Prioriteit verkiezingsvoorstellen : het Federaal Planbureau voorstelt objectieve en neutral cijfers aan de burgers in totale transparantie !

Zoals de wet voorschrijft, publiceert het Federaal Planbureau (FPB), één maand voor de verkiezingen, de resultaten van de doorrekening van de prioritaire verkiezingsvoorstellen die door de twaalf in de Kamer vertegenwoordigde politieke partijen zijn ingediend. De rol van het FPB in deze oefening beperkt zich tot het verstrekken van objectieve en neutrale cijfers aan de burgers. Het FPB velt geen oordeel over de politieke partijen of hun programma's.

Alle resultaten zijn vanaf vandaag beschikbaar op de website https://www.dc2024.be.


Baudouin Regout, Commissaris van het FPB: “Nadat we gedurende twaalf weken intensief en in alle transparantie gewerkt hebben met de experts van de betrokken politieke partijen, publiceren we vandaag de doorrekening van de prioritaire verkiezingsvoorstellen van hun partij. De resultaten moeten enerzijds bijdragen aan een kwaliteitsvol democratisch debat en anderzijds de kiezers beter informeren over de sociale, economische en milieugevolgen van hun keuzes”.

Een bij wet ingestelde opdracht

De wet van 22 mei 2014, gewijzigd door de wet van 30 juli 2018, geeft het FPB de opdracht om de prioritaire maatregelen uit de verkiezingsprogramma’s door te rekenen. De doorrekening richt zich tot de partijen die vertegenwoordigd zijn in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, momenteel twaalf partijen, die verplicht zijn om deel te nemen.

Voor deze taak kan het FPB een beroep doen op andere instanties. Hun medewerking, op vrijwillige basis, kan verschillende vormen aannemen. Voor de oefening 2024 heeft het FPB een beroep kunnen doen op de expertise van de FOD Beleid en Ondersteuning - Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (BOSA/DAV), de FOD Sociale Zekerheid, de Federale Pensioendienst, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), Leefmilieu Brussel, Service Public de Wallonie – Énergie en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).

Wat is de doorrekening eigenlijk?

Als eerste stap leveren de partijen een raming van de ‘budgettaire impuls' van elke maatregel. De budgettaire impuls stemt overeen met de positieve of negatieve impact van een maatregel op de overheidsfinanciën voordat deze zogenaamde 'terugverdieneffecten' sorteert en interageert met de andere maatregelen die door de partij zijn ingediend. De eerste taak voor het FPB is om deze bedragen te vergelijken met zijn eigen ramingen. Het FPB moet deze raming kunnen valideren, anders wordt de maatregel niet opgenomen in de doorrekening.

In een tweede stap analyseert het FPB aan de hand van zijn modellen de directe en indirecte effecten (met inbegrip van de ‘terugverdieneffecten’) van alle prioritaire maatregelen die door een partij zijn ingediend (of van een selectie hiervan, afhankelijk van het gebruikte model) op een reeks sociale (bv. de koopkracht van verschillende inkomensgroepen, het risico op monetaire armoede), economische (bv. de economische groei, het arbeidsaanbod, de overheidsfinanciën) en milieu-indicatoren (bv. de uitstoot van CO2 of andere polluenten).

Voor elke ingediende, maar door het FPB niet doorgerekende maatregel wordt, indien de partij dit wenst, een fiche opgesteld met een beschrijving van de maatregel en de redenen waarom deze niet kon worden doorgerekend. Er dient te worden benadrukt dat het feit dat een maatregel niet is doorgerekend, enkel te wijten is aan de beperkingen van de door het FPB gebruikte methoden en modellen en/of aan het gebrek aan betrouwbare gegevens. Dit impliceert dus geenszins een waardeoordeel van het FPB over de relevantie van de maatregel of de geschiktheid van de uitvoering ervan.

Een doorrekening van 300 maatregelen ingedeeld in acht vooraf gedefinieerde categorieën

Om ervoor te zorgen dat de voorgestelde maatregelen zouden passen in de expertisedomeinen van het FPB en om voldoende vergelijkbaarheid van de resultaten tussen de verschillende politieke partijen te bereiken, werd afgesproken dat de partijen maatregelen zouden indienen die zij als prioritair beschouwen in elk van de acht vooraf gedefinieerde categorieën (zie kader). Om het aantal te verwerken maatregelen voor het FPB behapbaar te houden, mocht elke politieke partij niet meer dan 30 maatregelen indienen, alle categorieën samengenomen.

In totaal werden 301 maatregelen doorgerekend; voor 41 maatregelen, die niet konden worden doorgerekend, werd een kwalitatieve fiche opgesteld. Het aantal doorgerekende maatregelen per partij varieert veel minder dan in de oefening van 2019. Toen lag dat aantal tussen minder dan 10 voor de drie laagst scorende partijen en meer dan 40 voor de drie hoogst scorende. Voor de oefening van 2024 werden door het FPB voor de meeste partijen tussen 25 en 30 maatregelen doorgerekend.

Met bijna een kwart van de maatregelen scoort de categorie ‘Fiscaliteit en parafiscaliteit’ het hoogst. De categorieën ‘Werking van de overheid’ en ‘Arbeidsmarkt’ maken het podium compleet. De andere categorieën zijn elk goed voor ongeveer dertig maatregelen, met uitzondering van de categorie ‘Economisch beleid’ die er slechts iets meer dan twintig telt.

Een transversale analyse van de effecten van de maatregelen op de geselecteerde economische, sociale en milieu-indicatoren gesimuleerd aan de hand van de verschillende modellen, is te vinden in de PowerPoint-presentatie bij dit persbericht.

De perimeter van de doorrekening

Over de spelregels van de doorrekening werd vanaf de zomer van 2023 overlegd met de vertegenwoordigers van de politieke partijen; ze werden eind 2023 goedgekeurd in de vorm van ‘richtlijnen voor de oefening’ en in februari 2024 gepubliceerd in de startnota. Die startnota definieert onder meer duidelijk de perimeter van de doorrekening.

In de eerste plaats wordt de perimeter van de doorrekening bepaald door de expertise en de modellen van het FPB, die gericht zijn op economische en sociale domeinen en op bepaalde milieuaspecten.

Om de contouren van de oefening af te bakenen werden acht categorieën vastgelegd waartoe de ingediende maatregelen moeten behoren:

> Fiscaliteit en parafiscaliteit;

> Arbeidsmarkt;

> Sociale bescherming;

> Gezondheidszorg, invaliditeit;

> Economisch beleid (industrie- en mededingingsbeleid, O&O);

> Werking van de overheid;

> Overheidsinvesteringen;

> Energie, mobiliteit, milieu, klimaatverandering.

Thema’s zoals buitenlands beleid, onderwijs, veiligheid of ethische kwesties vallen dus buiten de perimeter van de oefening.

Bovendien moeten de maatregelen binnen het kader vallen van de Belgische grondwet en de geldende Europese wetgeving en regels; ze moeten in overeenstemming zijn met internationale verdragen en ze moeten binnen de bevoegdheid vallen van een in België gesitueerd bestuursniveau (federaal, gewestelijk of gemeenschapsniveau). Maatregelen die onderhandelingen met derde landen vereisen, vallen dus niet binnen de perimeter van deze oefening.

PDF & Download

Volledige versie van het communiqué (nl - 180 Kb)

Mots clés

Articles recommandés

Een op de vier Belgische werknemers voelt zich geketend door fouten uit het verleden

5de Multilateral Assessment voor België tijdens COP29 (Bakoe)

‘Strategische incompetentie’ blijkt sterk aanwezig op de werkvloer