Hoewel bijna alle bedrijven beweren dat ze maatregelen nemen om hun IT-netwerk te beveiligen, heeft meer dan één op vijf recent een beveiligingsincident meegemaakt, zo blijkt uit de laatste resultaten van de enquête over het gebruik van ICT en e-commerce in bedrijven[1][2], die werd uitgevoerd door Statbel, het Belgische statistiekbureau.
Daaruit blijkt overigens ook dat het aantal vergaderingen op afstand en het aantal IT-opleidingen sterk is toegenomen. E-commerce wordt steeds belangrijker en is nu goed voor meer dan een kwart van de totale bedrijfsomzet. Tegelijkertijd neemt het gebruik van artificiële intelligentie (AI) steeds meer toe, maar op een ongelijke manier.
Statbel, het Belgische statistiekbureau, publiceert vandaag de resultaten van de jaarlijkse enquête over het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en e-commerce bij ondernemingen. Deze enquête, die geleid wordt op Europees niveau, onthult belangrijke trends in de toepassing van ICT en artificiële intelligentie (AI) door Belgische bedrijven.
Het beveiligen van de IT-infrastructuur is een uitdaging waar bijna elk bedrijf zich bewust van is. 96,1% van hen gebruikt minstens één ICT-veiligheidsmaatregel.
Slechts 40,3% van de bedrijven beschikt echter over documenten over maatregelen, praktijken of procedures op het gebied van ICT-veiligheid. Dit percentage is veel hoger voor bedrijven met meer dan 250 werknemers, namelijk 88,1%.
Ondanks deze maatregelen verklaart 22,3% van de bedrijven dat ze ten minste eenmaal een probleem ondervonden hebben als gevolg van een ICT-beveiligingsincident in 2023: onbeschikbaarheid van ICT-diensten, vernietiging of corruptie van gegevens, verspreiding van vertrouwelijke gegevens (om welke reden dan ook). Deze problemen troffen zelfs 36,2% van de grote ondernemingen.
In 2024 organiseerde 70,1% van de bedrijven vergaderingen op afstand, dit kwam overeen met een stijging van 10% ten opzichte van 2022. Dat aandeel loopt op tot 97,2% voor grote ondernemingen (met meer dan 250 werknemers). Toegang op afstand tot e-mails en andere berichtensystemen is mogelijk in 93,8% van de ondernemingen met 10 of meer werknemers en in alle grote ondernemingen.
Meer dan drie op de tien bedrijven hebben opleidingen georganiseerd om de ICT-vaardigheden van hun personeel te ontwikkelen (36,8%). Dat is een stijging van 12% ten opzichte van 2022. Voor bedrijven met meer dan 250 werknemers is het aandeel stabiel gebleven ten opzichte van 2022, op 87,4%. De grootste stijging werd opgetekend in bedrijven met 50 tot 249 werknemers (+11%).
Hoewel 29,1% van de bedrijven met 10 of meer werknemers en 89,5% van de grote ondernemingen ICT-specialisten in dienst heeft, blijft het moeilijk om ze aan te werven: 9,1% van de bedrijven gaf aan dat ze een moeilijk in te vullen vacature voor ICT-specialisten hadden in 2023. En dit percentage stijgt zelfs tot 47,5% voor grote ondernemingen.
Meer dan een kwart van de bedrijven ontving bestellingen die via websites of via ‘apps’ werden geplaatst. Dit aandeel bedraagt één op twee voor ondernemingen met meer dan 250 werknemers. Het aandeel van e-commerce in het totale omzetcijfer steeg met 2,2 procentpunten ten opzichte van het voorgaande jaar, van 26,6% naar 28,8%. Slechts 5% van de bedrijven genereerde echter meer dan 50% van hun omzet uit online verkoop.
Een kwart (24,7%) van de bedrijven gebruikt ten minste één van de technologieën van artificiële intelligentie (AI), een stijging van 10,9% ten opzichte van vorig jaar. De grootste stijging werd geregistreerd bij bedrijven met meer dan 250 werknemers, waar het gebruik van AI steeg van 47,9% naar 66,3%.
Artificiële intelligentie wordt voornamelijk gebruikt om taal te analyseren of te genereren en om workflows of beslissingsondersteuning te automatiseren.
Twee derde van de bedrijven heeft daarentegen nooit overwogen om technologieën voor artificiële intelligentie te gebruiken (66,2%). Maar ook hier is er verandering op til, aangezien nog 80,1% van de bedrijven dit nooit overwoog in 2023.
[1]Ondernemingen van minstens 10 personen.
[2]Enquête georganiseerd op Europees niveau op basis van Verordeningen (EG) 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 en (EG) 1006/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009