Verslaggeving bij onmiddellijke sluiting van de vereffening van een vennootschap

nieuw advies de verslaggevingsverplichtingen die moeten worden nageleefd bij de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte van een vennootschap.



COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

CBN-advies 2022/06 – Verslaggeving bij onmiddellijke sluiting van de vereffening van een vennootschap

Advies van 23 februari 20221

Onderwerp van het advies

Aan de Commissie werd de vraag gesteld welke verslaggevingsverplichtingen moeten worden nageleefd bij de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte2 van een vennootschap in de zin van art. 2:80 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen3 (hierna: het WVV). De Commissie brengt in herinnering dat haar analyse van de verslaggeving bij de ontbinding met een daadwerkelijke vereffening het voorwerp uitmaakt van een afzonderlijk advies4.

Analyse

Preliminair

De ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte laat toe om de ontbindingsprocedure van de vennootschappen te verlichten en te versnellen, zodat zij op een vlotte en kostenefficiënte wijze uit het rechtsverkeer worden verwijderd5. In voorkomend geval neemt de algemene vergadering, op voorstel van het bestuursorgaan, de beslissing tot de ontbinding van de vennootschap en wordt deze beslissing onmiddellijk gevolgd door een tweede beslissing van de algemene vergadering, ditmaal tot de sluiting van de vereffening6.

De Commissie wijst erop dat de procedure van de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte slechts de eenvoudige afsluitingen viseert waar niets te vereffenen valt of in de situaties waar de vereffening van de actiefbestanddelen niet noodzakelijk is om alle verplichtingen van de vennootschap tegemoet te komen7 en bijgevolg alles geregeld kan worden voorafgaand aan het ontbindingsbesluit zelf, vaak met uitzondering van het verdelen van het (resterend) vermogen aan de vennoten of aandeelhouders van de vennootschap.

De procedure van de ontbinding en de vereffening in één akte is van toepassing op een BV, CV, NV8, VOF en CommV9. Deze procedure is sinds de inwerkingtreding van het WVV ook van toepassing op de verenigingen10, doch niet op de stichtingen11.

Toepassingsvoorwaarden

De procedure van de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte wordt geregeld door art. 2:80 WVV. Overeenkomstig dit artikel kan van deze procedure gebruik worden gemaakt indien:

  1. er geen vereffenaar wordt benoemd;
  2. alle schulden ten aanzien van vennoten, aandeelhouders of derden, zoals vermeld in de staat van activa en passiva12, zijn terugbetaald of de nodige gelden om die te voldoen werden geconsigneerd. De commissaris of, als er geen commissaris is, de bedrijfsrevisor of gecertifieerd13 accountant, die overeenkomstig artikel 2:71, § 2, derde lid WVV, een verslag opmaakt, bevestigt deze betaling of consignatie in de conclusies van zijn verslag. De terugbetaling of consignatie is niet vereist voor de schulden aan vennoten, aandeelhouders of derden, wiens schuldvordering is opgenomen in de staat van activa en passiva, en die schriftelijk hebben bevestigd in te stemmen met de toepassing van deze procedure14. De commissaris of, als er geen commissaris is, de bedrijfsrevisor of gecertifieerd accountant bevestigt dit schriftelijk akkoord in de conclusies van zijn verslag;
  3. de algemene vergadering, mits unanieme instemming van alle vennoten in een VOF of een CommV15, of mits eenparigheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders voor zover zij, in een BV of een CV16, ten minste de helft van het totaal aantal uitgegeven aandelen vertegenwoordigen of, in een NV, ten minste de helft van het kapitaal vertegenwoordigen, beslist tot de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte.

De terugname van het resterend actief gebeurt door de vennoten of de aandeelhouders zelf.

Situering procedure

De procedure van de ontbinding en de sluiting van de vereffening maakt het mogelijk dat zowel de ontbinding, als de vereffening en de sluiting van de vereffening worden samengebracht om, in één akte, een vennootschap uit het rechtsverkeer te verwijderen. Gelet op het duidelijk verband tussen de klassieke ontbinding en vereffening enerzijds, en de procedure van de onmiddellijke sluiting van de vereffening anderzijds, acht de Commissie het nuttig om hierna de verslaggevingsplichten op jaarrekeningrechtelijk vlak weer te geven aangaande de klassieke ontbinding, de vereffening en de sluiting van de vereffening en hun verhouding op vlak van de verslaggeving ten opzichte van art. 2:80 WVV, dat de ontbinding en vereffening in één akte regelt.

