In de Verenigde Staten ontstond recent de idee dat de coronapandemie tot een grote ontslaggolf heeft geleid (‘the great resignation’). Een groot aantal werkenden zou vrijwillig van werk veranderd zijn, of binnenkort willen veranderen.
In hoeverre vinden we hier sporen van terug in België? Jobsite StepStone & KU Leuven deden een onderzoek bij 1100 respondenten en gingen na of COVID niet enkel het sollicitatiegedrag, maar ook de beleving van het werk beïnvloed heeft.
Meer dan de helft (53%) van de werknemers die tijdens de coronacrisis tijdelijk werkloos waren, is op zoek naar een andere job. Ook opmerkelijk: 6 op de 10 respondenten – ook zij die niet tijdelijk werkloos waren – voelen zich sinds de pandemie minder gelukkig en minder enthousiast over hun werk. En precies daarom willen ze van werk veranderen.
Eén zaak is meteen duidelijk: COVID heeft onze manier van werk en omgang met werk beïnvloed. Bijna één op twee (47%) van de respondenten gaf aan dat ze door de coronacrisis tot de conclusie kwamen dat ze een andere job willen. Daarnaast gaf niet minder dan 43% zelfs aan dat ze omwille van die crisis effectief gesolliciteerd hebben naar ander werk. Of ze effectief van werk veranderden, werd niet gevraagd.
De wens om van werk te veranderen lag iets hoger bij twee specifieke demografische groepen, namelijk de 35-44-jarigen (58%) en onder de respondenten die ooit tijdelijk werkloos waren geweest (53%) omwille van corona. Bij de eerste groep speelt misschien het feit mee dat ze op zoek zijn naar nieuwe promotiekansen na een carrière van een aantal jaren en dat hun kans op het vinden van werk ook groter is omwille van hun leeftijd – dan voor de oudere categorie; bij de tweede groep wellicht de onzekerheid die gepaard ging bij de tijdelijke werkloosheid tijdens de covidcrisis.
Aan de respondenten werd daarnaast gevraagd of de coronacrisis aspecten zoals bijleren op het werk, zekerheid en salaris, maar ook de werkbeleving in positieve of negatieve zin heeft veranderd. De resultaten tonen aan dat deze opvallend negatief evolueerden.
De groep respondenten die vond dat hun werkkenmerken verslechterd waren, was steeds groter dan de groep die een verbetering bemerkte:
De verslechtering was echter algemener dan dat: opvallend genoeg gaf men ook aan dat de mate waarin men de eigen capaciteiten in het werk kan gebruiken verslechterde (volgens 53%), terwijl ook de mogelijkheden om bij te leren in het werk slechter werden (volgens 50%). Ook voor de promotie- en loopbaankansen rapporteerde 39% een verslechtering. Enkel voor het loon gaf een meerderheid (66%) geen verandering aan.
Op quasi elk vlak ervaren de respondenten een verslechtering sinds de start van de coronacrisis. Het is dan ook niet verwonderlijk dat haast 45% aangaf dat het werk in zijn geheel verslechterde, tegenover 33% die aangaf dat het hetzelfde bleef, en 22% die een verbetering bemerkte.
De minder gunstige kwaliteit van het werk gaat bovendien samen met een minder gunstige beleving van het werk. Een meerderheid (65%) gaf aan minder gelukkig te zijn op het werk sinds de start van de coronacrisis, en 58% is sindsdien minder enthousiast over het werk. Ongeveer 48% is minder tevreden over het werk, en 58% gaf aan dat de vermoeidheid op het werk gestegen was.
Een impact door COVID is dus duidelijk merkbaar bij de respondenten, maar wat zijn nu de onderliggende oorzaken achter de beslissing om van job te veranderen? Via regressieanalyses werd nagegaan welke aspecten samenhangen met de wens om ander werk te zoeken. Daarbij kwamen twee opvallende resultaten aan het licht:
Ten eerste is de wens om van werk te veranderen niet ingegeven door een stijging van de werkstress of vermoeidheid op het werk. Men wil juist weg omdat het werk te weinig energie geeft: de afname aan enthousiasme, tevredenheid en geluksgevoelens op het werk hingen alle drie sterk samen met de wens om van werk te veranderen.
Vervolgens werd vastgesteld dat deze daling in o.m. enthousiasme en tevredenheid te maken heeft met een verslechtering van vijf aspecten van de werkbeleving:
Het is dus niet enkel omdat de werk-thuisbalans verslechterde (door bv. een vervaging van de grens tussen beide sferen) dat de respondenten ander werk zoeken. Ook de andere, hierboven vermelde aspecten van hun werk werden slechter qua kwaliteit, waardoor ze van werk willen veranderen.
De conclusie voor werkgevers is daarmee duidelijk. Om werknemers te behouden dienen ze ervoor te zorgen dat het werk voldoende motiverend en enthousiast makend blijft.
Dat laatste kan door aandacht te geven aan het verbeteren van de werkinhoud (zoals autonomie op het werk en leermogelijkheden verhogen), het verbeteren van de contacten met de leidinggevenden en het verhogen van de promotie- en loopbaanmogelijkheden – naast het garanderen van een goede werk-privébalans.
Deze studie werd uitgevoerd in samenwerking met Prof. Dr. Hans De Witte en dr. Anahí Van Hootegem (Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven – Onderzoeksgroep Arbeids-, Organisatie- & Personeelspsychologie; WOPP-O2L) en dr. Ilke Grosemans (Faculteit Psychologie, Vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie van de Open Universiteit in Heerlen).
De gegevens werden verzameld door middel van een online enquête in februari 2022, aan het einde van de vijfde Coronagolf in België. De respondenten werden door StepStone uitgenodigd via email.
In totaal namen 1168 respondenten deel aan dit onderzoek (talen: 72% Nederlands en 28% Frans). De steekproef was voornamelijk hoogopgeleid (66,1 % diploma hoger onderwijs). Bedienden waren oververtegenwoordigd: 37% was bediende van hoger niveau of kaderlid, 31,6% was bediende van middenniveau, 20% bediende van lager niveau (bv. administratieve ondersteuning), en 11,1% arbeider. Ongeveer 66,2% werkte in de privésector, 24,5% in de publieke sector en 2,3% was zelfstandig ondernemer (6,7% antwoordde: ‘overig’). 46,5% van de respondenten waren mannen en 52,7% vrouwen. Jongeren waren iets ondervertegenwoordigd (14,2% was jonger dan 34 jaar); de meeste respondenten waren tussen 35 en 54 jaar (57,9%). De gemiddelde leeftijd was 47 jaar.
Bemerk dat het aantal respondenten dat ander werk wenst/zoekt wellicht oververtegenwoordigd werd in deze steekproef, omdat ze aangetrokken werden via een organisatie/jobsite die actief is in de rekrutering. De steekproef is dus niet noodzakelijk representatief voor de Belgische beroepsbevolking.
Bron : Stepstone, pers, april. 2022