Voor Rerum Novarum kwamen de voorstellen voor hogere belastingen op vermogens terug boven. In linkse hoek lijken vermogensbelastingen een soort mirakeloplossing voor al onze problemen. Voor de vakbonden zijn belastingen op vermogen zowat het enige antwoord op de vraag hoe zij de enorme budgettaire uitdaging waar we voor staan willen opvangen, de PS lanceerde recent een voorstel van een vermogensbelasting die 6 miljard moet opbrengen en de PVDA leurt al langer met haar miljonairstaks die 8 miljard zou opleveren. Dat soort ideetjes gaat evenwel opmerkelijk vlot voorbij aan de economische realiteit.
In linkse hoek rekenen ze zich graag rijk met de vele miljarden die extra vermogensbelastingen zouden moeten opleveren. In de echte wereld zou dat nogal kunnen tegenvallen. Meerdere landen probeerden al een expliciete vermogensbelasting. Volgens een studie in opdracht van het Planbureau hadden in 1990 twaalf industrielanden zo’n belasting op vermogen, vandaag blijven daar nog maar drie landen van over. Nog belangrijker: de Europese landen die zo’n vermogensbelasting hadden, haalden daar gemiddelde ontvangsten van 0,2% van hun bbp uit. Voor België zou dat overeen komen met 1,25 miljard euro. De kans dat we in België vijf tot zes keer meer uit dat soort belastingen zouden halen zonder negatieve gevolgen lijkt onbestaande.
Die 1,25 miljard valt trouwens in het niets in vergelijking met de budgettaire uitdaging die op ons afkomt. Dit jaar liggen alle Belgische overheden samen op koers voor een gezamenlijk begrotingstekort van 35 miljard euro. Zonder ingrepen loopt dat jaarlijkse tekort tegen 2030 op tot 50 miljard (in euro’s van vandaag). En afhankelijk van de aankomende NAVO-onderhandelingen over de nieuwe budgetdoelstelling voor defensie komt daar allicht nog eens zo’n 10 miljard bij. Zelfs met de meest onwaarschijnlijke verwachtingen van de potentiële extra inkomsten uit vermogensbelastingen zouden we er dus niet geraken.
In België is er vandaag geen belasting op meerwaarden op aandelen. Dat wordt in bepaalde hoeken vaak voorgesteld als bewijs dat vermogens bij ons niet belast worden. Maar ook dat klopt niet. We hebben in België een lange reeks belastingen die gelinkt zijn aan het bezit van, inkomen uit of transacties van vermogen. Denk bijvoorbeeld aan de roerende voorheffing of de successierechten. Volgens cijfers van de Europese Commissie halen we uit allerlei belastingen op vermogen vandaag al zo’n 3,8% van het bbp, of 24 miljard euro, aan inkomsten. Dat is het derde hoogste in Europa, na Luxemburg en Frankrijk (beide zitten rond 4% van het bbp).
Nu kunnen hoge inkomsten uit belastingen op vermogen het resultaat zijn van de combinatie van heel veel vermogen (of heel veel transacties van vermogen) en een lage belastingdruk, of van een gemiddeld vermogen en een zware belastingdruk. Luxemburg is uiteraard een voorbeeld van het eerste. België zit eerder in het tweede kamp. Opnieuw volgens cijfers van de Europese Commissie heeft België de tweede zwaarste belastingdruk op vermogen in Europa (na Frankrijk, Luxemburg hangt achteraan die lijst).
Met een miljonairstaks van 8 miljard zouden we los naar de kop van de Europese ranglijst qua belastinginkomsten uit vermogen, met een voorsprong van ruim een kwart op de nummer twee. Dat zou voor belangrijke economische schade zorgen. Er zit economisch heel wat fout met onze belastingen op vermogen (te complex, te veel uitzonderingen…), maar dat die te laag zouden zijn, is alvast niet één van die fouten.