Steeds meer flexi-jobbers aan de slag: 2023 wordt recordjaar

Dit jaar wordt een absoluut recordjaar voor flexijobs. Dat stelt hr-dienstengroep Liantis na een analyse van de gegevens bij meer dan 10.000 werkgevers. Maar liefst 50,2% van de werkgevers die flexi-jobbers mocht inschakelen, deed dat dit jaar ook. In de horeca ging het zelfs om 69,6%. Ook de RSZ-cijfers bevestigen dat het aantal flexi-jobs elk kwartaal toeneemt.

Belangrijk: vanaf 1 januari 2024 veranderen er enkele belangrijke zaken rond dit populaire statuut, zoals de uitbreiding naar 12 nieuwe sectoren.

Populair statuut

Een flexi-job geeft mensen de kans om op een voordelige manier bij te klussen naast hun hoofdbaan. Er hangen wel strikte voorwaarden aan vast. Zo moet je bijvoorbeeld in het derde kwartaal voor de flexi-job minstens vier vijfde gewerkt hebben bij één of meerdere werkgevers of je moet al gepensioneerd zijn.

Voor veel werkgevers is het een welkome, flexibele hulp. Uit gegevens van hr-dienstengroep Liantis blijkt dat in de eerste 10 maanden van 2023 maar liefst 50,2% van de werkgevers die flexi-jobbers mocht inschakelen dat ook effectief deed. Gemiddeld stelden deze werkgevers 6,1 flexi-jobbers te werk. Uit cijfers van de RSZ blijkt dat het aantal flexi-jobbers in ons land ook elk kwartaal toeneemt. In het tweede kwartaal van 2023 waren er al meer dan 120.000 flexi-jobbers aan de slag. Terwijl het in het tweede kwartaal van 2022 nog om 98.370 flexi-jobbers ging.

Het merendeel van de flexi-jobbers (54,1%) is vrouw. De flexibele werkkrachten verdienen bruto gemiddeld 13 euro per uur. “Daarvan moeten ze niks afdragen: hun brutoloon is in dit geval dus gewoon hun nettoloon. Enkel de werkgever betaalt – nog tot het einde van dit jaar – een werkgeversbijdrage van 25% bovenop dit loon”, vertelt expert Matthias Debruyckere van Liantis

Horeca blijft dé flexi-jobsector

Eén sector steekt er met kop en schouders bovenuit. In de horeca deed 69,6% van de werkgevers in de eerste tien maanden van 2023 een beroep op flexi-jobs. In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar is dat een zeer lichte stijging: toen schakelde 68,2% van de horecaondernemingen flexi-jobbers in.

De populariteit van het statuut – in de horeca én vele andere sectoren – is volgens experten aan verschillende aspecten te wijten. “Enerzijds is er het feit dat heel wat mensen door de inflatie en de stijgende kosten van pakweg de winkelkar en elektriciteit op zoek gaan naar een manier om zonder al te veel administratie en gedoe flexibel iets bij te verdienen. Anderzijds is het zo dat veel werkgevers op zoek zijn naar oplossingen om het personeelstekort in hun onderneming op te vangen.”

Belangrijke wijzigingen

Op 1 januari 2024 veranderen er enkele cruciale elementen aan het statuut. “Vanaf volgend jaar komen er sowieso 12 sectoren bij. Denk maar aan garages, land- en tuinbouwbedrijven, verhuisfirma’s en begrafenisondernemingen”, aldus Debruyckere. “Daarnaast is er het feit dat niet-gepensioneerde flexi-jobbers die meer dan 12.000 euro bijverdienen vanaf volgend jaar belastingen moeten betalen. Al zal dat - gezien de hoge grens - eerder uitzonderlijk zijn. Ten derde zullen werkgevers hun flexi-jobbers moeten betalen volgens de geldende loonbarema's in de sector. In de praktijk betekent dat dat sommige flexi-jobbers mogelijk een loonsverhoging krijgen. Enkel in de horeca blijft een uitzondering van toepassing en geldt dit dus niet. En ten slotte is er voor de werkgevers een belangrijke verandering. Zo wordt de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid verhoogd van 25% naar 28% van het brutoloon van de flexi-jobber.”

Mots clés