Ploegen-en nachtarbeid - vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing !

De Algemene administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 27/05/2019 de circulaire 2019/C/42. Deze circulaire bevat een FAQ over de steunmaatregel ꞌvrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeidꞌ.



Inhoudstafel

I. Inleiding
II. FAQ betreffende de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid

1. Welke werkgevers komen in aanmerking voor deze maatregel?
2. Wat wordt er verstaan onder het begrip 'onderneming waarin ploegenarbeid wordt verricht'?
3. Wordt de voorwaarde dat 'de ploegen hetzelfde werk moeten doen qua inhoud en qua omvang', beoordeeld op het niveau van de individuele werknemer of op het niveau van de ploeg?
4. Kan de maatregel worden toegepast op een ploegensysteem in combinatie met een normale 'dagploeg'?
5. Komt een werknemer die steeds in de namiddagploeg werkt in aanmerking voor de maatregel?
6. Kan een werknemer die een ondersteunende functie uitoefent deel uitmaken van een ploeg?
7. Wat wordt er verstaan onder het begrip 'onderneming waarin nachtarbeid wordt verricht'?
8. Wat wordt er verstaan onder het begrip 'ploegenpremie'?
9. Moet de ploegenpremie afzonderlijk op de loonbrief worden vermeld?
10. Maakt de 'wachtvergoeding' een ploegenpremie uit?
11. Op welke werknemers kan de werkgever deze maatregel toepassen?
12. Kan de maatregel worden toegepast op werknemers uit zogenaamde ꞌvlinderploegenꞌ of ꞌvliegende ploegenꞌ?
13. Kunnen de uitzendkantoren deze maatregel toepassen?
14. Welke bewijsstukken moet de werkgever of het uitzendkantoor kunnen voorleggen indien zij aanspraak wensen te maken op deze maatregel?
15. Wat wordt er verstaan onder belastbare bezoldigingen waarin de ploegenpremie is begrepen, voor de toepassing van deze maatregel?
16a. Bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2018. Wordt de van doorstorting vrijgestelde bedrijfsvoorheffing per werknemer die in aanmerking komt voor de vrijstelling berekend of op het niveau van de groep van werknemers die in aanmerking komen voor de vrijstelling?
16b. Bezoldigingen betaald of toegekend tot 31.12.2017. Is het toegestaan om een onderlinge compensatie door te voeren wanneer de ingehouden bedrijfsvoorheffing bij de ene werknemer meer bedraagt dan 22,8 % van zijn belastbare bezoldigingen en bij een andere werknemer minder dan 22,8 % van zijn belastbare bezoldigingen?
17. Kan deze maatregel gecombineerd worden met andere vrijstellingsregelingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing?


I. Inleiding

De steunmaatregel ꞌvrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen – en nachtarbeidꞌ is neergeschreven in artikel 2755, §§ 1 en 2, WIB 92.

Deze circulaire licht deze bepalingen toe aan de hand van de hiernavolgende FAQ.


II. FAQ betreffende de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid
1. Welke werkgevers komen in aanmerking voor deze maatregel?

Om in aanmerking te komen voor deze maatregel, moet de werkgever aan de volgende voorwaarden voldoen:

1. de werkgever is een onderneming waarin ploegen- of nachtarbeid wordt verricht
2. de werkgever betaalt of kent een ploegenpremie toe
3. de werkgever is krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, WIB 92, schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing op die premie
4. de werkgever houdt de bedrijfsvoorheffing volledig in op de bezoldigingen en de ploegenpremie van de betrokken werknemers.


2. Wat wordt er verstaan onder het begrip 'onderneming waarin ploegenarbeidwordt verricht'?

Een 'onderneming waarin ploegenarbeid wordt verricht' moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

1. het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers
2. de ploegen doen hetzelfde werk zowel qua inhoud als qua omvang
3. de ploegen volgen elkaar op zonder onderbreking
4. er is geen overlapping van meer dan een vierde van hun dagtaak tussen de opeenvolgende ploegen.

Deze voorwaarden worden dag per dag afgetoetst.

Onder dagtaak wordt verstaan: de uurroosters van de opeenvolgende ploegen zoals opgenomen in het arbeidsreglement. Indien de effectief toegepaste uurroosters hiervan systematisch afwijken, wordt rekening gehouden met die effectieve uurroosters.


