Trends: ‘Er is nood aan een fiscale klikwet’

‘Wat weerhoudt de overheid ervan een wettelijk kader te bepalen voor het melden van fiscale fraude, met een beschermingsmechanisme voor de melder en een sanctioneringsmechanisme voor onterechte meldingen?’ Dat vraagt Michel Maus, advocaat en hoogleraar fiscaal recht, zich af.


Afgelopen week raakte bekend dat de fiscus in 2020 maar liefst 2995 meldingen van fiscale fraude heeft ontvangen. Nooit eerder ontving de fiscus zoveel meldingen in een kalenderjaar. Hoewel sommigen die evolutie aanmoedigen, moeten we vrij kritisch zijn. Niet alle meldingen verdienen een schoonheidsprijs voor fiscale burgerzin. In fiscale middens is algemeen bekend dat veel meldingen het gevolg zijn van de wraak van de exen, hetzij de ex-partner, de ex-werknemer of de ex-vennoot. En ook concurrenten zijn niet altijd goede concullega’s en durven weleens een briefje naar de fiscus te sturen.


Het fiscaal verklikken is vandaag vrij eenvoudig. Het volstaat een anonieme brief te sturen naar de Bijzondere Belastinginspectie. In mijn eigen praktijk heb ik meegemaakt dat de Bijzondere Belastinginspectie een onderzoek was opgestart naar aanleiding van een anoniem getypt briefje waar niet meer op stond dan: “U moet eens gaan kijken bij ondernemer (x). Daar is veel te vinden.” Of dat een goede evolutie is, durf ik te betwijfelen. Veel van die meldingen zijn onterecht, of op zijn minst fel overtrokken.


Het is hoogst merkwaardig dat de overheid voor fiscale verklikkingen nog altijd geen wettelijk kader heeft opgesteld. Dat is nochtans onontbeerlijk. Aan de ene kant voor de oprechte fiscale klokkenluider, die wanneer zijn melding terecht blijkt, recht moet hebben op wettelijke bescherming. Aan de andere kant verdienen ook de belastingplichtigen die onterecht worden aangeklaagd wettelijke bescherming.


Er is nood aan een fiscale klikwet.


Nochtans bestaat zo’n kader wel voor sociale fraude. Wie zwartwerk wil melden aan de overheid, kan zich richten tot het Het Meldpunt voor Eerlijke Concurrentie. Dat is een centraal punt waar burgers of ondernemingen feiten kunnen melden die verband houden met sociale fraude. Belangrijk is wel dat die meldingen niet op anonieme basis kunnen, net om mensen ervan te weerhouden valse klachten in te dienen. Na een valse klacht kunnen melders ook worden vervolgd voor lasterlijke aangifte. De identiteit van de melder wordt wel beschermd. Sociale inspecteurs mogen de identiteit van de melder niet bekendmaken – zelfs niet voor een rechtbank – tenzij die uitdrukkelijk toestemming geeft.


Ook op Europees vlak beweegt een en ander. De Europese lidstaten moeten op basis van de Europese richtlijn inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden uiterlijk op 17 december 2021 in een wettelijke bescherming voorzien voor klokkenluiders die inbreuken melden op het Unierecht. Het gaat bijvoorbeeld om inbreuken inzake overheidsopdrachten, financiële diensten, productveiligheid, veiligheid van het vervoer, voedselveiligheid, milieubescherming, volksgezondheid, consumentenbescherming en gegevensbescherming. Ook in het kader van die richtlijn is de anonimiteit van de meldende persoon gegarandeerd en moet worden voorzien in een sanctiesysteem voor wie onterecht een klacht heeft ingediend. De richtlijn is niet van toepassing op fiscale fraude.


De vraag stelt zich dan ook wat de overheid ervan weerhoudt ook een wettelijk kader te bepalen voor het melden van fiscale fraude, met enerzijds een beschermingsmechanisme voor de melder, en anderzijds een sanctioneringsmechanisme voor onterechte meldingen. Met het stijgende aantal (anonieme) klachten in ons land is dat hoe langer hoe meer een noodzaak.


En voor wie dat allemaal maar niets vindt, moeten we misschien nog wijzen op het Amerikaanse ‘tax whistleblower‘-systeem. Wie in de Verenigde Staten fiscale fraude meldt aan de Amerikaanse belastingdienst (IRS), is niet alleen beschermd, maar heeft ook recht op een premie die kan oplopen tot 30 procent van de gerecupereerde ontdoken belasting. Vorig jaar betaalde de Amerikaanse IRS maar liefst 86 miljoen dollar uit aan zulke premies. Als dat onze regering maar niet op gedachten brengt.


Bron: Bloom

Mots clés