VBO Focus conjonctuur – ‘Mist trekt op, maar nog moelijke klippen in zicht'

Twee keer per jaar bevraagt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zijn sectorfederaties om de economische temperatuur op te meten. Op basis van die enquête (afgenomen in mei en juni) wordt dan een balans gemaakt van de Belgische economische situatie en van de vooruitzichten voor het komende halfjaar.


Uit de enquête blijkt dat de meeste bevraagde sectoren zich veel positiever uitlaten over economische activiteit, werkgelegenheid, investeringen en vooruitzichten dan in november vorig jaar. De meeste sectoren verwachten over zes maanden evenveel of meer economische activiteit dan normaal. De helft van de ondernemingen zou bovendien zijn investeringen op peil houden. We mogen dus verwachten dat het herstel aanhoudt en zelfs op kruissnelheid komt in het tweede semester van 2021. Zo zou de Belgische economie in het eerste kwartaal van 2022 terug op haar peil van eind 2019 kunnen landen. Maar op dat ogenblik zal de economische activiteit nog altijd 3 à 4% lager liggen dan zonder de COVID-pandemie het geval was geweest.
En het verdere herstel is ook omgeven met een aantal belangrijke risico’s: biedt de vaccinatie voldoende bescherming tegen nieuwe varianten? Wat zal er gebeuren met de 125.000 tijdelijk werklozen eens het ‘overmacht’-regime wordt afgebouwd? Zullen er (veel) bedrijven aan het wankelen gaan gezien hun sterk aangetaste financiële positie? En zullen de sterk gestegen prijzen voor grondstoffen en intermediaire goederen zich vertalen in meer inflatie, wat via de automatische loonindexering het concurrentievermogen van onze bedrijven aantast?
Optimisme is dus gewettigd, maar er is geen reden voor euforie. Daarvoor moeten nog te veel moeilijke klippen worden omzeild.


Economische activiteit: duidelijke tekenen van economisch herstel

De resultaten van de enquête tonen duidelijke tekenen van economisch herstel. 50% van de respondenten rapporteert een economische activiteit hoger dan of gelijk aan de normale situatie, in onze vorige enquête van november 2020 was dat nog maar 10%. Over de economische vooruitzichten over zes maanden is dat optimisme nog meer uitgesproken. Een grote meerderheid van de bevraagde sectoren verwacht over zes maanden evenveel (50%) of meer (25%) economische activiteit dan normaal. In november vorig jaar voorspelden slechts twee sectoren een normaal activiteitsniveau en verwachtte geen enkele sector een hoger productiepeil dan normaal.


Werkgelegenheid: bijna de helft van de sectoren verwacht een behoud van werkgelegenheid in de volgende zes maanden

Ook wat werkgelegenheid betreft, zien de sectoren de toekomst positiever in, maar wel in mindere mate dan inzake de economische activiteit. Bijna de helft van onze respondenten denkt dat ze binnen zes maanden weer op het normale peil zit. Bepaalde sectoren zoals de voedingszaken en de ICT (informatie- en communicatietechnologie) denken zelfs dat de werkgelegenheid zal toenemen.


Ondanks de crisis verliezen ondernemingen het belang van investeringen niet uit het oog

De helft van de respondenten zegt dat ze hun investeringspeil de komende zes maanden zullen aanhouden, tegenover nauwelijks 25% in november. Meer nog, 15% van de sectoren kondigt een stijging van de investeringen in de komende zes maanden aan.


Economische vooruitzichten: een groei van 4,9% in 2021 en 3,8% in 2022

Uit onze enquête blijkt dus dat de Belgische economie zich stilaan lijkt te herstellen van de loodzware crisis in 2020. Ze zou met 4,9% groeien in 2021 en tegen het eerste kwartaal van 2022 haar niveau van eind 2019 moeten halen. Niettemin kostte de crisis ons in werkelijkheid bijna 4% economische activiteit in vergelijking met hoe die zou zijn geëvolueerd in normale omstandigheden, dus zonder de crisis.

Enig optimisme is dus wel gerechtvaardigd, maar we mogen ons niet laten meeslepen door euforie. Want het opduiken van een besmettelijkere variant van het virus of een die resistent is aan de huidige vaccins, kan die vooruitgang op de helling zetten. Bovendien zijn er nog andere risico’s waarvoor we moeten uitkijken, zoals jobverlies na afloop van het stelsel van tijdelijke werkloosheid, een faillissementengolf gezien de precaire situatie van heel wat ondernemingen, of nog de impact van de hogere grondstofprijzen op de inflatie en de concurrentiekracht van de ondernemingen (via de automatische indexering).


Aanbevelingen: concurrentiekracht vrijwaren en waakzaam blijven

Volgens het VBO moeten verschillende voorwaarden vervuld worden opdat de economie haar groeiachterstand kan goedmaken.

Eerst en vooral moet de concurrentiekracht van onze ondernemingen worden gevrijwaard. Ten eerste via de invoering van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling (0,4%) door de regering. Daarnaast moet reglementair ook duidelijk worden afgelijnd dat de coronapremie (max. 500 euro) eenmalig is en enkel kan worden toegekend in 2021 door bedrijven die tijdens de COVID-crisis goede resultaten hebben behaald. Ook blijft uiterste waakzaamheid geboden rond de ontwikkeling van de inflatie. De gezondheidsindex is in de voorbije maanden immers al opgelopen van 0,47% in februari tot 1,14% in juni. Gezien de opwaartse prijsdruk die nog in de pijplijn zit vanuit de grondstoffen- en de andere inputprijzen, kan een verdere stijging worden verwacht richting 1,5 à 2% tegen eind 2021, wat ons boven het door de CRB verwachte indexeringspeil in 2021-2022 (2,8%) zou brengen en het concurrentievermogen van onze bedrijven zou aantasten. Alle politieke en sociaaleconomische actoren moeten ook inzetten op andere maatregelen die het groeipotentieel van ons land kunnen versterken (investeren in infrastructuur, de ‘skills mismatch’ op de arbeidsmarkt wegwerken en de e-commerce faciliteren via meer flexibiliteit in de werkuren).

“Ondanks de duidelijke verbetering van het conjuncturele plaatje, blijft er post-COVID dus nog een lange weg te gaan met veel hervormingswerk, om ons land terug te brengen naar het groeipad van 2014-2019. Het in juni onder sociale partners afgesloten sociaal akkoord, de regeringsbeslissingen om de competitiviteit van onze bedrijven te vrijwaren en de goedkeuring van het Belgische investeringsplan in het kader van de RRF (Recovery and Resilience Facility), vormen alvast drie belangrijke bouwstenen om daar te geraken. Maar nog veel meer is het noodzakelijk om de werking van de arbeidsmarkt te transformeren, ons pensioensysteem te hervormen en een opleidingsbeleid op poten te zetten dat gericht is op maatwerk in plaats van op cijfers. Kortom, we hebben geen nood aan een herstelbeleid, maar eerder aan een transformatieplan”, aldus Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO.


Via volgende link kan u de studie ‘Focus Conjunctuur’ alsook de presentatie raadplegen.


Bron : VBO, PERS, COMMUNICATION & EVENTS, 09 JULI 2021


Mots clés

Articles recommandés

Inflatie en hoge energieprijzen grootste bezorgdheid van Belgische bedrijfstop

Voorbereiding van de globale fiscale hervorming : missie volbracht !

Studie NBB bevestigt: inflatie en indexering dreigen concurrentiepositie onderuit te halen