Vergoeding voor thuiswerk

Op 26 februari 2021 heeft de FOD Financiën een fiscale circulaire gepubliceerd met uitvoerige richtlijnen betreffende de tussenkomsten van de werkgever voor thuiswerk (Circulaire 2021/C/20). De in deze circulaire opgenomen principes komen heel sterk overeen met de manier waarop de RSZ in het verleden deze kostenvergoeding reeds toepaste. De RSZ heeft dan ook beslist deze circulaire volledig te volgen voor wat betreft de kwalificatie van ter beschikking stelling van materiaal en terugbetalingen in het kader van kosten verbonden aan thuiswerk.


Dat wil ook zeggen dat als er twijfel bestaat of iets al dan niet als loon moet worden beschouwd bij terugbetalingen van kosten waarvan men denkt dat ze ten laste zijn van de werkgever, in eerste instantie verwezen wordt naar deze circulaire.


In grote lijnen gaat deze circulaire over:


  • terugbetalingen
    • kantoorkosten
    • kosten kantoormeubilair / informaticamateriaal
    • kosten professioneel gebruik internetaansluiting en -abonnement
    • kosten professioneel gebruik privécomputer
    • kosten professioneel gebruik van eigen tweede computerbeeldscherm, printer/scanner zonder privécomputer (met een nieuw forfait van 5,00 EUR/maand per toestel en een maximum van 10,00 EUR/maand voor alle toestellen samen)
  • voordeel voortvloeiend uit het ter beschikking stellen van
    • kantoormeubilair / informaticamateriaal.

Het gaat om

  • thuiswerk,
    • dus over werk uitgevoerd in de private lokalen van de werknemer dat ook op de werkvloer van de werkgever kan worden uitgevoerd
    • op normale werkdagen en tijdens normale werkuren.

Een werkgever kan aan werknemers die structureel en op regelmatige basis een substantieel deel van hun arbeidstijd aan thuiswerk doen een forfaitaire kantoorvergoeding van maximum 129,48 EUR per maand toekennen, zowel voor deeltijdse als voor voltijdse werknemers. Onder structureel en regelmatig wordt verstaan het equivalent van 1 werkdag per week zowel voor de deeltijdse als voor voltijdse werknemers. Dit kan op maandbasis op verschillende manieren georganiseerd worden (zonder proratisering):

  • 1 kalenderdag / week
  • 2 1/2de werkdagen : week
  • 2 uur/dag in 5-dagenweek
  • 1 week / maand.

Het bedrag van 129,48 EUR is een maximumbedrag. Er mag dus ook een kleiner bedrag toegekend worden, maar het is niet verplicht het bedrag te proratiseren bij deeltijdse prestaties.

Daarnaast kan nog een extra vergoeding gegeven worden voor

  • van maximum 20,00 EUR/maand voor het professioneel gebruik van een privé-internetaansluiting en -abonnement EN
  • van maximum 20,00 EUR/maand voor het professioneel gebruik van de privécomputer met randapparatuur
    • OF van maximum 10,00 EUR/maand voor het professioneel gebruik van een eigen tweede computerbeeldscherm, printer/scanner zonder privécomputer (5,00 EUR/maand per item gedurende maximaal 3 jaar).

Er is een verhoging voorzien van de maandelijkse maximum vergoeding van 129,48 EUR naar 144,31 EUR voor de maanden april, mei en juni 2021.


Bron: Social Security

Mots clés

Articles recommandés

Welke feestdagen staan voor de deur van 2025?

Bedienden privésector (PC 200) loonindexering 1 januari 2025: prognose is 3,56%

Verplicht flexiloongegevens uploaden via ‘Flexi at work’