  • Ontbinding: uit de formulering van art. 2:80, lid 1 WVV blijkt dat art. 2:71 WVV – het artikel dat de regels inzake de vrijwillige ontbinding bevat – bij de procedure van de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte moet worden nageleefd, wat betekent dat de verslaggeving van art. 2:71 WVV moet worden gerespecteerd, alsook dat de staat van actief en passief moet worden opgesteld. Bij de procedure van de vrijwillige ontbinding dient de algemene regel van art. 2:70, lid 2 WVV in acht te worden genomen, wat impliceert dat de ontbinding de afsluiting van het boekjaar tot gevolg heeft17 en dat er aldus een jaarrekening moet worden opgesteld18 die loopt van het begin van het gestarte boekjaar tot de datum van de ontbinding en vereffening in één akte.
  • Vereffening: de procedure van de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte voorziet niet in de benoeming van een vereffenaar19 aangezien er geen vereffeningsdaden te stellen zijn20. Bij de klassieke vereffening dient de vereffenaar elk voleindigd boekjaar een jaarrekening op te stellen en voor te leggen aan de algemene vergadering wat in deze procedure zinledig is vermits er geen vereffeningsperiode wordt ingeleid bij de ontbinding van de vennootschap21.
  • Sluiting vereffening: bij de sluiting van de vereffening beslist de algemene vergadering over de goedkeuring van de rekeningen, over de kwijting aan de vereffenaars en, in voorkomend geval, aan de commissaris22, alsook over de sluiting van de vereffening. Bij de ontbinding en sluiting van de vereffening in één akte moet de algemene vergadering zich evident niet uitspreken omtrent de kwijting aan de vereffenaars.

Jaarrekeningrechtelijke gevolgen

Met betrekking tot de jaarrekeningrechtelijke gevolgen dient melding te worden gemaakt van de algemeen geldende bepaling uit art. 2:70, lid 2 WVV die bepaalt dat de ontbinding de afsluiting van het boekjaar tot gevolg heeft, van toepassing op de vrijwillige ontbinding uit art. 2:71 WVV23 en waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen in art. 2:80, lid 1 WVV24. De Commissie is de mening toegedaan dat, aangezien de regel uit art. 2:70, lid 2 WVV opgenomen is onder de algemene bepalingen die van toepassing zijn op alle ontbindingsvormen, deze regel ook van toepassing is wanneer de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte plaatsvindt25. Het staat immers buiten kijf dat de procedure van de onmiddellijke sluiting van de vereffening tevens het lopende boekjaar afsluit26.

De verplichting van het bestuursorgaan om na de afsluitingsdatum van het boekjaar een jaarrekening op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de vennoten verenigd in vergadering of de algemene vergadering27 heeft tot doel te verzekeren dat de vennoten jaarlijks – en tijdig – een getrouw beeld krijgen van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap28, teneinde hun controlerecht te kunnen uitoefenen. Deze doelstelling waarborgt de meest essentiële functie van de algemene vergadering en is van openbare orde29. De leden van het bestuursorgaan die deze verplichting overtreden kunnen met een geldboete worden gestraft30. Indien de ontbinding en vereffening van de vennootschap is gepland vóór de datum van de jaarlijkse algemene vergadering die de jaarrekening van het laatste boekjaar vóór het boekjaar dat eindigt met de ontbinding en vereffening in één akte moet behandelen, is de Commissie van mening dat deze algemene vergadering vervroegd dient te worden ten laatste op dezelfde datum dan die waarop de akte tot ontbinding en vereffening in één akte zal worden ondertekend.

De Commissie is van oordeel dat deze wettelijke verplichting in hoofde van het bestuursorgaan onverkort van toepassing blijft bij de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte in de zin van art. 2:80 WVV. Het is immers door toedoen van het bestuursorgaan van desbetreffende vennootschap dat de openbaarmakingsverplichtingen, zoals opgenomen in art. 3:10 WVV, in acht moeten worden genomen.

