De wettelijk maximale jaarlijkse kostenpercentages (JKP’s) voor de kredietopeningen, waaronder de zogenaamde “kredietkaarten” met gespreide terugbetaling en de mogelijkheid om onder nul te gaan op de zichtrekening, stijgen met 1,5 procentpunt. Dat betekent dat die kredietopeningen zullen stijgen als ze een variabele debetrentevoet hebben en het JKP tegen het maximum ligt, wat dikwijls het geval is.
De maximale JKP’s voor de leningen en verkopen op afbetaling en voor de financieringshuur tot 1.250 euro stijgen met 2,5 procentpunt en die voor meer dan 1.250 euro met 2 procentpunt.
De lening op afbetaling is een krediet met periodieke betalingen, zonder de mogelijkheid om opnieuw te lenen.
We spreken van “verkoop op afbetaling” als de kredietgever geen geld maar een goed of een dienst geeft, waarvan je de prijs in meerdere termijnen betaalt.
Financieringshuur is een overeenkomst waarbij je een goed huurt en waarbij je na afloop van de huurtermijn de mogelijkheid hebt om het gehuurde goed te kopen.
De nieuwe maxima zijn enkel van toepassing op de nieuwe kredietcontracten en op de lopende contracten met een variabele debetrentevoet. Ze zijn dus niet van toepassing op de lopende contracten met een vaste debetrentevoet.
De stijging volgt uit een stijging van meer dan 0,75 procentpunt van de betreffende referentie-indexen van maart 2023 tegenover de referentie-indexen die de voorgaande aanpassing van die maxima veroorzaakte.
De maximale jaarlijkse kostenpercentages van toepassing op 1 juni 2023 zijn:
KREDIETBEDRAG | VERKOOP OP AFBETALING, LENING OP AFBETALING EN ALLE KREDIETOVEREENKOMSTEN, BEHALVE DE FINANCIERINGSHUUR, WAARBIJ DE BETALINGSTERMIJNEN EN DE TERMIJNBEDRAGEN GEDURENDE DE LOOPTIJD DOORGAANS GELIJK BLIJVEN | FINANCIERINGSHUUR | KREDIETOPENING EN ALLE OVERIGE KREDIETOVEREENKOMSTEN MET UITSLUITING VAN DEZE BEDOELD IN DE VOORGAANDE KOLOMMEN VAN DEZE TABEL | |
---|---|---|---|---|
Met kaart(*) | Zonder kaart(*) | |||
Tot 1.250 euro | 21,50% | 15,50% | 17,00% | 13,00% |
Meer dan 1.250 euro tot 5.000 euro | 16,00% | 12,00% | 15,00% | 12,00% |
Meer dan 5.000 euro | 13,00% | 11,00% | 14,00% | 12,00% |
(*) Het moet gaan om een kaart “met elektronische functies”. Voor de volledige wettelijke definitie van de kaart, zie bijlage II van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet.
Overzicht van de maximale JKP’s doorheen de tijd (PDF, 165.88 KB).
De maxima kunnen elke zes maanden veranderen.
Als uw contract een variabele rentevoet heeft, bijvoorbeeld een kredietopening met kaart verspreid door een bank, een grootwarenhuis of een postorderbedrijf, en de rentevoet ligt tegen het wettelijke maximum, dan kan de kredietgever uw rentevoet verhogen als dat wettelijke maximum stijgt.
De kredietgever moet uw rentevoet ook verlagen als het wettelijke maximum daalt.
Wanneer het JKP van uw krediet hoger is dan het wettelijke maximale JKP, dan heeft u recht op een volledige kwijtschelding van de aangerekende kosten van het krediet.
Een JKP kan berekend worden met behulp van een calculator, bv. de Europese kredietcalculator (APR Simulator)
Het wettelijke maximale JKP kan overschreden worden als er geen rekening werd gehouden met sommige kredietkosten die in het JKP opgenomen moeten worden.
Ook wanneer het contractuele JKP geen rekening houdt met de vervaldagen die de kredietgever in werkelijkheid oplegt, kan het toepasselijke maximum overschreden worden. Bijvoorbeeld, wanneer bij een lening op afbetaling de eerste betalingstermijn in werkelijkheid korter zou zijn dan een maand, bestaat de kans dat het werkelijke JKP hoger ligt dan het contractuele, met eventueel een overschrijding van het maximum tot gevolg.
De kredietvorm en het kredietbedrag van het kredietcontract bepalen welk maximum van toepassing is. Bijvoorbeeld, opdat het maximum voor de kredietvorm “kredietopening met kaart” van toepassing is, moet u het krediet kunnen opnemen met een kaart. Het moet gaan om een kaart met elektronische functies, een betaalinstrument waarmee u ook krediet kunt opnemen, bv. door geld af te halen uit een automaat of te betalen in een winkel.
Een kaart
is geen kaart zoals hier bedoeld wordt.
Sinds 1 februari 2007 is er een nieuwe methode om de maximale jaarlijkse kostenpercentages te bepalen.
Telkens bij het verstrijken van de maand maart en van de maand september, wordt er onderzocht of er, ingevolge een minimale wijziging van de referentie-indexen van 0,75 punten, een aanpassing van de maximale percentages komt. De referentie-index voor de kredietopening is het maandgemiddelde van de interbancaire rentevoet Euribo op drie maanden. De referentie-index voor de overige kredietvormen is, in functie van het kredietbedrag, de referte-index A, B of C zoals van toepassing op het hypothecair krediet.
Historiek van de referentie-indexen (PDF, 14.92 KB) en hun wijzigingen.
De nieuwe maximale jaarlijkse kostenpercentages worden van kracht op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Een wijziging van de wettelijk maximale JKP's heeft slechts een invloed op nieuwe contracten en op lopende contracten met variabele rentevoet zoals bv. de kredietopeningen met kaart verspreid door banken, grootwarenhuizen en postorderbedrijven.
Voor de lopende contracten met variabele rentevoet moeten, bij een daling van deze maxima, hoger liggende tarieven verlaagd worden tot deze maxima. Bij een stijging van deze maxima kunnen de lager liggende tarieven verhoogd worden tot deze maxima indien de consumenten op voorhand schriftelijk verwittigd worden van deze wijziging en het nieuwe JKP wordt meegedeeld.
Een wijziging van deze maxima beïnvloedt ook de debetrente op zichtrekeningen, aangerekend wanneer men tijdelijk "in het rood gaat". Deze korte termijnkredieten zijn immers onderworpen aan dezelfde maxima toegepast op de kredietopening van onbepaalde duur, zonder kaart, voor een kredietbedrag tot 1.250 euro.