Verslag van Eurostat toont vooruitgang van EU bij duurzameontwikkelingsdoelstellingen

Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie, heeft op 24 mei het monitoringverslag getiteld “Sustainable development in the European Union, Monitoring report on progress towards the SDGs in an EU context” editie 2023, bekendgemaakt, waarin een statistisch overzicht wordt gegeven van de vooruitgang bij het bereiken van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals - SDG's) in de EU. Het verslag wordt samen met het voorjaarspakket van het Europees Semester bekendgemaakt om de relevantie ervan voor het beleid te vergroten en zo gevolg te geven aan de toezegging van de Commissie om de duurzameontwikkelingsdoelstellingen te integreren in het Europees Semester. Deze taak is opgedragen aan commissaris Gentiloni.​


Related product Sustainable development in the European Union – Statistical annex to the EU voluntary review – 2023 edition

Het verslag wordt samen met het voorjaarspakket van het Europees Semester bekendgemaakt om de relevantie ervan voor het beleid te vergroten en zo gevolg te geven aan de toezegging van de Commissie om de duurzameontwikkelingsdoelstellingen te integreren in het Europees Semester. Deze taak is opgedragen aan commissaris Gentiloni.

Uit het verslag blijkt dat de EU de afgelopen vijf jaar voor de meeste doelstellingen vooruitgang heeft geboekt, overeenkomstig de prioriteiten van de Commissie op belangrijke beleidsterreinen zoals de Europese Green Deal, het8e milieuactieprogramma en het qctieplan voor de Europese pijler van sociale rechten. Uit de gegevens blijkt dat de EU veel vooruitgang heeft geboekt bij de verwezenlijking van tal van sociaal-economische doelstellingen, terwijl op milieugebied meer vooruitgang wordt verwacht naarmate de lidstaten de ambitieuze doelstellingen van de Europese Green Deal uitvoeren.

Voor het eerst werden in het verslag de gevolgen op korte termijn van de huidige crises voor de duurzameontwikkelingsdoelstellingen geanalyseerd. Deze omvatten de energiecrisis in de context van de Russische oorlog tegen Oekraïne en de naschokken van de pandemie. Het verslag bevat ook een hoofdstuk met een verbeterde analyse van de overloopeffecten van het verbruik van de EU in de rest van de wereld.


Achtergrond

De duurzameontwikkelingsdoelstellingen staan al geruime tijd centraal in de Europese beleidsvorming, zijn stevig verankerd in de Europese Verdragen en geïntegreerd in belangrijke projecten, sectorale beleidsmaatregelen en initiatieven van de Commissie-Von der Leyen. De Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de daarin opgenomen 17 duurzameontwikkelingsdoelstellingen, die in september 2015 door de Verenigde Naties zijn goedgekeurd, hebben een nieuwe impuls gegeven aan de wereldwijde inspanningen om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken. De EU heeft zich er ten volle toe verbonden de Agenda 2030 te verwezenlijken en uit te voeren, zoals uiteengezet in “De Europese Green Deal” en het werkdocument van de diensten van de Commissie “Delivering on the UN's Sustainable Development Goals — A comprehensive approach”.

De publicatie van vandaag is de zevende in een reeks jaarlijkse monitoringexercities die Eurostat in 2017 is begonnen. Zij is gebaseerd op de indicatoren voor de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de EU die zijn ontwikkeld om de vooruitgang bij het bereiken van de doelstellingen in een EU-context te monitoren. Het monitoringverslag is bedoeld om objectief te beoordelen of de EU — volgens de geselecteerde indicatoren — in de afgelopen perioden van vijf en vijftien jaar vooruitgang heeft geboekt bij het bereiken van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.

Indicatortrends worden beoordeeld op basis van hun gemiddelde jaarlijkse groeipercentage in de afgelopen vijf jaar. Voor de 22 indicatoren met kwantitatieve EU-doelstellingen wordt de vooruitgang bij het bereiken van die doelstellingen beoordeeld. Die doelstellingen betreffen voornamelijk klimaatverandering, biodiversiteit, de Europese pijler van sociale rechten, energieverbruik en onderwijs. Alle andere indicatoren worden beoordeeld aan de hand van de richting en de snelheid van de verandering.