Gelet op de voorgaande overwegingen is de Commissie tevens van oordeel dat er een jaarrekening31 moet worden opgesteld voor de periode tussen de aanvang van het lopende boekjaar en de datum van het ontbindingsbesluit32 door de algemene vergadering door de uitdrukkelijke bepaling van art. 2:70, lid 2 WVV. Daarbij zal het bestuursorgaan niet alleen rekening moeten houden met art. 3:6, § 2, lid 2 KB WVV en de jaarrekening aldus in discontinuïteit opstellen, tenzij de activa en passiva van de vennootschap in continuïteit zullen voortbestaan in een andere rechtspersoon33, doch ook met het specifiek karakter van deze procedure34.

Het opstellen van dergelijke jaarrekening voor het boekjaar dat eindigt met de ontbinding en vereffening in één akte is geen sinecure vermits op de dag van de ontbinding en vereffening de betrokken jaarrekening reeds beschikbaar moet zijn met alle noodzakelijke elementen tot op die dag. Naar de mening van de Commissie zal dit best praktisch zo worden georganiseerd door het bestuursorgaan van de vennootschap middels het in acht nemen van een “stand still” tussen de datum waarop de jaarrekening moet beschikbaar zijn voor de commissaris, en de datum van de algemene vergadering die de ontbinding en vereffening in één akte zal behandelen. De Commissie wenst te benadrukken dat de beginselen van het boekhoudrecht steeds in acht moeten worden genomen bij de toepassing van art. 2:80 WVV. Het is immers noodzakelijk dat de opgestelde jaarrekening35 een getrouw beeld van de vennootschap blijft geven tot op het ogenblik waarop de algemene vergadering beslist tot de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte36. Het voorgaande is, naar het oordeel van de Commissie, slechts mogelijk indien het om eenvoudige afsluitingen37 gaat. Indien het bestuursorgaan vaststelt dat dit niet het geval is, dan kan art. 2:80 WVV niet worden toegepast en dienen de klassieke ontbindings- en vereffeningsregels38 te worden gevolgd.

Deze jaarrekening dient openbaar te worden gemaakt bij de Nationale Bank van België overeenkomstig art. 3:10 WVV.

Voorbeeld

Een besloten vennootschap Z (hierna: de BV Z) voert haar boekhouding per kalenderjaar. De jaarlijkse algemene vergadering vindt plaats op 30 april. De jaarrekening van de BV Z wordt gecontroleerd door de commissaris die door de algemene vergadering werd benoemd. Op 30 juni 20N1 wordt besloten om de activiteiten van vennootschap niet meer verder te zetten en om de procedure tot het verwijderen van de vennootschap uit het rechtsverkeer op te starten. Het bestuursorgaan opteert daarbij voor de ontbinding en de onmiddellijke sluiting van de vereffening in één akte. Alle bestaande schulden worden door het bestuursorgaan aangezuiverd en er duiken geen nieuwe schulden op. Op 30 september 20N1 wordt de akte met betrekking tot de onmiddellijke sluiting van de vereffening bij de notaris ondertekend.

tijdslijn

Schematisch kunnen de volgende termijnen worden onderscheiden:

De Commissie licht hierna toe welke verslaggevingsplichten, vanuit jaarrekeningrechtelijk perspectief, gepaard gaan met de onmiddellijke sluiting van de vereffening in de zin van art. 2:80 WVV:

  • Periode 01/01/20N0 – 31/12/20N0: boekjaar 20N0 vormt het laatste volledige boekjaar waarin de BV Z haar activiteiten ten volle39 heeft uitgeoefend. Het is de bevoegdheid van het bestuursorgaan om voor het boekjaar 20N0 een jaarrekening op te stellen;
  • 30/04/20N1: op 30/04/20N1, i.e. de datum van de jaarlijkse algemene vergadering, legt het bestuursorgaan de jaarrekening voor het boekjaar 20N0 ter goedkeuring40 voor aan de algemene vergadering. Deze jaarrekening wordt vervolgens, binnen 30 dagen na goedkeuring ervan41, neergelegd bij de Nationale Bank van België;
  • Periode 30/06/20N1 – 31/08/20N1: na de beslissing tot de stopzetting van de activiteiten van de BV Z, dient het bestuursorgaan de volgende handelingen te treffen:
    • het aanzuiveren van alle schulden van de vennootschap42;
    • het opstellen van een ontbindingsvoorstel en een bijzonder verslag met de toelichting van het ontbindingsvoorstel43. Bovendien dient het bestuursorgaan daarbij te zorgen voor:
      • het betalen van voldoende provisies ter dekking van de kosten die gepaard zullen gaan met de onmiddellijke sluiting van de vereffening44;
      • het opstellen van een staat van activa en passiva, die niet meer dan drie maanden oud mag zijn bij het verlijden van de akte tot ontbinding en vereffening45, in casu op 30/09/20N146;
      • het opstellen van de jaarrekening voor de periode 01/01/20N1 – 30/09/20N147.

