Wanneer een bediende van werkgever verandert, krijgt hij vertrekvakantiegeld en een vakantieattest met vermelding van zijn vakantierechten. Als hij dan vervolgens vakantie opneemt bij zijn nieuwe werkgever, moet deze bij de uitbetaling van het enkel vakantiegeld rekening houden met het vertrekvakantiegeld dat de vroegere werkgever reeds betaald heeft.
Uit briefwisseling van de FOD WASO en de Inspectie Toezicht op de Sociale Wetten, blijkt dat bij de berekening van het enkel vakantiegeld de nieuwe werkgever het vertrekvakantiegeld moet verrekenen in verhouding tot het aantal opgenomen vakantiedagen. De regel opgenomen in de instructies RSZ dat de nieuwe werkgever het vertrekvakantiegeld éénmalig moet verrekenen wanneer de bediende zijn hoofdvakantie opneemt, wordt dan ook geschrapt.
Wanneer het loon van de bediende bij zijn nieuwe werkgever hoger is dan het loon dat hij had bij zijn vorige werkgever, zal zijn nieuwe werkgever telkens bij het opnemen van vakantiedagen een berekening moeten doen om het vertrekvakantiegeld voor deze dagen nog aan te vullen tot het enkel vakantiegeld waarop de werknemer recht heeft.
Concreet:
De voorbeelden in de instructies RSZ zullen aangepast worden bij de eerstvolgende publicatie.
Bron: Social Security