3. Wordt de voorwaarde dat 'de ploegen hetzelfde werk moeten doen qua inhoud en qua omvang', beoordeeld op het niveau van de individuele werknemer of op het niveau van de ploeg?

De beoordeling van deze voorwaarde gebeurt op het niveau van de ploeg en niet op basis van de individuelewerkzaamheden van de werknemers die deel uitmaken van de ploeg.

De beoordeling van deze voorwaarde steunt uiteraard op het geheel van die individuele werkzaamheden. De exacte aard van de door een werknemer in de ploeg uitgevoerde taken, kan dus een rol spelen bij het onderzoek welk werk die ploeg heeft verricht.


4. Kan de maatregel worden toegepast op een ploegensysteem in combinatie met een normale 'dagploeg'?

De voorwaarden om na te gaan of er sprake is van een onderneming waarin ploegenarbeid wordt verricht, worden afgetoetst op de ploegen die elkaar opvolgen, zoals opgenomen in het arbeidsreglement. De eventueel overlappende 'dagploeg' (de werknemers die volgens een vast uurrooster werken en die de ochtend- en namiddagploeg komen versterken) wordt buiten beschouwing gelaten bij de aftoetsing van deze voorwaarden. Het spreekt voor zich dat de werknemers die werken in een 'dagploeg', geen ploegenpremie mogen krijgen wanneer de werkgever toepassing wenst te maken van deze steunmaatregel.

Voorbeeld

Een onderneming heeft één vestiging en in het arbeidsreglement staat dat ploeg 1 (6u – 14u) wordt opgevolgd door ploeg 2 (14u – 22u).
Daarnaast zijn een aantal werknemers met een vast uurrooster (8u tot 16u) werkzaam in de onderneming die de ploegen 1 en 2 versterken (deze werknemers werken in de zogenaamde 'dagploeg').
De werknemers tewerkgesteld in de ploegen 1 en 2 krijgen een ploegenpremie, de werknemers tewerkgesteld in de'dagploeg' niet.
De voorwaarden om na te gaan of er sprake is van een onderneming waarin ploegenarbeid wordt verricht, worden bekeken in hoofde van ploeg 1 en ploeg 2. Er wordt geen rekening gehouden met de werknemers uit de 'dagploeg'. Ploeg 2 volgt ploeg 1 op, zonder onderbreking en zonder overlapping.
Mits naleving van alle andere voorwaarden kan de onderneming de steunmaatregel toepassen op de bezoldigingen van de werknemers tewerkgesteld in de ploegen 1 en 2.


5. Komt een werknemer die steeds in de namiddagploeg werkt in aanmerking voor de maatregel?

Een werknemer die steeds in de namiddagploeg werkt en dus niet van ploeg wisselt, komt ook in aanmerking voor deze maatregel, mits naleving van alle andere voorwaarden. Het zijn immers de ploegen die elkaar moeten opvolgen; de opvolging slaat niet op de individuele werknemers die deel uitmaken van de ploeg. De werknemers moeten dus niet roteren over de opeenvolgende ploegen.


6. Kan een werknemer die een ondersteunende functie uitoefent deel uitmaken van een ploeg?

Een werknemer-elektricien die de elektronica van de productieapparaten beheert, controleert en herstelt of een werknemer-ploegleider die de werkzaamheden verricht door de ploeg coördineert, oefent een ondersteunende functie uit binnen de ploeg.

De werkgever kan de maatregel toepassen op de werknemers die in ploegen werken en een ondersteunende functie in deze ploeg uitoefenen, mits naleving van alle voorwaarden.


7. Wat wordt er verstaan onder het begrip 'onderneming waarin nachtarbeid wordt verricht'?

Hieronder wordt verstaan een onderneming waar werknemers overeenkomstig de in de onderneming toepasselijke arbeidsregeling, prestaties verrichten tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van:

- de werknemers die enkel prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur en

- de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.


8. Wat wordt er verstaan onder het begrip 'ploegenpremie'?

Hieronder wordt verstaan de premie die wordt toegekend naar aanleiding van het verrichten van ploegenarbeid of nachtarbeid.


9. Moet de ploegenpremie afzonderlijk op de loonbrief worden vermeld?

De ploegenpremie mag afzonderlijk op de loonbrief worden vermeld, maar dat is geen vereiste.