Aangezien de akte tot de onmiddellijke sluiting van de vereffening op 30/09/20N1 wordt ondertekend, maakt het bestuursorgaan een staat van activa en passiva, samen met de jaarrekening voor de periode 01/01/20N1 – 30/09/20N1 en het bewijs van de betaling van alle schulden, over aan de commissaris en dit uiterlijk tegen 31/08/20N148.

  • Periode 31/08/20N1 – 15/09/20N1: de commissaris stelt inzake de aan hem overhandigde stukken (staat van actief en passief en de jaarrekening van het lopende boekjaar) met het oog op de onmiddellijke sluiting van de vereffening, zijn verslagen op;
  • 15/09/20N1: op 15/09/20N1 wordt de oproepingsbrief verstuurd naar de algemene vergadering, alsook naar de commissaris en de leden van het bestuursorgaan, met het oog op het bijwonen van een algemene vergadering waarin besloten zal worden tot de onmiddellijke sluiting van de vereffening van de BV Z. Deze oproepingsbrief bevat een agenda met alle onderwerpen die behandeld zullen worden49 en alle stukken die in het kader van deze procedure moeten worden bezorgd aan de aandeelhouders50;
  • 30/09/20N1: op 30/09/20N1 keurt de algemene vergadering de jaarrekening voor de periode 01/01/20N1 – 30/09/20N1 goed die vervolgens moet worden neergelegd51. Daarnaast beslist de algemene vergadering van de BV Z, in voorkomend geval voor de notaris52, met eenparigheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde aandeelhouders voor zover zij ten minste de helft van het totaal aantal uitgegeven aandelen vertegenwoordigen, tot de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte53. Alle bij het WVV voorgeschreven stukken, die overeenkomstig de gevolgde procedure van de onmiddellijke sluiting van de vereffening werden opgesteld, zullen vervolgens worden neergelegd54 in het vennootschapsdossier op de griffie van de ondernemingsrechtbank en worden bekendgemaakt55 in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
1.Onderhavig advies is tot stand gekomen nadat het ontwerp van dit advies op 11 juni 2021 ter publieke consultatie werd gepubliceerd op de website van de CBN.
2.Deze procedure wordt ook de “ontbinding en vereffening in één akte”, de “vereenvoudigde vereffening”, de “ééndagsvereffening”, de “ééndagsprocedure”, de “one-shot-liquidatie” of de “turboliquidatie” genoemd.
3.Ingevoerd bij art. 2 van de wet van 23 maart 2019, BS 4 april 2019.
4.Zie CBN-advies 2022/04 - Verslaggeving bij ontbinding en vereffening van BV, CV, NV, SE en SCE.
5.H. BRAECKMANS en A. SNYERS, “Status quaestionis inzake vereffening van vennootschappen”, in H. BRAECKMANS, M.E. STORME, M. VANMEENEN, B. TILLEMAN en J. VANANROYE (eds.), Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen IV, Antwerpen, Intersentia, 2017, 488.
6.H. DE WULF, “Ontbinding, vereffening en herstructureringen: wat brengt het toekomstige Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen?”, in A. WYLLEMAN (ed.), echtskroniek voor het notariaat – Deel 32, Brugge, die Keure, 2018, 75.
7.Het bestuursorgaan dient immers, voorafgaand aan de beslissing van de algemene vergadering inzake de ontbinding van de vennootschap, reeds de nodige stappen te hebben ondernomen.
8.Art. 2:80, lid 1, 3°, b) WVV.
9.Art. 2:71, § 5 WVV. Zie ook: Voorbereidende werken, Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-3119/001, 96.
10.Zie art. 2:135 WVV. Onderhavig advies bespreekt enkel de procedure van de ontbinding en de sluiting van de vereffening van een vennootschap in de zin van art. 2:80 WVV.