Belangrijkste bevindingen

Uit het verslag blijkt dat de EU de afgelopen vijf jaar aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij het bereiken van drie duurzameontwikkelingsdoelstellingen, en bescheiden vooruitgang bij de meeste andere. Meer in het bijzonder:

  • De EU heeft de grootste vooruitgang geboekt bij het zorgen voor fatsoenlijk werk en economische groei (doelstelling 8). In 2022 bereikte de arbeidsparticipatie in de EU een nieuw hoogterecord van 74,6 %, terwijl de langdurige werkloosheid in de EU daalde tot een nieuw laagterecord.
  • Aanzienlijke vooruitgang is ook geboekt bij het terugdringen van armoede (doelstelling 1) en de verbetering van gendergelijkheid (doelstelling 5). Het percentage mensen die te kampen hebben met bovenmatige kosten voor huisvesting is sinds 2015 gedaald en het uurloon van vrouwen haalt de achterstand op die van mannen in.
  • Eveneens is sprake van goede vooruitgang bij het verminderen van ongelijkheden (doelstelling 10), het waarborgen van hoogwaardig onderwijs (doelstelling 4), het bevorderen van vrede en persoonlijke veiligheid op het grondgebied van de EU en het verbeteren van de toegang tot de rechter en het vertrouwen in de instellingen (doelstelling 16). De inkomenskloof tussen rijkere en armere bevolkingsgroepen is kleiner geworden en de EU ligt goed op schema bij het bereiken van haar doelstelling dat 45 % van de bevolking een tertiaire opleiding heeft. Het leven in de EU is de afgelopen jaren veiliger geworden: het aantal doden als gevolg van moord of mishandeling en de vermeende aanwezigheid van misdrijven, geweld en vandalisme in Europese wijken is aanzienlijk gedaald. Bovendien heeft de EU positieve vooruitgang geboekt bij het bereiken van de doelstellingen op het gebied van gezondheid en welzijn (doelstelling 3) – ondanks de tegenslagen als gevolg van de COVID-19-pandemie – en de doelstellingen op het gebied van innovatie en infrastructuur (doelstelling 9).
  • De vooruitgang was redelijk gunstig voor tendensen op het gebied van verantwoorde consumptie en productie (doelstelling 12), duurzame steden en gemeenschappen (doelstelling 11), leven in het water (doelstelling 14), geen honger (doelstelling 2), schoon water en sanitair (doelstelling 6) en betaalbare en schone energie (doelstelling 7).
  • Er wordt meer vooruitgang verwacht voor drie doelstellingen — klimaatactie (doelstelling 13), leven op het land (doelstelling 15) en mondiale partnerschappen (doelstelling 17) — aangezien de EU-lidstaten het hogere ambitieniveau in de op EU-niveau vastgestelde milieudoelstellingen moeten verwezenlijken. Wat de klimaatactie betreft (doelstelling 13), heeft de EU echter zeer ambitieuze en ongeëvenaarde klimaatdoelstellingen voor 2030 vastgesteld en deze zullen, in vergelijking met de trends in het verleden, meer inspanningen vergen. De EU heeft al beleidsmaatregelen genomen om deze extra inspanningen te leveren, met name via het Fit for 55-pakket, met een herziening van het EU-systeem voor de handel in emissierechten (ETS) en de verordening inzake de verdeling van de inspanningen, waarin bindende jaarlijkse broeikasgasemissiedoelstellingen voor de lidstaten zijn vastgesteld. Op het gebied van energie heeft de EU ook ambitieuzere doelstellingen voor 2030 vastgesteld. Dit betekent dat de komende jaren naar verwachting meer vooruitgang zal worden geboekt op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in de EU. Wat het leven op het land (doelstelling 15) betreft, wordt de EU – hoewel de beschermde landgebieden sinds 2013 zijn toegenomen – nog steeds geconfronteerd met een gestage afname van de vogel- en graslandvlinderpopulaties. De extra inspanningen die nodig zijn om de achteruitgang van ecosystemen om te buigen, zijn opgenomen in de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030, in de EU-bosstrategie voor 2030 die dit jaar van start gaat, en in de EU-bodemstrategie, waarin de doelstelling voor 2030 is vastgesteld om aangetaste grond en bodem te herstellen en woestijnvorming tegen te gaan. Wat mondiale partnerschappen (doelstelling 17) betreft, weerspiegelt de trend gedeeltelijk de conjuncturele effecten en met name de stijging van de overheidsschuld als gevolg van de COVID-19-crisis.


Voor meer informatie

Bron: Europese Commissie, 24 mei 2023

Mots clés

Articles recommandés

Jaarlijkse EU-begroting 2025: het nastreven van de politieke prioriteiten en het aanpakken van crises

Ken je kritische succesfactoren niet? Dat is de sleutel tot mislukking!

Economische najaarsprognose 2024: geleidelijk herstel in een ongunstige context