Nieuwe Frans-Belgische verdrag : belastingheffing op Franse dividenden ontvangen door een Belgische inwoner aandeelhouder (natuurlijke en rechtspersoon)

Een nieuw dubbelbelastingverdrag tussen Frankrijk en België is onlangs ondertekend en de inwerkingtreding is voorzien op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving dat de vereiste formaliteiten zijn vervuld. In de veronderstelling dat dit in de loop van 2022 gebeurt, zullen de bepalingen van het nieuwe Frans-Belgische verdrag van toepassing zijn op de inkomsten van de belastbare tijdperken die op 1 januari 2023 aanvangen.1

Dit nieuwe verdrag brengt aanzienlijke wijzigingen met zich mee, met name op het vlak van de belastingheffing op dividenden. Belgische inwoners die dividenden uit Franse bron ontvangen en omgekeerd, Franse inwoners die dividenden uit Belgische bron ontvangen, zullen met de gevolgen van de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag geconfronteerd worden. In deze nieuwsbrief geven wij een overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor Belgische fiscale inwoners.

>>> Franse dividenden, Bernard Peeters en Emilie Van Goidsenhoven on YouTube !

Een Belgische inwoner natuurlijke persoon ontvangt dividenden van een Franse vennootschap

> De huidige situatie onder het oude verdrag:

  • Dividenden ontvangen door de Belgische inwoner zijn belastbaar in België aan het gewone tarief van 30%. Als het dividend wordt ontvangen via een Belgische (financiële) tussenpersoon, wordt de 30% roerende voorheffing ingehouden door deze laatste. In de andere gevallen, moet het netto grensdividend (na Franse bronheffing) in België worden aangegeven in de aangifte in de personenbelasting en wordt het daar belast aan een tarief van 30%.

  • Frankrijk behoudt als bronstaat echter een beperkte bevoegdheid om een belasting te heffen die niet meer dan 15% mag bedragen. In Frankrijk zijn dividenden die worden uitgekeerd aan Belgische inwoners natuurlijke personen sinds 2018 onderworpen aan een forfaitaire bronheffing van 12,8% (dus lager dan het door het dubbelbelastingverdrag toegestane maximum).

  • Het verdrag bepaalt echter dat België een minimum forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (of "FBB") moet verrekenen, gelijk aan 15% van het nettodividend. Na lang getalm staat de Belgische belastingadministratie uiteindelijk toe dat dit FBB wordt verrekend met het bedrag van de in België verschuldigde belasting. Dit geldt alleen voor dividenden die vanaf 2020 worden ontvangen. Voor eerder ontvangen Franse dividenden, staat de belastingadministratie de verrekening van het FBB toe mits de belastingplichtige een bezwaar indiende (d.w.z. in de veronderstelling dat de bezwaartermijn nog niet is verstreken). Er zijn echter nog steeds discussies over de toewijzing van het FBB door middel van een verzoek om ambtshalve ontheffing en wanneer Belgische roerende voorheffing werd ingehouden (indien de dividenden werden ontvangen via een Belgische (financiële) tussenpersoon).

  • Een Belgische inwoner natuurlijke persoon die een dividend van 100 EUR uit Frankrijk ontvangt, is in Frankrijk onderworpen aan een bronheffing van 12,8%2. Het netto grensdividend van 87,2% wordt vervolgens in België belast aan een tarief van 30% (belasting van 26,16 EUR), maar uiteindelijk wordt een belastingkrediet van 15% toegekend (namelijk 13,08 EUR), om zo te komen tot een totale effectieve belasting van 25,88 EUR.

> Na de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag:

  • De heffingsbevoegdheid wordt nog steeds toegekend aan België, de staat van verblijf, zoals onder het oude verdrag. Het tarief van 30% is dus nog steeds van kracht.

  • Wat de beperkte heffingsbevoegdheid van Frankrijk betreft, bepaalt het nieuwe verdrag uitdrukkelijk dat deze bronheffing niet meer dan 12,8% mag bedragen, terwijl het oude verdrag 15% voorzag. In de praktijk heeft deze wijziging geen gevolgen, aangezien Frankrijk zijn tarief sinds 2018 al heeft beperkt tot 12,8% in zijn nationale wetgeving. Deze wijziging is echter niet zonder gevolgen voor België, want in de omgekeerde situatie waarin een Franse inwoner dividenden uit Belgische bron ontvangt, kan België slechts 12,8% heffen, terwijl het op grond van het oude verdrag 15% mocht heffen.

  • Het door België toe te kennen belastingkrediet, zoals wij dat op heden kennen, is niet in het nieuwe verdrag hernomen.

  • ​Een Belgische inwoner natuurlijke persoon die een dividend van 100 EUR uit Frankrijk ontvangt, is onderworpen aan een bronheffing van 12,8%3. Het netto grensdividend van 87,2% wordt vervolgens in België belast tegen een tarief van 30% (belasting van 26,16 EUR) en er wordt geen belastingkrediet verleend. De totale effectieve belasting zal derhalve 38,96 EUR bedragen.​


Wat tot slot de uitkering van dividenden door een translucide SCI (société civile immobilière) aan een Belgische inwoner natuurlijke persoon betreft, blijft de situatie, zoals we die kennen sinds de arresten van het Belgische Hof van Cassatie van 2016 en 2017, ongewijzigd. Frankrijk belast deze dividenduitkeringen niet overeenkomstig zijn nationale wetgeving en België belast ze aan het tarief van 30%, ook al zijn de uitgekeerde inkomsten in Frankrijk reeds belast in hoofde van de vennoten van de SCI.