11.Voor de ontbinding en de vereffening van de stichtingen is steeds de tussenkomst van de rechtbank nodig (zie art. 2:114 WVV en art. 2:140 WVV).
12.Zoals bedoeld in art. 2:71, § 2, lid 2 WVV.
13.Artikel 2:80, lid 1, 2° WVV en art. 2:71, § 2, lid 3 WVV. In het WVV wordt nog de titel “accountant” gebruikt. Als gevolg van de fusie tussen het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) in het Institute for Tax Advisors and Accountants (ITAA) kreeg de bestaande titel “accountant” een nieuwe benaming, namelijk “gecertifieerd accountant”.
14.Indien er bij de onmiddellijke sluiting van de vereffening sprake is van ontoereikend actief, bepaalt het CBN-advies 170/1 – Boekhoudkundige verwerking van niet-betaalde schulden wegens ontoereikend actief bij het sluiten van de vereffening het volgende: “Dezelfde beginselen kunnen toegepast worden op schulden die bij vereffening van de vennootschap worden kwijtgescholden of waarvan de schuldeiser uitdrukkelijk afstand doet. De debiteur "verrijkt" zich immers ten belope van het bedrag dat wordt kwijtgescholden of waarvan afstand wordt gedaan en dient dit in zijn rekeningen tot uitdrukking te brengen als een uitzonderlijk [thans: niet-recurrent] resultaat. Heel anders is de toestand wanneer bij het sluiten van de vereffening niet alle schulden kunnen worden terugbetaald bij gebreke aan voldoende activa. […] Deze niet betaalde schulden moeten in de vereffeningsstaat dan ook als schulden van de vennootschap geboekt blijven wat zal leiden tot een negatief eigen vermogen”.
15.Art. 2:80, lid 1, 3°, a) WVV.
16.Art. 2:80, lid 1, 3°, b) WVV.
17.Art. 2:70, lid 1, 1° WVV jo. art. 2:71 WVV. Zie ook de voorbereidende werken, Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-3119/008, 2-3.
18.Art. 3:1, § 1, lid 2 WVV.
19.Art. 2:80, lid 1, 1° WVV.
20.Zie ook art. 2:79 WVV.
21.Zie art. 2:99 WVV en CBN-advies 2022/04 - Verslaggeving bij ontbinding en vereffening van BV, CV, NV, SE en SCE.
22.Art. 2:100, lid 2 WVV. Als er geen commissaris is, kunnen de vennoten of aandeelhouders zich laten bijstaan door een bedrijfsrevisor of gecertifieerd accountant.
23.Zoals opgenomen in art. 2:71 WVV.
24.Zie randnr. 6, eerste streepje.
25.Zoals ook aangetoond in het volgend artikel: S. DE GEYTER, “'t Amendement: Afschaffing van de verplichting om een jaarrekening op te stellen naar aanleiding van de ontbinding en vereffening in één akte”, TRV 2020, 796. De auteur van deze bijdrage is echter de mening toegedaan dat art. 2:80 WVV aangepast moet worden met betrekking tot de verplichting om een jaarrekening op te stellen.
26.De vennootschap zal ook een aangifte in de vennootschapsbelasting moeten indienen: zie Circulaire 2020/C/74 betreffende de gevolgen van het artikel 2:70 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen op de aangifteplicht bij ontbinding van vennootschappen dd. 29 mei 2020, www.fisconetplus.be.
27.Art. 3:1, § 1, lid 2 WVV.
28.Art. 3:1, lid 1 KB WVV.
29.F. HELLEMANS, De algemene vergadering, Kalmthout, Biblo, 2001, 353, nrs. 315-216.
30.Art. 3:43, § 1, 1° WVV.
31.Zie ook CBN-advies 110/5 – Opstelling, goedkeuring en openbaarmaking van de jaarrekening.
32.De datum van de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte is immers het laatste moment waarop de jaarrekening van het laatste volledige boekjaar voorafgaand aan de ontbinding kan worden goedgekeurd, aangezien de vennootschap, na de sluiting van de vereffening, haar actieve rechtspersoonlijkheid verliest: zie H. BRAECKMANS en A. SNYERS, “Status quaestionis inzake vereffening van vennootschappen”, in H. BRAECKMANS, M.E. STORME, M. VANMEENEN, B. TILLEMAN en J. VANANROYE (eds.), Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen IV, Antwerpen, Intersentia, 2017, 499.
