De Federale Regering zet het licht op groen voor het voorstel van Minister van Financiën Vincent Van Peteghem om een eerste stap te nemen in het uitdoven van de Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid, een crisisbelasting die dateert uit 1994. Door het systeem af te bouwen zullen werkende gezinnen en alleenstaanden meer nettoloon overhouden. En dit zowel voor werknemers als zelfstandigen. Het past in de bredere fiscale hervorming die Minister Van Peteghem voorbereidt en die uiteindelijk zal leiden tot de volledige uitdoving van het systeem.
De financiering van deze belastingverlaging wordt door een mini tax-shift geregeld !
De Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid (BBSZ) werd in 1994 ingevoerd om de sociale zekerheid mee te financieren in een periode dat de Belgische Federale Regering inspanningen moest leveren om toe te kunnen treden tot de Eurozone. Het systeem discrimineert naargelang samenlevingsvorm en is verouderd en scheefgetrokken omdat de schalen nooit werden aangepast aan de index. Hierdoor verschoof de fiscale en parafiscale druk geleidelijk richting de lagere inkomens. Waar de belasting in 1994 slechts het maximum bereikte bij een netto belastbaar inkomen gelijk aan 240% van het gemiddelde jaarloon, is dit bijna 30 jaar later al bij 125% van het gemiddelde jaarloon. Dat pakt Minister Van Peteghem nu aan.
In deze eerste fase van de uitdoving levert de federale regering een inspanning voor werknemers die tot 3.500 euro bruto per maand verdienen. Zij zullen zo’n 100 euro minder per jaar moeten bijdragen. Zo houden werkende koppels en alleenstaanden meer nettoloon over. Het is daarenboven het voornemen van Minister Van Peteghem om het systeem van de BBSZ volledig te laten verdwijnen in het kader van de bredere fiscale hervorming. Dat zal op termijn zorgen voor maximaal 731 euro minder bijdrage per jaar.
Daarnaast wordt ook het probleem van de promotieval die bestond voor de lagere lonen aangepakt. Wie vandaag bijvoorbeeld aan het minimumloon werkt, betaalt 57 euro BBSZ per jaar. Als die persoon door promotie of meer werkuren een loonsverhoging van 100 euro per maand krijgt, verhoogt de BBSZ naar 152 euro en verliest die persoon een volle maand opslag. Vandaag zorgen we ervoor dat mensen ook écht meer loon overhouden als ze meer werken.
Mini-taxshift goedgekeurd door Ministerraad van 4 februari 2022
Minister Van Peteghem zorgt uiteraard ook voor een sluitende financiering van deze belastingverlaging. Deze mini-taxshift kan worden gerealiseerd door de invoering van een inschepingstaks, een hervorming van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing en een verhoging van de accijnzen op sigaretten en tabak. Al deze maatregelen gaan in op 1 april 2022.
De maatschappelijke en ecologische kosten van luchtverkeer worden momenteel weinig tot niet fiscaal in rekening genomen. Dat is vandaag niet langer te verantwoorden. In navolging van onze buurlanden en verschillende andere Europese landen, voert de federale regering een inschepingstaks in op alle passagiersvluchten die vanuit België vertrekken. Het gaat zowel om commerciële vluchten als privévluchten en zakenvluchten.
De taks varieert naargelang de afstand van de vlucht. Wie kiest voor een vlucht voor een afstand tot 500 kilometer zal een bijdrage betalen van 10 euro. Dit zijn namelijk afstanden waar de trein als alternatief kan dienen, denk maar aan reizen naar Parijs of Amsterdam. Wie kiest voor een vlucht verder dan 500 kilometer binnen de Europese Economische Ruimte[1] zal een bijdrage betalen van 2 euro, buiten de Europese Economische Ruimte is dat 4 euro.
De bedragen zijn vergelijkbaar en vaak lager dan deze in onze buurlanden. Iemand die naar Kreta vliegt vanuit Rijsel betaalt 7 euro, vanuit Eindhoven 8 euro. Vanuit ons land zal dat dus 2 euro zijn.
Een recent rapport van het Rekenhof legde pijnpunten bloot in het systeem van de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing. Deze belangrijke loonsubsidie voor onze ondernemingen schiet daardoor in bepaalde gevallen haar doel voorbij. Minister Van Peteghem zorgt nu voor een noodzakelijke bijsturing die de correcte besteding van belastinggeld opnieuw verzekert.
Zo wijst het Rekenhof op te ruim interpreteerbare definities (bv. in het geval van ploegenarbeid en ‘young innovative company’ in onderzoek en ontwikkeling), het gebrek aan meetbare doelstellingen en het gebrek aan gericht controlebeleid. We kunnen niet toelaten dat belastinggeld verkeerdelijk terechtkomt of ondernemingen of onderzoeksinstellingen naast terechte steun grijpen. Daarom worden de aanbevelingen van het Rekenhof maximaal gevolgd.
We verhogen de efficiëntie en rechtszekerheid door onduidelijke criteria helder te maken en voeren een systematisch controlebeleid in.
De federale regering kiest voor een verhoging van de accijnstarieven op sigaren, sigaretten en roltabak. Deze maatregel is in lijn met de ambities uit het regeerakkoord en past in het kader van een omvattend en krachtig anti-tabaksbeleid. De maatschappelijke kost van roken loopt door directe en indirecte gevolgen namelijk op tot meerdere miljarden euro per jaar.
[1] Inclusief het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland