De halfjaarlijkse Politieke Barometer van Beci, die deze keer in het teken stond van de COVID 19-crisis, toont nooit eerder geziene vaststellingen en bewegingen in de prioriteiten van de Brusselse ondernemers voor het Brusselse Gewest.
Voor de crisis was het vertrouwen van ondernemers in de Brusselse regering niet erg hoog. Zes maanden later vertoont dit vertrouwen in het beheer van de Covid-19-crisis dezelfde trend: slechts 21% van de ondervraagde ondernemers geeft aan vertrouwen te hebben in de Brusselse regering voor het beheren van de COVID 19-crisis, tegenover 56% van de ondernemers die geen vertrouwen heeft (33% heeft niet veel vertrouwen en 23% helemaal niet).
“De Brusselse regering heeft niet kunnen overtuigen met haar crisisbeleid tot nu toe. Er is een fundamenteel debat nodig om te weten hoe Brussel zich moet voorbereiden op morgen. Het begrotingstekort stijgt naar het hoogste peil sinds jaren. Dat is een uitdaging dat het Gewest niet alleen aankan. “De hotel-, restaurant-, evenementen- en cultuursector zijn duidelijk het zwaarst getroffen. In de Brusselse relance is de private sector een fundamentele partner, de oplossing kan niet alleen van de overheidssector komen “, stelt Olivier Willocx, CEO Beci.
Paradoxaal genoeg, hoewel de score niet hoog was die ondernemers gaven aan de Brusselse ministers in december 2019, is deze er in deze editie op vooruit gegaan voor de meeste regeringsleden. De crisis had daarmee een positief effect op de perceptie van de ministers. Op een schaal van 1 tot 5 zetten Bernard Clerfayt (Werkgelegenheid) (2,8), Sven Gatz (Financiën) (2,6) en Rudi Vervoort (Minister-president) (2,4) de beste resultaten neer. Gevolgd door Barbara Trachte (economische transitie) (2,3), Nawal Ben Hamou (huisvesting en gelijke kansen) (2,2), Pascal Smet (stedenbouw en internationale betrekkingen) (2) en Alain Maron (milieu) (2). Elke Van den Brandt (Mobiliteit en Openbare Werken) staat onderaan de rangschikking af (1.7).
Mobiliteit blijft met 52% met voorsprong de grootste zorg van de ondernemers, en dus de prioriteit voor de Brusselse regering, maar verliest liefst 23% aan belang (tegen 75% in december 2019). “Dit is een nog nooit eerder geziene vaststelling op het gebied van mobiliteit. Sinds 2013 steeg mobiliteit jaar na jaar als prioriteit met bijna 80% in 2019. Deze terugval is te verklaren door de lockdown en het langdurige telewerken dat bij veel Brusselse bedrijven ook vandaag nog de norm is.” verklaart Ischa Lambrechts, Coordinator Business Innovation Beci.
Wat betreft het mobiliteitsgedrag van de Brusselse werknemers stelt de helft van de respondenten (48%) een verandering vast in het reisgedrag van zijn/haar werknemers. In dit geval gaat het vooral om een toename van telewerken en / of flexibele uren (64%).
Werkgevers zijn bereid om nieuwe gewoonten te faciliteren. Het telewerk is de grote winnaar in het veranderende mobiliteitsgedrag. Meer dan 86% van de respondenten geeft aan ook in de toekomst in te willen zetten op telewerk.
“Ook al is telewerk bij veel bedrijven vandaag nog een direct gevolg van de sanitaire maatregelen, het is duidelijk dat werkgevers dit in de toekomst ook als duurzame maatregel zien.”, stelt Ischa Lambrechts. “Het is positief vast te stellen dat werkgevers telewerk als mobiliteitsoplossing zien, het zal tegelijk een uitdaging zijn om dit structureel in te voeren. Voor een organisatie komt er heel wat bij kijken om structureel telewerk in te voeren. Bijna 30% (28%) van de bevraagde ondernemingen geeft dan ook aan dat telewerk één van de belangrijkste HR-uitdagingen in de toekomst wordt”, verklaart Ischa Lambrechts.
Daarnaast stellen we een omschakeling vast van openbaar vervoer naar de auto (53%) en een omschakeling van openbaar vervoer naar de fiets (32%). Het openbaar vervoer komt dus overduidelijk als grote verliezer uit de bus.
34% van de werkgevers wil ook na de crisis inzetten op verplaatsingen met de fiets. Tijdens de lockdown zijn werknemers voor hun verplaatsingen binnen Brussel meer de fiets gaan gebruiken dan het openbaar vervoer. De overheid heeft gereageerd op deze trend door snel fietsvoorzieningen aan te leggen. “Snel betekent daarom niet doordacht. Verkeersveiligheid moet voorop staan voor actieve weggebruikers. Wil men deze trend omzetten in een echte gedragsverandering zal men moeten inzetten op veiligheid en op duurzame infrastructuur, bv door afgescheiden fietspaden in plaats van wegmarkeringen.” betoogt Ischa Lambrechts.
De digitale transformatie is door de crisis in een stroomversnelling gekomen. Voor 19% van de Brusselse ondernemers dient digitale transformatie één van de prioriteiten voor de Brusselse regering te worden (8% in 2019%). Tegelijk geven werkgevers aan dat het vinden van geschoold personeel in nieuwe technologieën één van de grote HR-uitdagingen is (27% van de respondenten).
“De versnelling van de digitale transformatie stelt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor verschillende uitdagingen: voldoen werkzoekenden aan de behoeften van de Brusselse arbeidsmarkt? Reeds vandaag stellen wij een discrepantie vast tussen vraag en aanbod van kwalificaties. Hoe wil de Brusselse regering deze kloof dichten? Beschikt het Gewest over een digitale governance en strategie om een gelijke tred te houden met de ontwikkelingen op de markt?”, geeft Olivier Willocx aan.
“Net zoals de Brusselse relance in zijn geheel, dient deze uitdaging aangegaan te worden in samenwerking met de private markt. De ontwikkelingen op het terrein gebeuren dermate snel dat men de vinger aan de pols dient te houden. De privésector is hier aan zet.”, besluit Olivier Willocx.
Olivier Willocx, CEO Beci – 0475 51 31 58 – ow@beci.be
Ischa Lambrechts, Coordinator Business Innovation – 0475 75 12 30 – ila@beci.be
Bron: BECI