Een Belgische vennootschap ontvangt dividenden van een Franse vennootschap

> De huidige situatie onder het oude verdrag:

  • Dividenden uit Franse bron ontvangen door een Belgische vennootschap zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting in België (huidig normaal tarief van 25%). Zij zijn echter vrijgesteld van belasting onder het regime van definitief belaste inkomsten ("DBI") indien zij voldoen aan een aantal voorwaarden (namelijk de voorwaarden van bezit, duurzaamheid en belastingheffing).

  • Frankrijk kan deze dividenden ook belasten aan een maximumtarief van 15%, of soms 10% indien de Belgische ontvangende vennootschap ten minste 10% van het kapitaal van de Franse uitkerende vennootschap in handen heeft4. Volgens de Franse nationale wetgeving wordt geen bronheffing geheven indien is voldaan aan de voorwaarden van artikel 119 ter van de Code Général des Impôts (waarin de Europese moeder-dochterrichtlijn die de deelnemingsvrijstellingen voorziet, is omgezet).

> Na de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag:

  • De heffingsbevoegdheid wordt nog steeds toegekend aan België, de woonstaat, zoals onder het oude verdrag. Zij zijn ook nog steeds vrijgesteld binnen de grenzen van de Belgische nationale wetgeving ("DBI"-stelsel).

  • Frankrijk mag deze dividenden ook blijven belasten, maar ditmaal tegen een tarief van 12,8%, tenzij de Belgische ontvangende vennootschap gedurende een periode van 365 dagen5 ten minste 10% van het kapitaal van de Franse uitkerende vennootschap bezit, in welk geval de dividenden niet belastbaar zijn in Frankrijk.

  • Voor dividenden die de Belgische vennootschap ontvangt van een Franse vennootschap en die niet zijn vrijgesteld krachtens het Belgische nationale recht, kent België een belastingkrediet toe en verrekent het de geheven Franse bronheffing (maximaal 12,8%) met de Belgische belasting.6

Een Belgische vennootschap ontvangt een dividend van een Franse société civile translucide (zoals een SCI)

> De huidige situatie onder het oude verdrag:

  • In België zijn dividenden onderworpen aan de vennootschapsbelasting, tenzij voldaan is aan de voorwaarden van de DBI-aftrek, in welk geval zij zijn vrijgesteld van belasting. Het was en is nog steeds een punt van discussie of de voorwaarde van belastingheffing op het niveau van een translucide société civile vervuld is teneinde van de vrijstelling van de dividenden naar Belgisch recht te kunnen genieten. Onze ervaring is dat de Belgische belastingautoriteiten reeds hebben geoordeeld dat deze voorwaarde niet is vervuld in het geval van een translucide société civile en dat de door dergelijke entiteiten uitgekeerde dividenden bijgevolg aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen.

  • Frankrijk heft krachtens zijn nationale wetgeving geen belasting op dergelijke dividenduitkeringen.

> Na de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag:

  • Dividenden die door Belgische vennootschappen worden ontvangen van een Franse translucide société civile zijn in België vrijgesteld van belasting indien aan de voorwaarden van de DBI-regeling is voldaan, met uitzondering van de voorwaarde inzake belastingheffing. De voorwaarde van belastingheffing op het niveau van de société civile wordt uitdrukkelijk geschrapt, zodat het debat dat misschien heeft bestaan definitief wordt afgesloten.
  • Dividenduitkeringen van een Franse translucide société civile aan een Belgische vennootschap-aandeelhouder die gedurende een ononderbroken periode van één jaar in volle eigendom een participatie van ten minste 10% (of een aankoopwaarde van ten minste 2,5 miljoen euro) in deze entiteit aanhoudt, zijn in België vrijgesteld.

Voor meer nformatie, aarzel niet om contact op te nemen met ons.

Emilie Van Goidsenhoven - Partner (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)

Ahmed El Jilali - Senior Associate (ahmed.eljilali@tiberghien.com)

Amandine Baltus - Associate (amandine.baltus@tiberghien.com)

Lucas Van den Haute - Associate (lucas.vandenhaute@tiberghien.com)

Nota's

1 Met betrekking tot aan de bron verschuldigde belastingen, op inkomsten die vanaf 1 januari 2023 worden toegekend of verrekend.

2 In geval van wijziging van het Franse nationale recht kan dit percentage echter stijgen tot 15% (de maximumheffing waarin het dubbelbelastingverdrag voorziet).

3 Zelfs in geval van een wijziging van het Franse nationale recht kan dit tarief niet worden verhoogd, aangezien dit het maximumbedrag is waarin het dubbelbelastingverdrag voorziet.

4 Sinds het begin van het laatste boekjaar dat vóór de uitkering is afgesloten.

5 Inclusief de dag waarop de dividenden worden betaald.

6 Zonder dat de toerekening van de Franse belasting hoger mag zijn dan het deel van de Belgische belasting dat evenredig verbonden is met deze dividenden.

Bron : Tiberghien, Nieuws, december 2021

Mots clés