33.Onderhavig CBN-advies heeft niet tot doel om dergelijke situaties te bespreken. Zie voor meer: CBN-advies 2018/08 – Gebeurtenissen na afsluitingsdatum van het boekjaar en CBN-advies 2018/18 – Going concern - Waarderingsregels bij de stopzetting of gedeeltelijke stopzetting van het bedrijf van een onderneming.
34.Zo zal het bestuursorgaan van een vennootschap die een jaarverslag moet opstellen, als gevolg van de onmiddellijke sluiting van de vereffening in de zin van art. 2:80 WVV, niet in de mogelijkheid zijn tot opname van de informatie in het jaarverslag over de belangrijke gebeurtenissen na balansdatum, aangezien er geen periode “na balansdatum” meer komt. Het bestuursorgaan is in voorkomend geval gehouden om passende vermeldingen op te nemen in de toelichting.
35.Zie ter zake art. 3:3, § 1, lid 1 KB WVV: “De balans wordt opgesteld na toewijzing, dit wil zeggen, rekening houdend met de beslissingen tot besteding van het saldo van de resultatenrekening en van het overgedragen resultaat.”
36.Art. 2:80, lid 1, 3° WVV.
37.Zie ook randnr. 3.
38.CBN-advies 2022/04 - Verslaggeving bij ontbinding en vereffening van BV, CV, NV, SE en SCE.
39.En in continuïteit.
40.Zie ook: art. 3:1, § 1, lid 2 WVV.
41.Art. 3:10 WVV.
42.Zie ook art. 2:80, lid 1, 2° WVV met betrekking tot de consignatie en de schriftelijke instemming met de procedure van de onmiddellijke sluiting van de vereffening. In onderhavig voorbeeld van de Commissie gaat het om een vennootschap waarin alle schulden zijn terugbetaald.
43.Art. 2:80, lid 1 WVV jo. art. 2:71, § 2, lid 1 WVV.
44.Hierbij kan o.a. worden verwezen naar het ereloon van de notaris en de commissaris en een eventuele consignatie van gelden om latente (belasting)schulden te voldoen. Zie ook: H. BRAECKMANS en A. SNYERS, “Status quaestionis inzake vereffening van vennootschappen”, in H. BRAECKMANS, M.E. STORME, M. VANMEENEN, B. TILLEMAN en J. VANANROYE (eds.), Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen IV, Antwerpen, Intersentia, 2017, 500.
45.Art. 2:80, lid 1 WVV jo. art. 2:71, § 2, lid 2 WVV.
46.Het bestuursorgaan kan deze staat bijgevolg opstellen vanaf 30/06/20N1.
47.Zie punt II.D. van onderhavig advies.
48.Art. 3:74, lid 1 WVV.
49.Zie voor meer: H. BRAECKMANS en A. SNYERS, “Status quaestionis inzake vereffening van vennootschappen”, in H. BRAECKMANS, M.E. STORME, M. VANMEENEN, B. TILLEMAN en J. VANANROYE (eds.), Curatoren en vereffenaars: actuele ontwikkelingen IV, Antwerpen, Intersentia, 2017, 500-502.
50.Art. 5:84, lid 1 WVV. Zie ook: A. TILLIEUX en C. VERSTAPPEN, “De ontbinding en vereffening in één akte. Licht aan het einde van de tunnel?”, TRV 2015, 11.
51.Zie randnr. 11.
52.Art. 2:80, lid 1 WVV jo. art. 2:71, § 6 WVV.
53.Art. 2:80, lid 1, 3°, b) WVV. Gaat het echter om een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap, dan is een unanieme instemming van alle vennoten vereist om tot de ontbinding en de sluiting van de vereffening in één akte te beslissen (art. 2:80, lid 1, 3, a) WVV).
54.Art. 2:8, § 1, 7°, a), art. 2:8, § 2, lid 1, 8° WVV en art. 2:12 WVV.
55.Art. 2:13 WVV.


Bron: CBN, juni 2022

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2024/C/82 over de gewijzigde CFC-regeling

Herstel van fiscale verliezen bij filialisatie: nieuwe bevestiging van de DVB

Hervorming van de investeringsaftrek