten die verankeren hoe de heffing van belastingen in België en een partnerland op elkaar wordt afgestemd. Dat is belangrijk voor wie woont of werkt in een ander land, er zaken mee doet of dus ook meedoet aan wedstrijden. Een belastingverdrag heeft twee belangrijke doelstellingen: voorkomen dat mensen dubbele belasting betalen op inkomsten, vermogen en/of winsten en mogelijke achterpoortjes sluiten die misbruikt kunnen worden voor belastingontwijking door het niet betalen van belastingen in beide landen.
Het verdrag met Japan bepaalt dat een inkomen dat in Japan wordt verdiend -hier de Olympische Spelen in Tokyo- ook eerst door Japan mag worden belast. Dat is een standaardpraktijk die voortvloeit uit de OESO-richtlijnen inzake belastingverdragen. Japan kiest er echter voor om de winstpremies niet te belasten. Net daarom valt het inkomen automatisch onder het Belgisch belastingsysteem en het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, aangezien we dubbele niet-belasting willen vermijden. Dit geldt voor élke Belg die een inkomen verdient in Japan, sporter of geen sporter. De Minister wenst daarom ook te benadrukken dat de fiscus de winstpremies van onze Olympische atleten zeker en vast niet viseert met een aparte belasting, maar streeft naar een duurzame oplossing en geen eenmalige fix.
Bron: Van Peteghem