De bindende aanpak van de Quotawet werkt: het aantal vrouwen in raden van bestuur is verviervoudigd tussen 2008 en 2020. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Het contrast is groot met de directiecomités, waar de Quotawet niet geldt: vrouwen maken er slechts 14,8% van de leden uit.
Vandaag heeft de Raad van de Europese Unie zijn steun uitgesproken voor de richtlijn ‘Women on board’, die bedoeld is om de deelname van vrouwen aan het bestuur van bedrijven te versterken.
De analyse van het Instituut is gebaseerd op de samenstelling van raden van bestuur en directiecomités voor het jaar 2020. Daaruit blijkt dat het aantal vrouwen in de raden van bestuur van het geheel van de private en publieke ondernemingen tussen 2008 en 2020 verviervoudigd is, van 8,3% in 2008 naar 34,1%. Nog beter: in 2020 voldeed 98,2% van de bedrijven aan de Quotawet.
"Dit is een zeer bemoedigend resultaat. Uit tal van studies blijkt dat genderdiversiteit in de beslissingsorganen een positief effect heeft op de prestaties en het bestuur van ondernemingen. De evolutie van de cijfers met betrekking tot de vertegenwoordiging van vrouwen in de raden van bestuur toont aan dat de meeste ondernemingen van genderdiversiteit een hefboom voor hun ontwikkeling hebben gemaakt", zegt adjunct-directeur Liesbet Stevens.
Opvallend is wel dat slechts 5,6% van de ondernemingen een vrouw aan het hoofd van hun raad van bestuur hadden.
Bij de directiecomités is de situatie helemaal anders. Aangezien zij niet onder de wet vallen, zijn ze ook niet verplicht om resultaten te boeken op het gebied van de genderdiversiteit. Als gevolg daarvan blijft de vertegenwoordiging van vrouwen op een zeer laag niveau: 14,5% in 2017 tegen 14,8% in 2020.
Uit een meer gedetailleerde lezing van de cijfers blijkt echter dat de tendensen steeds meer uiteenlopen tussen autonome overheidsbedrijven enerzijds en beursgenoteerde private ondernemingen anderzijds. In overheidsbedrijven is het percentage vrouwelijke bestuursleden gestegen van 18,4% in 2017 tot 30% in 2020. In particuliere ondernemingen daalde het percentage vrouwen in dezelfde periode van 14,2% naar 13,9%.
Tot slot was slechts 4,5% van de CEO's een vrouw in 2020.
Volgens Liesbet Stevens “is het tijd om de wetgeving te doen evolueren om bepaalde obstakels uit de weg te ruimen, in het bijzonder op het niveau van de directiecomités. Quota zijn geen maatregel die graag genomen wordt, maar ze laten wel toe om snel te handelen in een situatie van grote ongelijkheid".
Deze uit 2012 daterende ontwerprichtlijn heeft onlangs een belangrijke impuls gekregen van het Franse voorzitterschap. Vandaag hebben de lidstaten tijdens de zitting van de EPSCO-Raad in Luxemburg hun steun betuigd aan het definitieve compromis. Het voorziet in twee mogelijkheden: ofwel wordt een quotum van 40% vastgesteld in de raad van bestuur van beursgenoteerde particuliere en openbare vennootschappen, ofwel wordt een quotum van 33% vastgesteld onder de leden van de raad van bestuur en het directiecomité.
Volgende stappen: goedkeuring door het Europees Parlement in september. Vervolgens zullen de lidstaten beginnen met de omzetting ervan in hun nationale wetgeving.
Staatssecretaris Sarah Schlitz voegt toe: “De cijfers van het Instituut tonen eens te meer de doeltreffendheid van de quota aan. Tien jaar geleden is België de juiste richting ingeslagen voor meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen, en vandaag behoren we tot de besten van de Europese klas. Uit de cijfers blijkt dat wij onze inspanningen nu moeten richten op de vervrouwelijking van de directiecomités. Deze richtlijn is een goede gelegenheid om in die richting verder te gaan.”
Bron : News.Belgium, juni 2022