Op voorstel van de minister van Financiën zal de FOD Financiën tijdens de zomervakantie 2019 faciliteiten verlenen aan de btw-belastingplichtigen. Het gaat hoofdzakelijk om een versoepeling van de termijnen voor het indienen van hun aangiften, evenals voor het indienen van hun intracommunautaire opgaven.
Deze faciliteiten zijn niet van toepassing voor het indienen van de aangiften en de betalingen in het kader van 'Mini One Stop Shop' (MOSS). De Europese reglementering laat dit niet toe.
U kunt uw aangiften indienen tot de volgende data:
U kunt uw opgaven indienen tot de volgende data:
De verschuldigde btw moet u wel nog op de normale vervaldagen betalen, namelijk ten laatste op 22 juli 2019 (aangifte van het tweede kwartaal of juni 2019) en ten laatste op 20 augustus 2019 (aangifte van juli 2019).
Als u op één van die vervaldagen nog niet het volledige verschuldigde bedrag betaalde, zullen wij uw rekening-courant met nalatigheidsinteresten debiteren. Deze nalatigheidsinteresten berekenen we overeenkomstig de bepalingen van het Btw-Wetboek (artikel 91, § 1(externe link)): 0,8 % per maand vertraging op basis van het verschuldigde bedrag (een begonnen maand geldt als volledige maand).
Wij annuleren, onder strikte voorwaarden, die nalatigheidsinteresten echter als de belasting die u moet betalen op basis van uw btw-aangifte (vak 71) niet hoger is dan 125.000 euro. Als u zich in deze situatie bevindt moet u geen stappen ondernemen. Wij zorgen dan voor de annulering van de nalatigheidsinteresten.
1° indiening, uiterlijk op 9 augustus, van de aangifte voor de handelingen van het 2de kwartaal;
2° betaling uiterlijk op 22 juli, van het bedrag verschuldigd voor de handelingen van de vroegere kwartalen, alsook van een bedrag dat tenminste gelijk is aan het bedrag ingeschreven in vak 71 van de aangifte voor de handelingen van het 1ste kwartaal;
3° betaling, uiterlijk op 9 augustus, van het bedrag dat verschuldigd blijft voor de handelingen van het 2de kwartaal.
1° indiening, uiterlijk op 9 augustus, van de aangifte voor de handelingen van juni;
2° betaling, uiterlijk op 22 juli van al de bedragen verschuldigd voor de handelingen van mei en de vroegere maanden, alsook van een som die ten minste gelijk is aan het bedrag ingeschreven in vak 71 van de aangifte voor de handelingen van mei;
3° betaling, uiterlijk op 9 augustus, van het bedrag dat verschuldigd blijft voor de handelingen van juni.
1° indiening, uiterlijk op 10 september, van de aangifte voor de handelingen van juli;
2° betaling, uiterlijk op 20 augustus, van al de bedragen verschuldigd voor de handelingen van juni en de vroegere maanden, alsook van een som die ten minste gelijk is aan het bedrag ingeschreven in vak 71 van de aangifte voor de handelingen van juni;
3° betaling, uiterlijk op 10 september, van het bedrag dat verschuldigd blijft voor de handelingen van juli.
OPMERKING
De betaling, te verrichten voor de een of andere van de hiervoor bedoelde vervaldata, mag uiteraard verminderd worden tot beloop van het beschikbaar creditsaldo dat de rekening-courant van de belastingplichtige op die datum vertoont. Het belastingkrediet dat, per einde juli, aan de voorwaarden voldoet van art. 81, § 2, van het Koninklijk besluit nr. 4 om te worden terugbetaald, mag niet worden beschouwd als beschikbaar.
U kunt daarover meer informatie krijgen bij uw bevoegde kantoor.