Indien de ploegenpremie geïntegreerd met de andere bezoldigingen wordt betaald of toegekend (bv. deploegenpremie is geïncorporeerd in het basisuurloon), zal de werkgever moeten kunnen aantonen dat een deel vande totale bezoldiging overeenstemt met een premie die wordt toegekend omdat de betrokken werknemer inploegen of ’s nachts werkt. Het bedrag van deze premie moet dus bepaalbaar en identificeerbaar zijn.


10. Maakt de 'wachtvergoeding' een ploegenpremie uit?

Een wachtvergoeding is een vergoeding die wordt toegekend aan werknemers ter compensatie voor het deelnemen aan een wachtdienst.

Een wachtdienst is een oproepsysteem waarbij een werknemer gedurende een welbepaalde tijdspanne buiten zijn normaal voorziene arbeidstijd bereikbaar moet zijn om een eventuele oproep van de werkgever te kunnen beantwoorden, waarbij de fysieke aanwezigheid op de arbeidsplaats niet vereist is. De wachtdienst zelf is geen arbeidstijd in de zin van artikel 19 van de Arbeidswet van 16.03.1971.

Deze vergoeding maakt geen ploegenpremie uit, omdat zij niet wordt toegekend naar aanleiding van het leveren van bepaalde prestaties, maar enkel om thuis stand-by te blijven.

De wachtpremie maakt wel deel uit van de belastbare bezoldigingen die als basis dienen voor de berekening van deze maatregel.


11. Op welke werknemers kan de werkgever deze maatregel toepassen?

De werkgevers kunnen deze maatregel toepassen op de werknemers die behoren tot één van de volgende categorieën:

- de werknemers van categorie 1 bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24.12.2002, d.w.z.:

* de tewerkstellingen in de hoedanigheid van werknemer onderworpen aan het geheel der regelingen als bedoeld in artikel 21, § 1, van de wet van 29.06.1981 en die niet in een andere categorie wordt bedoeld en
* de tewerkstellingen als werknemer in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst bij de Koninklijke Muntschouwburg of bij het Paleis voor Schone Kunsten; instellingen van openbaar nut aangehaald in Categorie B van artikel 1 van de wet van 16.03.1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.

Bezoldigingen betaald of toegekend tot 31.12.2016

- de statutaire werknemers bij de volgende naamloze vennootschappen van publiek recht:

* Proximus
* bpost
* NMBS
* Infrabel
* HR Rail.

Bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2017

- de statutaire werknemers bij de volgende autonome overheidsbedrijven:

* Proximus
* bpost

- de werknemers bij de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail met uitzondering van de door haar ter beschikking gestelde werknemers aan de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS en de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel in het kader van hun activiteiten van openbare dienstverlening.

Bovendien kan deze maatregel enkel toegekend worden voor werknemers die, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn, over de betrokken maand waarvoor de vrijstelling wordt gevraagd, tenminste één derde van hun arbeidstijd in nacht- of ploegenarbeid zijn tewerkgesteld. Deze voorwaarde wordt de 'één derde-norm' genoemd.µ


12. Kan de maatregel worden toegepast op werknemers uit zogenaamdeꞌvlinderploegenꞌ of ꞌvliegende ploegenꞌ?

De werknemers van de vlinderploegen of vliegende ploegen staan in voor de vervanging van collega's bij ziekte of andere afwezigheden.

Wanneer zij afwezige collega's die in ploegen of 's nachts werken, vervangen, kan de werkgever de vrijstelling toepassen, mits naleving van alle andere voorwaarden. Zo moeten de werknemers uit de vlinderploegen of vliegende ploegen ingeschakeld worden in arbeidsregelingen die voldoen aan de fiscale definitie van ploegen- of nachtarbeid en moeten zij voldoen aan de één derde-norm.


13. Kunnen de uitzendkantoren deze maatregel toepassen?

Een uitzendkantoor maakt aanspraak op de maatregel onder de volgende voorwaarden:

- het is een onderneming die erkend is voor uitzendarbeid

- het stelt één of meerdere uitzendkrachten ter beschikking van een onderneming-gebruiker waarin ploegen- of nachtarbeid wordt verricht (zie FAQ 2, zie FAQ 7)

- deze onderneming-gebruiker stelt de uitzendkrachten tewerk in een systeem van ploegen- of nachtwerk in de functie van een werknemer van categorie 1 (zie FAQ 11) en leeft alle andere wettelijke voorwaarden na.


14. Welke bewijsstukken moet de werkgever of het uitzendkantoor kunnen voorleggen indien zij aanspraak wensen te maken op deze maatregel?

De werkgever die of het uitzendkantoor dat aanspraak wenst te maken op de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid, draagt de bewijslast ervan. De werkgever of het uitzendkantoor moet het bewijs kunnen leveren van de feitelijke elementen die aanleiding geven voor de vrijstelling.

De werkgever en het uitzendkantoor houden ook een nominatieve lijst ter beschikking van de administratie met daarin, voor elke werknemer, de volledige identiteit en de periode van het jaar gedurende dewelke die werknemer ploegen- of nachtarbeid heeft verricht. De administratie kan steeds de juistheid van de gegevens vermeld in dit document nagaan en daartoe de nodige bewijsstukken opvragen en onderzoeken.


15. Wat wordt er verstaan onder belastbare bezoldigingen waarin de ploegenpremie is begrepen, voor de toepassing van deze maatregel?

Hieronder wordt verstaan de wedden en lonen van de werknemers alsook de voordelen van alle aard die zij hebben verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid, met uitsluiting van:

- het dubbel vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen

- de vergoedingen verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst

- vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen

(let op: conform circulaire Ci.RH.244/568.064 (AOIF 3/2005, FAQ 3) d.d. 11.01.2005 komt het gewaarborgd week- en/of maandloon in aanmerking voor het vaststellen van de berekeningsgrondslag indien ze als in artikel31, tweede lid, 1° en 2°, WIB 92, bedoelde bezoldigingen van werknemers kunnen worden aangemerkt).


16a. Bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2018.
Wordt de van doorstorting vrijgestelde bedrijfsvoorheffing per werknemer die in aanmerking komt voor de vrijstelling berekend of op het niveau van de groep van werknemers die in aanmerking komen voor de vrijstelling?

Voor de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.01.2018 wordt de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid berekend op het 'niveau van de groep van werknemers die in aanmerking komen voor de vrijstelling'. Er worden vier groepen onderscheiden:

- een groep samengesteld uit werknemers die vallen onder de 'klassieke' definitie van ploegenarbeid en nachtarbeid (zie FAQ 2 en FAQ 7)

- een groep samengesteld uit werknemers die in een volcontinu arbeidssysteem werken (zie FAQ 'volcontinu')

- een groep samengesteld uit werknemers die vallen onder de 'nieuwe' definitie van ploegenarbeid met betrekking tot werken in onroerende staat

- een groep samengesteld uit werknemers die werken in de binnenscheepvaart onder het regime van systeemvaart.


16b. Bezoldigingen betaald of toegekend tot 31.12.2017.
Is het toegestaan om een onderlinge compensatie door te voeren wanneer de ingehouden bedrijfsvoorheffing bij de ene werknemer meer bedraagt dan 22,8 % van zijn belastbare bezoldigingen en bij een andere werknemer minder dan 22,8 % van zijn belastbare bezoldigingen?

De bedrijfsvoorheffing die van doorstorting is vrijgesteld krachtens deze maatregel, kan enkel toegepast worden op de bedrijfsvoorheffing die ingehouden werd op de bezoldigingen van de individuele werknemer.

Aangezien het bedrag van de bedrijfsvoorheffing dat in aanmerking komt voor de vrijstelling van doorstorting wordt berekend op de betrokken bezoldigingen, is het mogelijk dat de op die bezoldigingen effectief ingehouden bedrijfsvoorheffing ontoereikend is om de volledige vrijstelling van doorstorting aan te rekenen. In een dergelijk geval is het maximaal bedrag van de vrijstelling gelijk aan de ingehouden bedrijfsvoorheffing.

Het is bijgevolg niet toegestaan om een onderlinge compensatie door te voeren wanneer de ingehouden bedrijfsvoorheffing bij de ene werknemer meer bedraagt dan 22,8 % van zijn belastbare bezoldigingen en bij een andere werknemer minder dan 22,8 % van zijn belastbare bezoldigingen.


17. Kan deze maatregel gecombineerd worden met andere vrijstellingsregelingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing?

Deze maatregel kan gecombineerd worden met alle andere vrijstellingsregelingen van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Verplicht flexiloongegevens uploaden via ‘Flexi at work’

Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling: het hof van beroep te Antwerpen zet de puntjes op de i!

Bedrijfsvoorheffing op invaliditeitsuitkeringen vanaf januari 2025